Wildpluk op het Pieterpad met een bijzondere vrouw

Met moeite reik ik naar voren, mijn dampende kop thee bijna omstotend. “Mag baver?”. “Nee, wel bever. Of Haver.”, imiteert mijn moeder zoals oma het gezegd zou hebben. We schateren het uit van het lachen. Het is een standaard ritueel na het eten: een potje Scrabble.

De stoel bij de haard is voor mij. Ik word in de watten gelegd. Ik heb dan ook dertig kilometer gelopen vandaag. Voor sommigen is dat misschien niet zo bijzonder. Voor mij staat het gelijk aan het winnen van een gouden medaille op de Spelen. Onwaarschijnlijk. Ook dat het nog eens gebeurt, dus hier ga ik de rest van mijn leven op teren.

Zelfs mijn moeder is onder de indruk ervan. Dat terwijl ze op haar 75e nog moeiteloos naar Berlijn fietste. Zij gaat voor haar plezier op kano-vakantie. Het is dat mijn gezicht een soort van jongere afspiegeling van haar is, anders had ik getwijfeld of ik werkelijk haar kind was.

Mijn moeder is actief. Altijd al geweest. Als ze niet in de keuken een macrobiotische catering voor een man of twintig aan het bereiden is, woelt ze met haar handen door de aarde van haar permacultuur-tuin. Ze doet ook altijd ‘even’ iets. ‘Ik moet even iets ophalen vlakbij Groningen’. Of ‘ik had beloofd huppeldepup even te helpen met haar tuin omspitten’.

Ik doe nooit iets ‘even’ en zeker geen dertig kilometer lopen. Dus ik voel me trots.

“Wil je ook een neut?”, vraagt ze. Mijn moeder gebruikt graag ouderwetse woorden. Zoals “Wat een sof!”. Het roept een nostalgisch gevoel bij me. Ik vertrouw de neut niet, dus kies voor een glas wijn. Mijn moeder is lastig te omschrijven. Moderne hippie omvat het niet, kruidenvrouwtje ook niet. Je weet in elk geval nooit wat er borrelt in die flesjes drank van haar.

De eerste zeven kilometer van deze dag liep ze een stukje Pieterpad met me mee. Het laatste gedeelte van de etappe Schoonloo-Slee. Ze woont dichtbij en geniet zichtbaar van dit oude stuk bos, wat ze eigenlijk nog niet goed kent.

wandelen natuur wildpluk

Slow walking

“Ik loop niet meer zo snel hoor, dus we moeten het rustig aandoen Iertje.”

Dat klinkt me als muziek in de oren. Ik ben een langzame wandelaar. Het is een soort slow-walking. De trend lijkt nog niet aan te slaan, maar ik zet door.

En langzaam gaan we. Maar niet door haar trage pas of gebrek aan conditie. We komen gewoon niet ver zonder dat ze iets interessants ziet. De laatste tijd is mijn moeder namelijk in de ban van wildpluk. Wat blijkt, het bos zit vol met goodies.

“Oh kijk! Een zilverspar! Dat zie je aan de vorm van de naalden. Meestal kan je er niet bij, maar wat een geluk, hier is een tak gevallen. Je kan er heerlijke thee van zetten. Plus, het ondersteunt je bijnieren.”

Goed, dat van die bijnieren verzin ik even ter plekke, maar het had gekund. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik de helende waarde van de zilverspar ben vergeten. Het was misschien niet eens een zilverspar. Ook hierin ben ik geen kind van mijn moeder. Een gevallen tak is voor mij niets meer dan een hindernis.

De bast van een berk! Een eetbare bla-bla-bla-appel! De knopjes van een onontsproten braam!

We kwamen geen steek verder, want alles moest ook nog eens mee in mijn kleine rugzakje.


En dat gaf precies niets. Ik genoot. Met volle teugen.

