wadlopen oesters eten terschelling

Must do op Terschelling: Wadlopen en oesters eten.

Afgelopen zomer was ik voor het eerst op Terschelling. Nou ja, in mijn volwassen leven dan. Terschelling is een Waddeneiland in de Waddenzee.

Uh ja, waarom vertel je dat?

Nou mijn moeder is erg enthousiast over Terschelling maar over ‘het wad’ is ze simpelweg euforisch. Ze kan er uren over praten.

Ze vindt het magisch dat je op de bodem van de zee loopt, die zes uur later weer zee is. Dat je allemaal beestjes ziet, die normaal zwemmen in de zee. En dat een boot blijft steken op het zand en je er naar toe kunt lopen.

Ze vergeleek het zelfs met de ervaring van Mozes, toen God de zee voor hem spleet. Echt.

Er is ook een docu over. Over het wad dan, niet over Mozes en de gespleten zee. Je snapt het, wadlopen kon ik niet ont-lopen.

Eerlijk gezegd begreep ik het enthousiasme nog steeds niet helemaal. Natuurlijk was ik wel nieuwsgierig naar welk wonder tot nu toe voor mij verborgen was gebleven. Zou ik weer op iets als de eenzame boom in Hee stuiten?

Ik pakte het serieus aan en boekte een wadlooptocht met oesterproeverij, met gids bij Puur Terschelling. Als ik heel eerlijk ben, trokken de oesters me over de streep.

Als ik nog eerlijker ben dan boekte ik de oesters en nam de wadlooptocht op de koop toe.

wadlopen oesters eten terschelling

Wadlopen

Voor aanvang zocht ik laarzen uit. Daarna stapte ik achter de gids aan met een boel andere deelnemers in zijn kielzog.

We klommen over de dijk, slalommend tussen de schapen die de dijk kort gemaaid houden. Langs de rotsen naar beneden.

Ik was verbaasd over de stilte die daar op me lag te wachten. Opvallend omdat het hoogseizoen was en daardoor erg druk op de rest van het eiland.

De gids waarschuwde dat het eerste stukje van het wad nog weleens de consistentie van drijfzand kon hebben. Mocht je weggezogen worden, dan moest je hard roepen en kwam hij je redden.

De eerste stap die ik deed, zakte ik tot 2 centimeter onder het randje van mijn laars, het slijk in. Ik hield mijn adem in en hoopte dat ik niet verder zou zakken.

Het was de bedoeling dat ik met mijn laars het wad in zou lopen, maar het scheelde niet veel of het wad kwam mijn laars inlopen.

Het geluk was aan mijn zijde, want de inhoud van mijn laars bleef droog. Ik zag een vrouw naast me haar evenwicht verliezen en voorover vallen. Met haar neus in het wad. De gids was erg druk, maar kreeg de groep uiteindelijk op het droge.

Hij liep voorop en vertelde hele interessante dingen. Dat Zeeuwse mosselen helemaal niet uit Zeeland komen, maar voornamelijk in de Waddenzee groeien.

Nadat ze geoogst zijn worden ze afgespoeld in Zeeland en op de markt gebracht. Vanaf dat moment zijn het Zeeuwse mosselen.

Hij liet ons allerlei beestjes zien. Krabben, zowel levend als dood. Soms niet van elkaar te onderscheiden tot je heel dichtbij komt en je plots in je teen gehapt wordt.

Kwallen in grijs, bruin en Larimar blauw. Kinderen hadden stokjes gestoken in sommige kwallen, waardoor ze leken op kleine verjaardagstaartjes met een kaarsje erin.

Oesters

Midden op het wad vond hij kokkels, die hij ter plekke opende en uitdeelde aan de deelnemers om rauw (lees: levend) op te eten. Ik overwoog om mijn eerste trek te stillen met een kokkel, maar dacht dat de oesters nu niet lang meer op zich zouden wachten en besloot te wachten.

Intussen vroeg ik me af hoe het zou gaan met de oesters. De gids had geen tas bij zich, dus waar zou hij ze vandaan halen? Zou hij ze uit een net halen? Vang je oesters eigenlijk met een net? Of moesten we ze zelf rapen of plukken?

De dressing die op de oesters gaat vind ik altijd bijzonder lekker. Ik raakte bezorgd. De gids had duidelijk geen flesje dressing bij zich. Zouden oesters wel lekker zijn zonder dressing? Nee, zeker niet, kwam ik tot de conclusie.

Inmiddels had ik de andere helft van zijn reuze interessante verhaal gemist met al dit gepeins. Iets met spingtij en doodtij.

Een uur later naderden we de kust weer en had ik nog geen oester gezien. Teleurgesteld liep ik terug en spoelde het zand van mijn laarzen. Ik had spijt dat ik niet tenminste die kokkel had opgeslokt

Alsof hij mijn gedachten las, vroeg de gids eindelijk of we trek hadden.

Hij had namelijk hele bakken vol verse oesters, die ter plekke werden geopend. Er waren koude oesters, maar ook warme. Die minstens net zo lekker waren als de koude. Ik at er zeker 10, de dressing was subliem. Er was zelfs wijn!

Geluk zit in een klein hoekje. Dit keer op een eiland in een schuur.

Inmiddels ben ik ook euforisch over wadlopen. Zet het bovenaan je Terschelling lijstje. Natuurlijk wel mét oesters en wijn.

De eenzame boom in Hee (Terschelling)

Vakantie op Terschelling. Vanaf de boot fietsend overvalt een instant vakantiegevoel me. Ik rijd langs de waddenzee op het schijnbaar enige pad wat het eiland rond gaat. Ik sta op een camping in Hee, vlakbij een lieflijk duinmeertje.

Na een paar dagen valt me iets op. Overal waar ik ben, zie ik een boom boven de horizon uitsteken.

Van ver lijkt het wel een Afrikaanse boom. De boom intrigeert me. Er gaat een mysterieuze aantrekkingskracht vanuit. Waarom staat hij daar zo alleen? Waren er vroeger meer zoals hij? Ik wil hem van dichtbij zien. Wie weet stuit ik op een nieuw avontuur en nieuw geluk.

Op een avond besluit ik te gaan. Voor de grap probeer ik de boom op internet te vinden. Gewoon om te zien hoe ver weg hij staat en of er iets over bekend is. Ik verwacht niets te zullen vinden. Ik open google en toets in: ‘eenzame boom Terschelling’.