We praatten over hooggevoeligheid, autisme, oordelen. Op een bankje knabbelden we aan een stukje chocola. Ik nam er twee. We groetten een paard en ze nam me op de foto.

wandelen natuur wildpluk

Een nieuwe blik

Ik leerde met andere ogen kijken naar de natuur, waar ik doorgaans lomp doorheen wals. Mijn gebrekkige kennis werd me pijnlijk duidelijk. Net als oude ambachten die verloren gaan, zal mijn moeders kennis over de heilzame werking van plant, blad en bloem niet worden overgedragen. Dat stemt me verdrietig.

Ik zou zo graag meer interesse willen hebben voor wat ze me uitlegt. Ik luister wel, maar de details blijven niet in mijn hoofd plakken. Ze vinden geen bedding in de bodem van mijn hersenpan.

Wat ik wel hoor is haar passie. Haar onuitputtelijke stroom enthousiasme voor het natuurlijke leven. Dit ontgaat mij niet. Ik sluit het in mijn hart. Ik koester het.

Kans is dat ik nooit het verschil tussen een moerbei en een vlierbes zal kennen. Maar de waarde van de kracht van de natuur voel ik wel. Net als de waarde van nieuwsgierig zijn. Het leven bekijken als door de ogen van een kind. Genieten van lekker eten, een mooi gesprek, een hobby. Leven met passie, met urgentie zelfs.

Als ik er zo bij nadenk lijk ik meer op haar dan ik aanvankelijk dacht. Deze gedachte maakt me misschien wel trotser dan die 30km.

klompenpad stilte

Stilteweekend in Horssen

Zaterdagochtend. Ik loop op een klompenpad tussen de weilanden in Horssen (Gelderland). Mijn zus loopt achter me.

We zeggen niets tegen elkaar.

Het is makkelijker om achter elkaar te lopen als je niet van plan bent te praten. Een zwanenpaar vliegt over ons heen. Ik zie ze niet alleen, ik hoor ze ook.

Zij praten wel met elkaar.

Hun vleugels maken geluid. Als ik ze niet zou zien, zou ik denken dat er een ufo boven mijn hoofd cirkelt en zich klaarmaakt om te landen.

We lopen een bos in waar de bomen al hun blaadjes hebben laten vallen. Het geeft een spookachtige sfeer. Alsof alles wat leeft gestorven is en er alleen nog botten over zijn. Naakt staan ze nu. Nog altijd trots laten ze hun takken zien.

Het klompenpad leidt verder over onverharde paadjes langs een lange dijk. We vouwen ons onder het prikkeldraad heen en stappen een weiland in. Het heeft geregend waardoor het weiland is veranderd in een zompige modderpoel.

Zonder praten is het lastig elkaar te waarschuwen.

Ik probeer een koeienvlaai te ontwijken waardoor ik in een blubberig stuk stap en zie mijn voet verdwijnen. Ik hoop dat mijn voet op tijd zal stoppen met zinken. De ander volgt en bijna verlies ik mijn evenwicht. Ik schiet in de lach. Dit lijkt op wadlopen.

Praten doen mijn zus en ik niet, maar lachen doen we uit volle borst. Mijn broek die droog is gebleven tijdens het modderbad wordt van binnenuit nat. Ouderdom komt met gebreken.

Als we terug zijn bij het kerkje slaat de bel voor de lunch. Zwijgend schuiven we uit onze met modder besmeurde schoenen, aan tafel. De andere 6 deelnemers zitten er al.

Stilteweekend horssen

Stilteweekend

Gisteren stapte ik samen met mijn zus een prachtig kerkje in Horssen binnen voor een stilteweekend. Anne-Marie zwaait hier de scepter en laat ons, na een korte uitleg, achter in stilte.

Het programma bestaat uit meditatie, yoga en een stiltewandeling. Tussendoor heb je massa’s tijd voor jezelf. Iedereen is het hele weekend stil en doet zachtjes. Telefoon, boek en muziek laat je thuis.

Een heel weekend alleen maar voor jezelf zorgen en geen contact maken met de anderen. Werner, de kok, laat 3 keer per dag de bel rinkelen voor het eten. Je hoeft niet te wachten voor je begint te eten en als je klaar bent sta je gewoon op van tafel. Zalig!

Geen sociaal gedoe. Geen moeite doen om aardig gevonden te worden of de juiste gespreksonderwerpen aan te snijden. Geen blozende wangen als je aan de beurt bent om iets te zeggen.

Geen irritatie en ergernis.

Gewoon met mensen zijn die je niet kent en ook niet zult leren kennen.

Wat een opluchting voor ongemakkelijke types zoals ik.

Alleen maar op jezelf letten. Dat zouden meer mensen moeten doen, schiet het door mijn hoofd. Even denk ik Helga te horen.

Hannie

Een hoekige vrouw van begin zestig zit naast me aan de eettafel. Ik denk dat ze Hannie heet. Omdat we niet zijn voorgesteld is dit slechts een gok.

Ze staat met de opscheplepel in haar handen, op het punt om het bord van haar overbuurvrouw vol te laden met eten.

Overbuurvrouw wil graag zelf opscheppen, maakt ze duidelijk zonder woorden en dus wendt Hannie zich naar mij.

Ik ben bezig mijn stokbroodje te besmeren met kruidenboter en wil nog geen eten, dus weiger beleefd, in stilte.

Ergernis schiet tot over mijn wenkbrauwen.

Hannie heeft niet geluisterd naar de uitleg van Anne-Marie. Heel irritant.

Na het eten schuift ze haar stoel hard over de vloer als ze de eetkamer verlaat. Iedereen schiet een stukje omhoog. Mijn nekharen incluis.

Hannie blijkt luid te zijn zelfs als ze stil is.

Ze zucht en puft, elke keer als ik naast haar zit. Ik denk dat ik haar kunstgebit hoor verschuiven in haar mond. Of ze die heeft weet ik natuurlijk niet, maar als ze er een heeft dan zou het zo klinken.

Ik probeer om alleen op mezelf te letten, al lukt dat dus niet zo goed.

Hannie stampt door de kerk en laat de deur hard in het slot vallen.

Later blijkt dat ze in de kamer naast me slaapt. Ik hoor berichtjes op haar telefoon binnenkomen. Ik denk zelfs dat ik haar hoor praten. Op dag 2 begint ze te hoesten en te rochelen.

Stilteweekend Horssen

Mediteren

Mediteren doe ik al een tijdje, een paar jaar. Ik ben ervan opgeknapt. Ik ben niet meer zo akelig tegen mijn dochter als ik weer eens op haar moet wachten of als haar kamer eruit ziet als een oorlogsgebied.

Mediteren geeft me een soort pauzeknop waarop ik kan drukken als mijn inwendige thermometer op tilt slaat. Dan kan ik de situatie aanschouwen zonder er meteen op te reageren.

De draak die dan in mijn borst zit hoeft niet meteen zijn vuur te spuwen, maar kan wachten. Soms verandert de draak daardoor in een zeepaardje, het vuur in luchtbellen. Mijn dochter vindt het zeepaardje veel leuker, onze relatie is erop vooruit gegaan.

Door meditatie zijn er soms momenten dat er geen gedachten zijn. Parels van gelukzaligheid zijn dat.

Alsof het stof neerdaalt en ik dan pas echt kan zien. Met mijn ogen dicht dus.

Inzichten vallen dan als kwartjes. Sindsdien kan ik me beter inleven in anderen en ben ik oordeellozer. Gewoon een leuker mens.

Stilteweekend Horssen

Stilte

De volgende dag zit ik weer aan de eettafel. Ik heb dorst, maar zit ver weg van het water. Hoe krijg ik het water naar me toe zonder contact te maken met mijn stilte collega’s?

Ik bedenk me dat ik het water vandaag maar oversla. Drinken kan straks ook.

Halverwege de maaltijd schuift een leeftijdsgenoot in gekleurde yogalegging me het water ongevraagd toe. De zon breekt door op haar gezicht. Ze lacht me toe. Ik begin te glimmen en voel me ontzettend gezien!