Waarempel; maar liefst twee pagina’s met hits! De eenzame boom in Hee is een begrip. Een toeristische trekpleister zelfs.

Hij wordt genoemd op de site van de VVV en op twitter. Mensen missen de boom, kijken uit hem weer te zien en delen foto’s van hem op facebook. Niet persé een boom die ik eenzaam zou noemen.

gele bloemen in wei

Hee

Hey! Hij staat zelfs in Hee. Da’s vlakbij. Nu wil ik er zeker heen. Ik ben nieuwsgierig. Waar is al die ophef over?

Ik voel me tegelijk ook teleurgesteld. Originaliteit is niet mijn sterkste punt, maar toch is het vervelend als het elke keer bevestigd wordt.

Vóór mij zijn er dus al heel veel mensen geweest die zich afvroegen wat die boom daar in zijn eentje deed en gezien alle reacties op internet, ben ik ook zeker niet de laatste.

Ik loop richting het lieflijke duinmeertje van Hee en zie een bende dappere kinderen die aan het zwemmen is in het koude water. Een suppende man peddelt langs. Ik loop verder, het pad loopt omhoog en ik zie een trap.

De trap gaat steil omhoog en blijkt speciaal aangelegd voor de eenzame boom. Hoe eenzaam kun je zijn als er speciaal een trap wordt aangelegd om je te bezoeken? Hijgend en puffend stap ik van de laatste trede. Ik ben niet de enige. Er staat nog net geen rij.

Deze boom heeft een drukker sociaal leven dan ik!

suppende man op meer

Bloeiende heide

Achter en rondom de eenzame boom is een duinlandschap met diverse grote en kleinere duinpannetjes. In de winter geweldig om met een slee van af te razen, in de zomer zeer geschikt om met je liefje te schuilen voor het vakantiegedruis.

Een groot deel van de pannetjes kleurt paars. Ze staan vol met uitbundig bloeiende heide. Op deze hoogte heb je een verbluffend uitzicht, waarbij je het hele eiland rond kunt kijken.

Ik zie de Brandaris vlakbij de haven, de Waddenzee die helderblauw kleurt in het zonlicht en ook de Noordzee aan de andere kant van het eiland. Een verdwaalde schotse hooglander is een zwarte stip in het duinlandschap.

Na ruim een uur boven merk ik dat het koud is geworden in mijn T-shirt. Ineens snap ik waarom de boom eenzaam is. We zijn de boomgrens in Terschelling gepasseerd. Boven deze grens groeit niets meer vanwege de ongunstige weersomstandigheden. Hij is de laatste der Mohikanen, de stoerste en sterkste in zijn soort.

Nee grapje, ik heb geen idee waarom hij alleen staat.

Ik begeef mij in de richting van de trap naar beneden. Mijn timing laat te wensen over, want steeds meer mensen verzamelen zich bij de boom in afwachting van een ongetwijfeld prachtige zonsondergang. Ik zie een ouder stel zich in een duinpannetje nestelen met een boek.

Twee anderen drinken een biertje met hun rug in het zand en gezicht naar de zon opgericht. Wat zal dit een prachtige plek zijn om sterren te kijken.

Dark Sky park

Ik las dat Terschelling tot een van de donkerste plekken ter wereld is, omdat er nog zo weinig lichtvervuiling is. Het natuurgebied ‘De Boschplaat’ is zelfs vernoemd tot ‘Dark Sky Park.

Er is op Terschelling zelfs een waarnemingsstation van Nasa gevestigd. Hoe cool is dat? Je kunt hier met een beetje geluk zelfs het Noorderlicht zien.

Ik ben inderdaad op een avontuur gestuit. De volgende nacht ging ik, gewapend met een verrekijker en warme jas, terug om sterren te kijken. Bovenaan de trap zat een groepje jongeren met muziek en drank. Ze hadden de beste plek van het eiland.

boom in de nacht

De Brandaris en de vuurtoren van Ameland schenen me een beetje bij. De boten waren verlichte stipjes op de horizon. Die nacht zag ik 3 vallende sterren. De maan was vol, rond en gaf veel licht. Ik zag mijn eigen maanlicht-schaduw en begon spontaan het liedje van Mike Oldfield te zingen. Dit is dus zo’n cadeau wat je krijgt als je gaat wandelen.

Volgens de hemelkalender van Dark Sky Terschelling was dit de ‘wilde bramenmaan’. Toepasselijk, want aan wilde bramen geen gebrek op de weg naar boven.  

De ophef over de eenzame boom begrijp ik inmiddels. Behalve het spectaculaire uitzicht en de romantische ideeën die direct ontstaan bij het aanschouwen ervan, gaat het vooral om het gevoel. Het boompje staat symbool voor Terschelling. Een intrigerend eiland wat iets in je losmaakt en waar je naar terug wil. Eenmaal thuis op de bank, denk je er met heimwee aan terug.

Één ding weet ik zeker. Ik kom terug op Terschelling en bij het boompje. Ik moet me bedwingen om niet meteen te boeken voor volgend jaar.

Meer Terschelling? Lees ook: Wadlopen en oesters en Avontuur op de Boschplaat.

Hoe bloembommen de Haagse bermen omtoveren in een bijenparadijs.

Ik liep mijn dagelijkse rondje door het altijd bruisende Den Haag en werd overvallen door de pracht van de in bloei staande, bermen.

De Haagse bermen lijken te zijn gebombardeerd met bloemen en door de mengeling van klaprozen, korenbloemen en andere bloemen (waarvan ik de naam niet weet) doen ze mediterraan aan.

Een tijdje geleden liep ik door Kijfhoek en Bierlap wat bij momenten très français voelde. Nu voelde ik me weer toerist in eigen stad.

Ik had al eens gehoord over bloembommen (bommetjes van klei, compost en zaadjes) die lukraak worden neergeworpen om kale stukken in de stad in bloei te zetten, maar van bermbommen had ik nog nooit gehoord.

Apart eigenlijk, want dat is toch precies wat het is.

Toch is de term bermbommen niet eerder geassocieerd met bermen die zijn volgeworpen met bloembommen.

Zaad- en bloembommen zijn trouwens hip. Kijk maar eens op de site van de guerrilla gardeners. Zij hebben als missie om grijze buurten om te toveren tot groene oases en zo de diversiteit van planten en dieren in de stad een boost te geven.