Er valt een kwartje.

Ze doet precies hetzelfde als Hannie. Ze breekt de zorg-voor-jezelf regels en de maak-geen-contact-met-anderen-regels.

Hannie is niet het probleem. Ik ben het probleem!

Compassieloos en oordeelvol. Ik schaam me.

Diep.

Hannie heeft het vast niet makkelijk. Daarom puft en zucht ze zo. Ze is een beetje onhandig, maar ze zorgt graag voor anderen. Ze gaat pas eten als iedereen zit. Dat zit in haar DNA.

Opgelucht haal ik adem. Het is duidelijk dat ik nog wat meer moet oefenen. Er zit niets anders op, ik moet hier gauw terugkomen. Niet voor mezelf, maar voor de samenleving. Dat is mijn offer.

Inwendig juich ik. De stilte is verslavend.

Wandelen met rembrandt

Wandelen met Rembrandt

Sleen – Coevorden. Etappe nummer 7 van koningsnummer Pieterpad. Eénentwintig kilometer door drassige weilanden en open mistige boerenlaantjes. Koud. Nee, guur.

Ik had er al zeven kilometer op zitten, want ik had de vorige dag mijn eindpunt niet bereikt. Uiteraard was ik niet van plan om 28 kilometer te lopen op een dag. Dat is voorbehouden aan helden. Ik daarentegen lummel maar wat aan.

Op de kaart prijkte zo op tweederde van de route het dorpje Dalerveen. Daar zou ik de bus pakken, terug naar mijn auto die ergens bij Schoonoord geparkeerd stond. Alleen was er geen bus, zo bleek. Een scala aan B&B’s, maar geen bus. Bijzonder, als je het mij vraagt. Maar niemand vroeg het mij.

Moe en teleurgesteld plofte ik neer op een bankje. Mijn oog viel op een bord, wat me vertelde dat op deze exacte plek vroeger station Dalerveen bestaan had. Wrijf het er maar in.

Dilemma’s in Dalerveen

Ik moest een beslissing nemen. Mijn benen waren moe, de weg naar Coevorden nog lang en had ik al gezegd dat het guur was?

Een dure taxi zag ik niet zitten. Liften ook niet. Ik schraapte wat heldenmoed bij elkaar en besloot door te lopen tot station Coevorden.

Mijn telefoon batterij raakte leeg. Ik had een externe lader meegenomen, maar geen kabel. Uiteraard. Nog een keuze: hoe gebruik ik mijn accu restje?

De beslissing viel voor een podcast van het Rijksmuseum. Voor een kunstenaar weet ik bedroevend weinig van kunst. Dit jaar, zo had ik me voorgenomen, zou ik mij verdiepen in kunstgeschiedenis.

Natuurlijk is Rembrandt een must, dat weet ik zelfs nog, dus startte ik de vierdelige podcast over meneer van Rijn.

Wandelen met rembrandt

Het laatste stuk van mijn monstertocht wandelde ik met Rembrandt

Dat deed goed. Ik leerde over zijn herkomst. Een molenaarszoon in een groot gezin. Alle jongens leerden een ambacht, die de toekomst van het gezin veilig kon stellen. Als jongste genoot Rembrandt van de privilege om te mogen studeren. Het duurde niet lang voordat zijn talent ontdekt was.

Is dat geen mooie samenloop van omstandigheden? Stel je nu toch eens voor, dat hij als eerste was geboren. Dan was hij molenaar geworden. Hoe zouden onze molens er dan uit hebben gezien?

Rembrandt ging in de leer, bij een middelmatige kunstenaar in Leiden. Hij studeerde om historisch schilder te worden, maar werd bekend om zijn portretten. Levensecht, vol emotie. Een spel van schaduw en licht, als nooit gezien van dit niveau.

Een schilder die wel erkend werd als genie in zijn tijd. In Amsterdam kwam hij tot zijn recht. De opdrachten stroomden binnen, hij kocht een kast van een huis en trouwde met zijn grote liefde Saskia. Samen kregen ze zoon Titus, hieronder afgebeeld in monniksdracht.

Een groepsportret van de schutters in opdracht, beter bekend als De Nachtwacht, werd in dat huis vol leerlingen gemaakt. Een meesterwerk. Op eigen wijze uiteraard. Want, zo leerde ik, een eigenwijze donder was het.

Hij schilderde op zijn manier. Dit werd niet altijd in dank afgenomen. Toen de crisis toesloeg en kunstenaars hun hoogtijdagen vaarwel moesten zeggen, koos hij nog steeds voor zijn eigen visie, in plaats van die van de opdrachtgever.

Tijden van crisis en depressie

Hij raakte alles kwijt, behalve zijn verf spullen. Die wist hij te onttrekken aan schuldeisers, zodat hij altijd nog werk kon maken. Zijn gedrevenheid kon niet worden afgenomen.

Maar voor deze nationale economische tegenslag, had Rembrandt er al een paar persoonlijke crisissen opzitten. Zijn geliefde Saskia overleed, waarschijnlijk aan Cholera. Hij raakte in een depressie.

En wat deed de beste man in het depressieve uur van zijn leven? Hij ging, jawel, wait for it: wandelen!

Toen ik dit hoorde, daar ploeterend door de Drenthse modder, maakten mijn hart en benen een klein sprongetje. Hij maakte lange wandelingen door Amsterdam en ook buiten de stad. Langs oude grachten, de natuur in. En dit legde hij vervolgens vast in landschaps- en stadsschilderingen.

Rembrandt van Rijn ging zijn depressie te lijf door te wandelen. Hij produceerde die jaren minder werk, maar ik vermoed, dat door te bewegen, hij in leven kon blijven. Zijn carrière ging op laag pitje, maar de meester in hem zou later weer opstaan.

Gesteund door zijn levensverhaal en zijn geniale werk liep ik mijn route uit. Ik voelde me stiekem een beetje verwant met hem. Hij bleek een man van vlees en bloed. Hij maakte fouten, maar kon ook liefhebben. Zijn nalatenschap is groot. Wat een zegen dat hij mocht studeren en zijn eigen weg mocht volgen. Een zegening die ik ook mag tellen.

wandelen Den Haag zee strand

Schreeuwen naar de zee

Mijn favoriete wandelplek is zonder twijfel langs zee. Misschien komt het door mijn Haagse roots, maar aan zee voel ik me thuis en laad ik op.

Vriendin D. appt me. Ze wil langskomen, want ze moet naar zee. Ik begrijp haar. De bossen van het midden van het land zijn heerlijk, maar af en toe is zeelucht onmisbaar.

We lopen door de duinen en dat is al heel mooi. In de winter wat kaal, maar met een laag ochtendzonnetje dansen de duingrassen harmonieus in het strijklicht. Soms kom je een Schotse Hooglander tegen, wat bijdraagt aan het gevoel van woeste natuur. Dit is uiteraard in perspectief te zien. In Nederland is elke vierkante meter in gebruik en wandelen we over paden.

D. is avontuurlijk ingesteld en we zoeken door het duinlandschap naar kleine paadjes, weg van de massa. Het avontuur is van korte duur, als we na een luttele vijftig meter alweer op een hoofdpad belanden. Het mag de pret niet drukken.

De magische zee stelt nooit teleur

Wanneer we de strandafslag betreden vallen we even stil.

De zee!

Het blijft een magisch gezicht. Hoe bijzonder dat de derde grootste stad van het land aan één zijde volledig door een natuurgebied omgeven is. En dan ook nog eens eentje waarvan de horizon mijlenver blinkt. Het is makkelijk om het als vanzelfsprekend te nemen. Wat het niet is dus.

Het is druk op het strand. Ondank dat het een maandagochtend in januari is. In tijden van Corona is een strandwandeling het uitje van de week geworden.