Zij zijn niet bang voor een bommetje hier of daar.

De romantische reus

Goed, ik sta dus regelmatig verbluft langs de kant van de weg om de bloemenpracht in de berm te bewonderen. Alsof een reus overal bosjes bloemen heeft neergezet voor zijn liefje.

Hij heeft ze natuurlijk in hartjesvorm neergezet, maar omdat wij maar kleine mensjes zijn kunnen we het grote plaatje niet zien en denken wij dat het bermen zijn, die toevallig volstaan met bloemen.

Behalve de bloemen valt me ook op dat de bermen zo hoog zijn. Tot voor kort bestonden ze uit heel kortgemaaid gras. Het heeft wel wat weg van de mode.

Vroeger was kortgeknipt en gladgeschoren in, nu moet iedereen een baard en what’s next? Zouden de kleding-mode en de berm-mode door elkaar worden beïnvloed?

Ik raakte geïnteresseerd in het fenomeen van de hoge bermen. Wie heeft dit bedacht en waarom? Ik snap dat jullie ook uit elkaar spatten van nieuwsgierigheid, dus ik zocht het op.

Bijenparadijs

Het blijkt dat het ministerie van Landbouw in 2018 de bijenstrategie (Bed and Breakfast voor Bees) bedacht. Briljante titel.

Bijen en vlinders gaan bij bosjes dood en dat is onhandig want zij bestuiven ons eten (het plantaardige deel dan). Zonder bijen geen eten, zonder eten geen mensen.

Daar moet iets aan gedaan worden dacht het ministerie van Landbouw. Ze bedachten een heleboel. Een van de ideeën is het invoeren van ecologisch bermbeheer.

Dat betekent dat bermen sinds een paar jaar niet meer kort worden gemaaid en ze worden ingezaaid. Hierdoor is er meer eten voor onze gevleugelde vriendjes en kunnen ze tussen het bestuiven in, uitrusten.  

Dit is ook nog eens financieel gunstig voor de gemeente:

“De reden dat we in eerste instantie zijn gaan stoppen met bermen maaien is vanwege bezuinigingen. Dus die volle bermen zijn het resultaat van bezuinigingen. Doordat veel gazons berm zijn geworden, zijn de kosten enorm gedaald.

De kosten voor de bloemrijke bermen zijn nu 600.000 per jaar. Terwijl als dit nog deels gazons waren geweest dan lagen de kosten op de 1,8 miljoen. Dit scheelt dus 1,2 miljoen euro per jaar.”

Zo zie je maar. Dankzij de bijen hebben we eten en hele mooie bermen op de koop toe. Daar word je toch blij van? Ik stel voor dat we bijen daarom vanaf nu blijen noemen.

Haagse bermen

Mijn vader kan ook intens genieten van onze Haagse bermen. We kunnen er uren over praten. Laatst ging dat zo:

Pa: Heb je die schitterende korenbloemen gezien in de berm bij de Vogelwijk?

Ik: Ja mooi hè?

Pa: Zo zie je ze niet vaak. Die zouden prachtig staan in mijn tuin.

Ik: Absoluut pap.

Pa: Ik denk dat ik er een paar ga uitscheppen.

Ik: Wat? Uitscheppen. Meen je dat?

Pa: Ja zeker. Ik kan ze nergens zo mooi krijgen. En ik ben al veel te laat met zaaien. Zou het erg zijn?

Ik: Nou ik denk dat het een beetje verboden is. Maar goed, die korenbloemen zouden inderdaad heel goed staan in jouw tuin. Ik snap je punt. Wel voorzichtig zijn hè? Je hebt kans dat de buurtbewoners zich afvragen wat die oudere man daar in hun berm doet, met een schep.

Hij is gegaan hoor. Maar durfde op het laatste moment toch niet te gaan scheppen. Ik vond nog een oud zakje met bloemzaadjes. Die heb ik maar in zijn tuin gezet. Wie weet groeien ze heel snel.

zoutpad bookcover

Recensie: Het Zoutpad van Raynor Winn

Nog voor ik zelfs maar dacht aan wandelen las ik boeken over mensen die het deden. De gemeenschappelijke factor? Iedereen die wandelt voelt zich gelukkig. Door dit boek wandelde ik in gedachten al voor ik het daadwerkelijk deed. Nu doe ik het en ben ik het eens met de schrijvers. Wandelen maakt gelukkig.

Boekomslag het zoutpad

Raynor Winn en haar man Moth zijn 30 jaar samen als ze binnen een paar dagen alles kwijtraken: ze verliezen hun boerderij en goedlopende B&B in Wales door een speculatieschandaal. Van de ene op de andere dag zijn ze dakloos en hebben ze geen inkomen meer. Vanaf dat moment moeten ze leven van een uitkering van 48 pond per week.

Enkele dagen daarna blijkt Moth terminaal ziek te zijn. Zijn stijfheid en pijn worden veroorzaakt door de ziekte CBD. Met de moed der wanhoop nemen ze een impulsief besluit: ze gaan het South West Coast Path lopen, een route van 1014 km langs de zuidkust van Engeland. Moth krijgt het advies van de arts om het rustig aan te doen, desondanks vertrekken ze met een rugzak met de belangrijkste dingen, een lichtgewicht tent en de kleding die ze dragen.

“[…] nu waren we op drift geraakt en we hadden geen veilige haven om naar terug te keren, terwijl we op een vlot van wanhoop door de mist ronddreven, zonder te weten waar we aan de oever zouden komen en of er nog wel een oever was.”

En toch, onder deze laag van ellende gebeurt er iets interessants. Raynor en Moth beginnen plezier te beleven, geluk zelfs, in kleine dingen: een handje versgeplukte vlierbessen, de zon op hun gezicht, een Mars-reep onderweg. Ze vinden bovenal houvast in de schoonheid van het overweldigende landschap, en de liefde voor elkaar.

“We waren over het randje van de hedendaagse beschaving gevallen in een toestand van alleen maar bestaan, overleven. […] Dat gaf niet. Niets gaf meer. Moth vulde nog steeds de lucht naast me en we waren vrij, we haalden eruit wat erin zat.”

Het wandelen doet Moth goed, hij knapt ervan op.