Opgelaten honden rennen achter elkaar en soms een meeuw aan. Een peuter stampt met haar laarsjes in het zeeschuim. Een vrouw op leeftijd maakt een foto van de golven en haar man op zijn beurt weer een foto van haar. Een dappere man loopt naakt de koude zee in. Kitesurfers genieten van de sterke wind.

Er is genoeg te zien.

wandelen Den Haag zee strand

Schreeuwen naar de zee

We lopen zuidwaarts, richting Kuikduin. Tegenwind, maar dat is niet erg.

Op een gegeven moment vraagt D. me of ik wel eens naar de zee heb geschreeuwd. Dat is in, verklaart ze. Bij de laatste trends denk ik meer aan Netflix series en Gin & Tonics, maar goed.

Ik kijk haar argwanend aan. Waarom zouden we dat doen? Het lucht op en geeft een dosis energie, legt ze me uit. Klinkt fijn, maar wat met al die mensen?

Als het even rustig is om ons heen, grijpt ze haar kans. Ze trekt zachtjes aan mijn mouw. Uiteraard wacht ik af tot zij begint. Dan besef ik me dat ik haar niet alleen kan laten roepen, dus lucht ook ik mijn longen uit over het geluid van de branding. Ze heeft gelijk. Behalve een totaal oncomfortabel gevoel, geeft het inderdaad een boost.

De zee geeft en de zee neemt

Wandelen langs zee heeft een haast therapeutische werking. De zee heeft iets geruststellends. De golven blijven maar komen, als vanzelf, met het getij als contante factor. De wind blaast je hoofd leeg.

Naast land en levens, neemt de zee ook je zorgen. De ritmische slag van de golven hebben iets hypnotiserends. De meditatieve werking wordt gesteund door het geluid. Zorgen worden naar de achtergrond gedrukt om plaats te maken voor nieuw perspectief.

De zee geeft ook iets, zomaar, en dat is jodium.

Jodium is een spoorelement dat belangrijk is voor de productie van schildklierhormonen. Deze hormonen zijn nodig voor een goede groei, de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de stofwisseling. Aldus het Voedingscentrum.

Naast Jodium krijg je ook Magnesium mee aan zee. Beiden zorgen ze voor een sterker immuunsysteem en minder stress.

Wetenschappelijk onderzoek is overigens niet eenduidig over deze kwestie, maar ik wil er graag in geloven. Al is het maar omdat ik weet dat ik me na een strandwandeling bijzonder lekker voel. Een beetje geschreeuw erbij maakt het helemaal af.

zonsopgang strand opruimen

Opruim avontuur in Meyendel

Mijn broer stuurde me een inspirerend filmpje van Beau Miles, een Australische avonturier die hele aparte dingen doet en die dan filmt. In het betreffende filmpje wilde Beau laten zien hoe veel je eigenlijk kunt doen in 24 uur.

Hij besloot om in ieder geval een marathon te rennen en liep elk uur een rondje van ongeveer 2 km. In de tijd die overbleef wilde hij een hele waslijst aan klusjes doen.

Bij het eerste rondje kwam hij onderweg veel rotzooi tegen, daarom besloot bij bij het volgende rondje een tas mee te nemen om de troep op te ruimen.

Verder plantte 24 bomen, maakte een tafel, bakte brood, maakte soep, verfde de schutting, maaide het gras en deed nog veel meer klusjes die hij al heel lang had uitgesteld.

Ik laat me graag inspireren door inspirerende filmpjes.

Toen ik klaar was met het filmpje borrelde het aan alle kanten en besloot ik om na twee jaar eindelijk eens mijn slaapkamerdeur te verven en de plinten dan meteen mee te nemen.

Daarna ging ik op zoek naar andere klusjes en vroeg me af hoe mijn leven eruit zou zien als ik alles meteen zou doen i.p.v. het uit te stellen tot het echt niet anders kon. Dat beeld overweldigde me nogal.

Ik zou heel actief en fit zijn, vast ook heel succesvol. Ik werd al moe bij het idee.

Opruimen

Intussen appte ik mijn broer. We zouden namelijk gaan wandelen en ik had een idee. Een briljant idee, kan ik wel zeggen.