“Er was iets vreemds aan de manier waarop hij was weggelopen, soepel, rechtop, niet verkrampt van de pijn. Normaal. Raar.”

Uiteindelijk vindt het echtpaar over oude wegen een nieuw begin. Raynor heeft tot dat moment nog nooit een letter op papier gezet. Als verjaardagscadeau geeft ze Moth de eerste versie van Het zoutpad, haar dochter lees het en is onder de indruk.

Ze raadt haar aan het verhaal naar een uitgever op te sturen. De rest is geschiedenis. Het boek is een bestseller en won meerdere prijzen.

Een tijd geleden las ik Het zoutpad in één ruk uit. Raynor schrijft prachtig en met humor. Ik waande me de hele tocht naast hen, was vastgezogen in het boek. Ik proefde het zout op mijn lippen, voelde de wind door mijn haar en vroeg me af waar ik vanavond mijn tentje op zou zetten.

Het is een verhaal over verdriet, verlies, hoop, liefde, en geluk. Levenskunst zelfs, want hoe is het mogelijk dat je alles verliest en je toch weer een weg vindt?

Tot slot las ik in een artikel in de Volkskrant dat Raynor Winn het liefst op barefootschoenen loopt.

Ik zei toch dat ze hot zijn 😊

Benieuwd naar Raynor Winn’s tweede boek De wilde stilte? Of lees je liever iets vergelijkbaars zoals Wild van Cheryl Strayed

wandelen in je eentje

Eenzame dwaas of verlichte ziel? Een wandeling in je eentje.

“If you’re lonely when you’re alone, you’re in bad company.” 
― Jean-Paul Sartre

De mens is een sociaal dier. We bewegen ons graag in kuddes of op zijn minst in tweetallen.
Toch wandel ik met regelmaat alleen. Soms omdat de meeste kuddedieren doordeweeks werken en ik een onregelmatig schema heb. En soms wandel ik helemaal uit vrije wil alleen.

Want mensen zijn niet altijd leuk. Het kan zijn dat je mensen ontmoet, geheel per ongeluk, waar je liefst met een grote boog omheen loopt. Ik ben altijd beleefd. Knik ja en amen.

Maar van binnen ga ik langzaam dood. Sommige mensen doen dat met je. Overigens niet mensen met wie ik wandel. Die selecteer ik met zorg. Ik heb een lijstje.

Stel je namelijk voor dat je met die kakelgrage buurvrouw met vreselijk harde stem 25km moet lopen. Je kunt maar zo lang beleefd blijven, zelfs ik.

Ik bedoel maar te zeggen dat wandelen in je eentje soms echt het beste is voor iedereen.

wandelen in je eentje

Verstrikkende inwendige monologen

Als er geen goedgekeurde wandelvriend(in) voor handen is, ga ik dus alleen op pad. Nou ja, alleen… Een schizofreen is nooit alleen. Want jeetje, wat kan je toch in je eentje het druk hebben met jezelf.

Wandelen in je eentje betekent dat al je gedachtes de vrije ruimte krijgen. Ik weet niet of jij zoveel denkt als ik, maar bij mij komt een soort van non-stop kotsende stroom van gedachten voorbij.

Je zou misschien denken dat het diepe reflecties op het leven zijn, die mij tijdens een wandeling tot prachtige nieuwe inzichten en vele eureka-momenten leiden.

Ik moet je teleurstellen.

Micro-problemen

Het overgrote deel van een wandeling gaat over micro problemen.

“Zal ik nu even pauze houden?”
“Mmm… ik weet het niet. Ik ben nog maar net op weg.”
“Hoe lang moet ik nog? Wat is een goed moment om even te zitten?”
“En zal ik eerst die koek eten of eerst het broodje?”
“Hartig voor zoet Iris, hartig voor zoet.”
“Maar ik heb trek in zoet. Ik mag toch doen wat ìk wil?”
“Ja dat is ook wel waar. Doe maar eerst het koekje dan.”
“Nou ja, een broodje eerst is misschien toch beter.”
“Zal ik dan over een kwartiertje stoppen?”
“Nee, ik rek het een beetje, dat is beter.”
“Beter voor wat eigenlijk?”

Zo ben je gauw een kwartier verder. Ik kan me er dood aan ergeren. Ik wandel toch om te genieten van rust en stilte! Van natuurschoon! Om te bewegen, dichterbij mezelf te komen en de dag te plukken.

Ja, carpe fucking diem, de lijfspreuk van wandelend Nederland.

Dit alles levert vervolgens wat de Boeddhisten een second arrow noemen op: eerst keur je jezelf af en daarna keur je af dat je jezelf afkeurt.

Met die gedachte kan ik opnieuw minstens een kwartier vullen.

Laatst wandelde ik in Portugal en heb ik werkelijk het hele eerste uur besteed aan het dilemma of ik de korte of lange route zou nemen. I kid you not.

Wandelen naar verlichting is nog niet aan de orde.

wandelen in je eentje

Is er hoop voor de dwaas?

Zeker.

Na een aantal langere wandelingen ben ik er namelijk achter gekomen dat er een onzichtbare ‘grens’ is. De eerste grofweg tien kilometer worden gedomineerd door innerlijk gezwets.

Na deze grens komt er spontaan een omslag. Een stuk ontspanning treed op. Misschien wordt zelfs een gelukshormoon vrijgemaakt. Wellicht dit wat hardlopers als runners high ervaren? Ik kan dit niet met zekerheid zeggen, want ik heb sinds groep zes niet meer gerend.

Gemakshalve noem ik deze verruimende staat bij deze de walkers high. Het hoofd wordt lichter. De blik ruimer. De benen gaan vanzelf. De kortzichtige gedachten glijden zo snel af als ze aanvankelijk opkwamen.

Een roes overvalt je: een staat van zijn waarin je alles anders beleeft. Met de onmiskenbare glimlach tot gevolg. De dwaas loopt er nu dus bij als een gelukzalige dwaas.

wandelen in je eentje

Walkers high

De walkers high dwing je niet af, het dwingt jou af.

In díe roes komen de diepere reflecties en a-ha! momenten. Als een stille bezoeker, die uit een hoekje sluipt en overvalt als een gelukzalige lichtflits. Het zachte geruis van de bladeren hoor je. De voetafdrukken in de grond voel je.

Ineens zie je de waarom’s en hoe’s van je leven. Zonder te snappen, snap je het. Waarom je je ooit druk hebt gemaakt om nutteloze details is je een raadsel.

Dit zijn vaak de momenten dat ik mijn telefoon grijp om een voice berichtje naar Rachel te sturen. Want inzichten zijn er om te delen, anders zouden ze nog eens kunnen wegglippen.

Zo neem ik mijn wandelmaatje alsnog mee tijdens mijn solo-wandeling. Ze krijgt een behoorlijk onsamenhangend verhaal over de nieuwe richting van mijn leven, de Grote beslissing of diepe emotionele boe-ha gepresenteerd.

Een verhaal wat in mijn hoofd zo klaar is al een klontje, maar nog niet de juiste verwoording kent. Dit gaat gepaard met windruis, voetstappen en gehijg. Acht minuten lang. Plus nog eentje erachter aan.

Want al hardop pratend kwam ik tot nieuwe inzichten. En dan nog een laatste, echt waar, hierna stop ik. “Wanneer gaan we wandelen?” , stuurt ze terug. Want Rachel snapt het. Ze luistert geduldig naar mijn berichten, omdat ze het herkent.

Zij kent de walkers high en wil er ook weer één ervaren. Dus wandelen we binnenkort weer samen, als twee verlichte dwazen.

Shit, ik ben de weg kwijt. En nu?

Hoe vind je de weg? En moet je de weg eerst kwijt zijn voor je hem kunt vinden?

Iedere zichzelf serieus nemende wandelares komt op het punt dat ze een keer een mooie wandelroute zoekt. Onze vriend Frank heeft bijvoorbeeld prachtige routes op zijn site. Fijn, want succes is gegarandeerd. Maar hoe vind je de weg?

Dat is simpel.

Er zijn verschillende manieren. Je hebt van die kleine houten paaltjes in de grond met nummers erop die je kunt volgen.

Andere wandelingen zijn aangegeven met stickers in allerlei kleuren. Het voordeel van de paaltjes en stickers is dat je niet veel hoeft te doen, behalve opletten. Het lijkt een beetje op een speurtocht voor volwassenen.

Tot slot kun je een routebeschrijving of GPS gebruiken. Je hebt verschillende apps voor je telefoon waar je een wandeling in kunt downloaden. Soort google maps. Kind kan de was doen.

En toch hè, soms gaat het toch mis.

Je kijkt over een sticker heen, je mist een paaltje omdat het gras flink is gegroeid. Of je batterij is op en je GPS dus ook. Net als in het echt leven kan het zo zijn dat je de stickers ineens niet meer ziet.

NS wandeling Beukenburg Bilthoven Utrecht wandelachtig

Van het pad af

Je bent van het pad af. Verdwaald.

Eerst probeer je de weg terug te vinden. Het is natuurlijk lastig te zeggen waar en wanneer je hem kwijt bent geraakt, maar ineens is het zover. Het ene moment had je hem nog, het andere moment ben je hem kwijt.

Ik ben de weg een paar keer kwijt geweest in mijn leven. De eerste keer letterlijk.

Toen ik 10 jaar was mocht ik voor het eerst mee op korfbalkamp. Tijdens een spelletje moesten we ons aan het eind van de middag verstoppen in het bos.

Degene die een half uur verstopt kon blijven zonder gevonden te worden, kreeg een zakje chips als beloning. Ik kreeg thuis nooit een zakje chips. Wel veel liefde hoor, maar chips?

Ik moest dat zakje dus hebben. En geloof me, als het over eten gaat ben ik heel ambitieus.

Ik had me zo goed verstopt dat ik de weg niet meer terug kon vinden. Ik hoorde het fluitje niet eens waarmee het spel beëindigd werd.

Er ontstond paniek bij de korfballeiding toen bleek dat er een meisje minder was. Ze zochten me, maar konden me niet vinden. Dat was mijn bedoeling. Ik nam het serieus. Het leger (in de buurt aan het oefenen) werd ingeschakeld om me te zoeken.

Echt waar. Vraag maar aan mijn moeder.

Al die tijd was ik bang, maar het vooruitzicht van dat rode zakje met krakende inhoud hield me op de been. Ik liep door het bos en kwam bij een open plek waar 2 kleine tentjes stonden in camouflagekleur.

Ik durfde niet aan te ‘kloppen’ en liep door. Het werd donker, ik hoorde verderop gezang en ging op het geluid af. Het bleek een scoutinggroep te zijn. Wat een mazzel!

Want wie kan je beter helpen om je pad te vinden dan de padvinders?

De leiding was zo blij dat hun sterspeelster ongedeerd terug was en we geen nieuws item werden, dat alle kinderen een zakje chips kregen. Om te vieren dat ik weer was.

WAT? Meen je dat nou? We doen een wedstrijd en ik win met gevaar voor eigen leven en iedereen krijgt een prijs? Dat was de eerste keer dat ik ambitieus was en meteen de laatste keer.

Verdwaald

Jaren later was ik weer verdwaald. Ik zat vast in een destructieve relatie waarvan ik niet wist hoe ik eruit moest komen. Bang om te blijven en nog banger om te gaan. Gevangen in een doolhof zonder uitgang.

Jarenlang liep ik dezelfde rondjes en vond ik geen uitweg. Dit keer hoorde ik geen gezang.

In 2015 overleed het zesjarige dochtertje van mijn vriendin en maakte ik van dichtbij het verlies mee. Ik zag de leegte die het huis, het hart en het leven van mijn vriendin overspoelde.

Ik vertelde mijn dochter dat haar beste vriendinnetje er niet meer was, blies bellen op de uitvaart en besefte me bij elke moederdag, Sinterklaas en Kerst dat feestdagen donkerzwarte dagen zijn als je liefste er niet is.

Het verlies kwam in 2020 nog dichterbij toen mijn lieve nichtje van vier na een periode van ziekzijn overleed. Ik kwam grapjes met haar maken in het ziekenhuis, hield haar vast toen ze overleed en hielp haar van huis naar de begraafplaats dragen.

Weer zag ik de leegte die het leven van mijn broer en schoonzus binnen kwam rollen met golven van verdriet.

Ook nu hield ik mijn dochters hand vast toen ik haar het nieuws vertelde. Mijn liefsten waren ontroostbaar. Het verdriet niet te stelpen. Ik stond erbij en keek er naar. Volkomen machteloos.