Ik: “Zeg, zullen we een vuilniszak meenemen op onze wandeling en dan de troep opruimen onderweg?”

Als antwoord stuurde hij een foto met daarop een papierprikker en een vuilniszak. Great minds think alike.

Hij: “Gaan we dan om 06.00 uur weg?”

Ik: “Dan is het nog donker en zien we de troep niet.”

Pfffff, daar kwam ik goed mee weg. Dacht ik. Maar nee, het was nog niet klaar.

Hij: “Hoofdlampje en klaar.”

Ik: “Ik voel geen enthousiasme opborrelen. Waarom zouden we dat doen? Ik heb vakantie! Heb je een goede reden? Overtuig me.”

Hij: “Comfortzone. Beetje à la Beau toch?”

Shit….daar ben ik gevoelig voor, voor die comfortzone.

Meyendel

Zo vertrokken we vrijdagochtend vroeg, heel vroeg, richting Meyendel. Hoofdlamp op, vuilniszak en papierprikker in de hand. Rommel opruimen tijdens het wandelen werd zomaar een avontuur.

Er was niemand op straat. En wie wel op straat was keek ons vreemd aan. De politie reed zelfs meerdere keren langs. Verdachte toestand natuurlijk, twee van die types met een hoofdlamp op. Inbrekers misschien?

We vonden van alles. Veel randjes reflectiedraad (vast van hardloopgereedschap afgevallen), een kussen, prikkeldraad, oud ijzer, lege en volle flesjes. Op beschutte plekken vonden we vooral veel papier.

Wandelaars die met hoge nood de bosjes in waren geschoten en vergeten waren hun rugzak goed in te pakken. Elke vondst werd met enthousiasme begroet. Plastic leverde bonuspunten op. Rotzooi opruimen werd schatzoeken.

We vonden roze handschoenen, een verroeste fietssleutel en een bevlekt camouflageshirt met gaten erin.

“Uh, ik hoop dat we geen bewijsmateriaal meenemen nu. Zouden dat kogelgaten zijn?”

We kwamen steeds meer mensen tegen. Eerst een verdwaalde fietser, later hardlopers en wandelaars. Twee hardlopers kwamen ons juichend en met opgeheven armen tegemoet. “Wauw wat zijn jullie goed bezig zeg! Gaaf dat jullie dit doen.”

Anderen knikten ons bemoedigend toe, maar de meesten deden net alsof ze ons niet zagen. Het is natuurlijk nog steeds Den Haag en in Den Haag is het de officiële omgangsvorm om elkaar niet aan te kijken en geen gedag te zeggen.

We liepen een heel stuk over het strand en kregen een beloning, een magische zonsopgang in roze, oranje, paars en geel.

Daarna worstelden we ons tussen duindoornstruiken met heftige punten door, die hapjes uit mijn been, maar ook uit de zak namen.

Volle vuilniszak

Het resultaat was, dat onze behoorlijk volle vuilniszak van onder scheurde en de inhoud er weer uitkwam.

Dilemma: hoe ver ga je om de wegwaaiende rotzooi, die je al had opgepakt, weer terug in de zak te krijgen?

En wat als het een wc-papiertje is, met bruine vegen? We besloten overal toch maar achteraan te gaan. Als je op avontuur bent, kun je natuurlijk geen onderscheid maken.

De zak zat vol en was vooral zwaar door het kussen wat zich vol had gezogen met water. We liepen duin op en af met zware bepakking. Het werd een beproeving. Behoeften veranderen als het lastig wordt, heb ik gemerkt.

Normaal heb ik altijd behoefte aan lekkere koffie of een stukje chocolade. Toen ik het Pieterpad liep, was het enige waar ik aan het einde van de dag ècht naar verlangde, een stoel. Ook dit keer was het geen cappuccino die op nummer 1 stond.

Het was een prullenbak. Gelukkig hebben ze die in Meyendel.