Er ging iets kapot in mij en er zaten scheuren in mijn hart. Zij waren hun dochter kwijt en ik had die van mij nog. Maar ik was wel van het pad af, de weg kwijt.

Scheuren in je hart gaan niet meer dicht, maar zoals Leonard Cohen het zo mooi zong:

“There is a crack, a crack in everything.

That’s how the light gets in”

weg door bos met zonlicht

De weg vinden

Moet je de weg eerst kwijtraken voor je hem kunt vinden? Want als je de weg al weet, dan hoef je hem niet te vinden, toch? En waar vind je hem dan?

Soms heb je geluk en kun je op het gezang afgaan. Meestal moet je een andere weg vinden, want de oude weg is weg. Hij houdt op te bestaan. Dan moet je zoeken, overal. Ook op plekken waarvan je denkt hem zeker niet te vinden.

Misschien ga je wandelen, of moet je kruipen maar soms zie je dan toch weer een sticker en merk je ineens dat je weer op de weg loopt in plaats van ernaast.

Verlies neemt niet alleen iets weg. Het geeft je ook het besef wat echt belangrijk is in het leven. Door wat er ontbreekt, zie ik nu haarscherp wat er nog wel is. En daar krijg ik een warm hart van ♥.

coaching levenspad Pieterpad

Coaching op het levenspad

Het regende en regende tijdens mijn vier dagen Pieterpad, maar de wandeling van Rheeze naar Ommen was desalniettemin prachtig. Door bossen, langs boerderijen en een rondje door het mooie historische centrum van Ommen.

Doorweekt, maar eigenlijk nog steeds in goed humeur kwam ik ’s middags aan bij mijn B&B voor die nacht: de vier jaargetijden.

Een warm en vriendelijk onthaal door Brigitta maakte dat ik me direct thuis voelde. Dat de boekenkast een duplicaat van die van mijn moeder was, hielp daarbij.

Evenals de kleurige etnische kleedjes en diverse prullaria.

coaching Pieterpad de vier jaargetijden

Coaching

Een heerlijke verwarmende douche in een badkamer with a view en een kopje thee later, schoof ik bij Brigitte aan op de bank. Ik had namelijk vooraf een coachingsessie bij haar besproken.

Op de website las ik:
“Voor onze B&B gasten bied ik de mogelijkheid aan een gesprek te hebben waarbij we gedurende ongeveer 1 uur samen op weg gaan. We kijken naar jou, naar hoe jouw leven begonnen is.

De betekenis van je naam, de hobbels die je krijgt op je pad die uiteindelijk cadeautjes blijken te zijn om te groeien. “

Dat maakt nieuwsgierig. Ik ben niet bang voor een beetje spiriwiri-praat. Plus, het is weer eens wat anders na al dat wandelen.

Aan de hand van mijn voornaam en geboortedatum kan Brigitta me inzicht geven in wat ik heb meegekregen in mijn leven.

Blauwdruk

Iris, naast een bloem natuurlijk ook geaffilieerd met de regenboog, het oog en kleurenspectrum. Maar ook, zo weet Brigitte me te vertellen, de schakel tussen hemel en aarde. Aha, dat verklaart.

Een beetje systemisch werk en spirituele ervaringen tijdens het zwemmen met wilde dolfijnen kan me wel bekoren. Maar energetische leilijnen volgen en je voorouders in bomen herkennen, dat is me een brug te ver.

Hoofd in de wolken is prima, maar wel met de voetjes aan de grond.

We doorlopen de dierenriem (tweelingen), maar ook de Qi (onweer) en de Tzolkien (rode draak) kwamen voorbij.

Mijn ‘blauwdruk’ laat zien dat er veel kracht in me huist. Binnenkomen en opgemerkt worden. Met sterke communicatie connecties leggen. Een boem en een spuw vuur.

Mmm… ik vind mezelf nogal rustig. Ik weet niet of ik binnenkom met een boem. Meer met een zacht briesje als je het mij vraagt.

De rode draak kent de kwaliteit van oervertrouwen. Oplossingsgericht kunnen denken, innovatieve ideeën hebben en daadkracht tonen. Vind ik wel herkenbaar. Als ondernemer kan ik mijn draken-ei hier wel in kwijt.

Zoals altijd is er ook een schaduw zijde. Onvoldoende vertrouwen in financiële middelen hebben. Onderdrukte woede ervaren, waardoor oplossingen juist niet gezien worden.

Het draakje moet dus wel getemd worden.

Levenspad

Brigitta legt uit dat gebeurtenissen in ons leven het gevolg kunnen hebben dat je van je oorspronkelijke kwaliteiten verwijderd raakt. Je raakt van jezelf weg, om later in je leven te leren weer terug te komen naar wie je werkelijk bent.

We bespreken de hobbels, dilemma’s en keuzes in mijn leven. Als een goede coach betaamt, stelt ze veel open vragen en laat de thema’s die bovendrijven uit mij komen. Het wordt een mooi gesprek. Ik voel me bekrachtigd in mijn pad.

De metaforische verwijzing ontgaat je waarschijnlijk niet. Wandelpad, levenspad, het blijkt één pot nat.

lifecoaching levenspad pieterpad de vier jaargetijden

Elke stap die je neemt ga je ergens naar toe en met elke stap laat je iets achter.

Het levenspad kent vele kronkels, zijsporen en kruisingen. Er kan modder op je pad komen, los zand en asfalt. Soms ga je snel, soms tergend langzaam.

En zelfs als je van je padje afgaat, kan je de weg weer terugvinden, zo belooft Brigitte. Dat geeft moed.

Die kracht in mij kan ik goed gebruiken. Want ook voor de volgende dag is er weer veel regen voorspeld. Misschien gaat het wel donderen, hoop ik bijna. Want ik ben Iris, de godin van de regenboog, de rode draak met de energie van onweer!

Kijk maar uit dat ik je niet van je pad blaas.

Boom Shakalaka!

wandelen pijn wandelachtig

Als wandelen pijn doet

Mijn vriendin Yogadocent en ik wandelden van Woerden naar Breukelen. Een NS wandeling van een kilometer of 17. Plus 4 als je net als ons aan het eind nog even doorloopt naar het centrum voor een welverdiend terrasje.

Als je wel eens wat langer loopt dan een uurtje, weet je dat na een bepaald aantal kilometer je lichaam ergens pijn gaat doen.


Je zwakke plek komt naar boven.
Je karakter ook.

Voor de één is de zwakke schakel de knieën, voor de ander de rug of voeten. Voor mij zijn het de heupen.


Bij mij kwam mijn heup opspelen na ongeveer twaalf kilometer onderweg te zijn. Ik merkte dat ook vriendin Y. wat langzamer ging lopen.

“Begin jij ook ergens last van te krijgen? Ik krijg echt pijn in mijn heupen nu.”

“Mmm”, antwoordde ze, “ik voel ook dat er van alles wordt losgeschud. Lekker.”

Ik: “…”

Losgeschud? Lekker?


Het ontging me niet dat ze het woord ‘pijn’ niet eens gebruikte.

Dat terwijl bij nadere ondervraging naar haar symptomen , het voor mij gewoon pijn zouden heten. Tja, daar is ze yogadocent voor natuurlijk. De holistische benadering. Het zou irritant zijn als ik niet geïntrigeerd was.

Ik probeerde het. Het is geen pijn, mijn heup wordt lekker los gemaakt. Bij elke stap die ik neem ontvang ik als het ware een massage.
Het hielp, een beetje in elk geval.



Het is door velen gepredikt dat emoties het gevolg zijn van gedachten.

Dus als je denkt ‘ik heb pijn’ en je gelooft die gedachte, dan is de kans groot dat je er niet blij van wordt. Anders denken maakt anders voelen. Oké, genoteerd in het wandelaarsboekje.


Maar zijn er meer manieren om om te gaan met pijntjes en kwalen tijdens een lange wandeling?

Ik zet er nog vijf voor je op een rijtje:

  1. ontspannen lopen
    Ik probeer me vaak bewust te zijn van waar ik in mijn lichaam spanning vasthoud. Kaken, knieën, bekken, schouders. Wat gespannen is breekt sneller. Nu zal je kaak niet snel breken tijdens een wandelingetje, maar het is maar een metafoor hè.
  2. grenzen bewaken
    Simpel maar doeltreffend. Als het pijn doet, stoppen. Liefdevollle grenzen stellen. Rustig aan opbouwen. Wandelen is niet bedoeld als race of haastige klus. Het ego kan er bekaaid vanaf komen, want het is niet stoer of dapper. Althans, zo zie jij het misschien. Maar vergeet niet de kracht van kwetsbaarheid hype!
  3. voorkomen is beter dan genezen
    Zo maak je voeten bijvoorbeeld sterker met barefoot schoenen. Het voorkomt tevens blaren. Rachel schreef er een informatief artikel over. Yoga, Pilates, massages: van goed voor je lichaam zorgen pluk je later de vruchten. Niet dat ik dat doe overigens, maar ik wilde het toch even kwijt.
  4. thuisblijven
    100% garantie op geen pijn tijdens het wandelen. We raden het echter niet aan, want het gaat ten koste van je levensgeluk.
  5. gewoon doorgaan
    Barrie Stevens zei het al, wij zeggen het ook. Soms moet je gewoon doorgaan. Niet zeuren, tanden op elkaar en erop vertrouwen dat er ooit een einde aan de helse wandeling komt. Wandelen is bijna altijd heerlijk. Het bevordert je humeur en maakt van een ware pessimist een voorzichtige optimist. Maar soms ben je doorweekt tot op je onderbroek, heb je je enkel verzwikt en kom je een boze boer tegen (nooit gebeurd, maar het kan hè). Dan is het gewoon kut. En dan loop je door, gewoon omdat het even niet anders kan.


    Namasté.

De wandel-date. Succes of blamage?

Stel je deze denkbeeldige situatie voor.

Je bent single en twijfelt of single-zijn bij je past. Het was een tijdje heerlijk. Lekker zelf kiezen wat je eet, welke kleur je op de muur doet en of je de afwas nu doet of pas morgen.

Alleen je eigen rondslingerende sokken tegenkomen, nooit ruzie en geld kun je, zonder overleggen, uitgeven aan wat je maar wil.

Of juist niet. Ideaal toch?

Status twijfel

Ik was single, maar ik wist niet of ik dat nog wilde zijn.

Ik leed aan statustwijfel.

Want misschien was dat alles nog wel leuker met iemand erbij. Ik wilde dus eens uitproberen of samen echt leuker is dan alleen.

Iemand vinden is lastig. In Corona-tijd iemand vinden, is gecompliceerd. Spontaan iemand tegen het lijf lopen is kansloos en dus waagde ik me in de online dating scene.

Ik ben verlegen en introvert. Ik weet niet goed wat ik tegen onbekenden moet zeggen en ik durf nooit zomaar een praatje te maken. Geen idee waarover ik dan over moet beginnen.

Dat maakt daten verdomd moeilijk.

brug water bomen

Dating techniek

Ik snap ook wel dat als ik iemand wil vinden, dat ik moet praten. En daarom bedacht ik de volgende tactiek. Zoveel daten tot ik het niet meer eng vind om met vreemden te praten.

In september vorig jaar had ik een rits dates met hele verschillende mannen.

Tot mijn grote verrassing bleek het heel leuk te zijn om zomaar met iemand die je niet kent, te praten over van alles en nog wat. Het leek zelfs mijn nieuwe hobby te worden.

Normaalgesproken haakt iemand snel af als je iets stoms zegt, maar als je een date hebt dan moeten ze wel luisteren. Je hebt zeker anderhalf uur de tijd om van alles te vragen. Meestal krijg je antwoord.

Ja, ook op gekke vragen.

En zo werd elk gesprek een bijzonder. Met de een had ik het over de relativiteitstheorie van Einstein, met de ander over zijn paranormale gaven en telkens was het zo leuk dat ik vergat dat het om een date ging.

Uiteindelijk dacht ik hèm gevonden te hebben. Hij was met stip de leukste online man. Hij lachte digitaal om mijn grapjes, was oprecht geïnteresseerd en had van alles te typen. Elke dag hadden we contact en elke dag was het leuk.

We besloten elkaar te ontmoeten. De lockdown was in ere hersteld en koffie drinken op een terras zat er niet in, dus wat doe je dan?

Coronaproof daten

Een wandeldate had ik normaalgesproken nooit bedacht, maar dit leek de enige manier om elkaar te zien. We zochten een niet al te lange wandeling uit en spraken af.

Grappig om te merken hoe anders het was, dan een drankje in een café.

Hij nam de leiding en vond de weg. Het was duidelijk dat hij vaak wandelde, want hij wist hoe de paaltjes met nummers werkten.

Hij liep steeds iets te dichtbij, wat ik hinderlijk vond. Bij elke zin zei hij mijn voornaam. Ook hinderlijk. Op de foto’s die hij vooraf stuurde leek hij allang niet meer.

Tijdens het lopen heb je hele andere gesprekken dan tijdens het zitten. Je hebt het bijvoorbeeld over wat je om je heen ziet en dat maakt het gesprek veel minder geforceerd.

In plaats van vertellen over jezelf, laat je zien hoe je bent door wat je tijdens de wandeling doet. Je zit niet tegenover elkaar wat maakt dat je ook over lastige onderwerpen, makkelijker kunt praten.

Geen escape

Als het op een terras ongemakkelijk wordt, ga je gewoon even naar de wc. Tijdens een wandeling heb je geen escape.

Bij een avontuurlijk paadje waarbij we moesten springen over stenen in het water, vroeg hij of ik durfde. Ik zei ‘ja’ en waagde de sprong. Natuurlijk had ik mijn barefootschoenen aan, helaas geen waterdichte exemplaren.

Met natte voeten belandde ik aan de overkant, maar liet daar niets van merken. Ik weet zeker dat ik daarmee punten scoorde.

Het was een mooie wandeling met een duidelijk eindpunt. Onze date was daarmee ook duidelijk ten einde gekomen.

En ook dat is fijn. Je weet waar je aan toe bent.

Niet ongemakkelijk zuchten “Oh, is het al zo laat….ik moet maar eens gaan”

Alhoewel hij niet de ware is gebleken, kijk ik uit naar mijn volgende wandeldate. En al zijn de terrassen gelukkig weer open, wandelen en daten is echt een goede combi!

Ja zeggen tegen avontuur, is ja zeggen tegen geluk.

Ik kan niet goed ‘nee’ zeggen. Het heeft iets te maken met de klank van nee en vooral met de blik van de ontvanger. Dat is een probleem.

Het zorgt er namelijk voor dat ik regelmatig dingen doe die ik eigenlijk niet wil. Afspreken met die niet-zo-leuke kennis, nog een wijntje drinken terwijl ik eigenlijk naar huis wil of mijn collega helpen met een rotklus.

Ik zou vaker ‘nee’ willen zeggen, maar kan het gewoon niet goed. Normaalgesproken ga ik dan oefenen. Om het te leren dus.

Want dat is wat je doet.

Als je namelijk iets kon leren zonder te oefenen, dan is het geen leren. Dan kun je het al. Er zijn best veel dingen die ik niet kan, maar wel wil. Ik zal ze hier niet opsommen. Je kunt je er vast wel iets bij bedenken. Ik heb ook al veel geoefend, met wisselend succes en wil het eens over een andere boeg gooien.

ja zeggen tegen avontuur is ja zeggen tegen geluk

Ja zeggen

Daarom heb ik bedacht dat ik gewoon veel vaker ‘JA!’ ga zeggen. Ik heb er zelfs een Ted-talk over bekeken en werd meteen enthousiast. De vrouw in kwestie zei een jaar lang ‘ja’ tegen alles en werd gelukkig.

Ja zeggen, levert grappige taferelen op. Toen ik een enthousiaste boek review gaf aan mijn broer over een Nederlandse man die lange afstanden wandelt van Zuid naar Noord Amerika (‘Alleen’ van Tim Voors), vroeg hij me of ik ook van plan was een lange afstandswandeling te maken.

Je begrijpt het, ik loog en zei ‘ja’. Toen hij er later op terugkwam, spelde ik hem op de mouw dat ik van plan was het Pieterpad te gaan lopen.

Ooit. Na mijn pensioen, als ik tijd heb.

Hij stelde voor dan vast te gaan oefenen. Hij zei iets van: Oh leuk, zullen we een keer 40 kilometer lopen? Op dat moment had ik nog nooit meer dan 10 kilometer achter elkaar gelopen. Dat was vier maanden geleden, in januari 2021. Ook toen zei ik, weliswaar schoorvoetend, ja.

De 40 km ligt ver achter ons, er volgden meer wandelingen en meer kilometers en het meest opzienbarende was; ik vond het leuk! Ik was zo trots dat het gelukt was. Een gevoel van overwinning. En mijn hoofd was helemaal leeg.

Runners high?

Zo leeg dat ik die laatste kilometers regen helemaal niet irritant vond en mijn voeten als vanzelf bleven doorlopen. Een soort roes. Zou dit dan de befaamde runners high zijn?

Natuurlijk was ik helemaal kapot na die 40 km, de laatste 5 km liepen we door de stromende regen. Ik had het zo koud dat ik de huissleutel niet meer uit mijn zak kreeg, moest na het douchen meteen in bed gaan liggen en had giga blaren.

En toch hè, diezelfde avond stelde ik zelf voor het nog een keer te doen. Nou ja, 30 km dan want die 40 km konden we al.

ja zeggen tegen avontuur is ja zeggen tegen geluk

Briljant idee

Ik ga nog lang niet met pensioen, maar ga wel het Pieterpad lopen. De helft dan a 250 km, in september. Broer loopt een stukje mee en had nog een briljant idee.

Zullen we dan in een tent slapen? Op een natuurcamping? En zullen we de tent, de slaapzak en het matje dan bij onze spullen in de rugzak doen? Zodat we die met ons mee kunnen zeulen.

Serieus.

Het Pieterpad heeft een eigen website, waar de hele route is uitgestippeld en je kunt kiezen in hoeveel etappes je wilt lopen. Voor ieder wat wils en het mooie is, ze hebben er een uitgebreide lijst van B&B’s bij gedaan.

Van die hele leuke, waar ze op je wachten met een fles wijn of een hot-tub in de tuin. Waar ze voor je koken ’s avonds of je halen en brengen naar een bepaald punt in de route. Iris liep al een stukje. Lees haar Pieterpad avontuur.

Als je het lief vraagt, brengen ze je misschien wel van start naar finish. Mij niet dus, want ik zei ‘JA!’ tegen de tent.

Gewoon omdat ik geluk zoek en hoop dat ik het in de tent vind.