Moe maar vervuld besloten we dit avontuur. Avonturen blijken namelijk nog leuker te zijn, als je de wereld net iets mooier achterlaat als dat je hem vond.

Prik je een papiertje mee, de volgende keer?

Geluk begint ‘s ochtends vroeg

Een nieuw jaar gaat gepaard met nieuwe voornemens. Of in mijn geval, oude voornemens van de stoffige plank gehaald om een nieuwe kans te geven.

Een paar jaar terug maakte ik voor het eerst kennis met de miracle morning van Hal Elrod. Een redelijke simpele methode, die een miraculeuze verbetering van je leven belooft.

Succesvolle, slimme en knappe mensen blijken één ding met elkaar gemeen te hebben: ze hebben ingebouwde routines waar ze nimmer van wijken.

Uiteraard zijn dit geen routines van Netflix en wijn drinken. Helaas. Ik heb deze geprobeerd en moet bekennen dat dit luiheid in de hand werkt en niet de weg naar succes, dan wel geluk, versnelt.

Het intrigeert me en ik wil erin geloven, maar toch is het me (nog) niet gelukt om Elrod’s methode langdurig vol te houden. Waarschijnlijk omdat ik graag slaap en mijn mooiste bezit mijn handgemaakt veganistisch kingsized Scandinavisch bed is.

Instant geluk is makkelijk. Die kun je kopen. Het bevindt zich doorgaans in 500ml potjes in het vriesvak. Lange termijn geluk vraagt meer toewijding.

Zo ook de miracle morning.

Toewijding is voorwaarde

Hal kreeg op jonge leeftijd een auto ongeluk en belandde in coma. Hier had hij blijkbaar het licht gezien, want eenmaal eruit gevochten kwam hij op de proppen met een routine van zes gewoonten. Deze activiteiten zorgen ervoor dat je dag niet meer stuk kan. De macht ligt voor het grijpen.

Het enige wat je moet doen is op tijd je bed uit. Want de wonderlijke ochtend heeft tijd nodig. Met een uur kom je een heel eind. Zelf ben ik tevreden met een half uur. Ik ben dan ook tevreden met een half succesvol, slim en knap bestaan.

Het is niet alleen tijd, dat je ‘s morgens het bed uit drijft. Het is de mogelijkheid van een nieuwe dag creëren. Als je dag goed start, voel je je gevuld en positief. Het maakt dat je alle ontmoetingen en gebeurtenissen anders zal benaderen. Vrolijker. Minder gestresst.

De 6 life S.A.V.E.R.S.

Nou, dit zijn ze, de zes gewoonten die je leven redden. Naar eigen behoefte kun je er invulling aangeven. Als je maar elk van de zes aandacht geeft.

S.ILENCE
Meditatie, stilte, bidden. Whatever floats your boat. Als je maar stil bent.

A.FFIRMATIONS
Je vertelt jezelf wat je wilt geloven dat waar is. Bijvoorbeeld dat je je bed uitkomt. Lijkt me een mooie start.

V.ISUALIZATION
Hierbij stel je je dag voor. Wat wil je doen, voelen, zijn, ervaren?

E.XERCISE
Een blokje om, yoga stretches of aan je sixpack werken, de keuze is reuze.

R.EADING
Lees tien bladzijden uit een interessant boek per dag is het devies.

S.CRIBING
Schrijven! Je dankbaarheidslijstje, je to-do-list of flow writing, waarbij je ongegeneerd je pen over papier laat gaan.

De uitdaging van een uitdaging half aangaan

Nu vlieg ik deze handreiking aan op aangepaste wijze. Een paar keer de afgelopen week heb ik met veel plezier en minuut of veertig een aantal van de gewoonten gedaan. Het hielp. Het geeft een vol gevoel. Een lekkere start van de dag.

Je kunt leven van challenge naar challenge. Dry January, planking, intermittent fasting of 45 dagen linzen eten.

Of je doet het zoals ik wandel. Rustig aan, met mate en alles behalve hardcore.

Mijn wonderochtend wordt wonderachtig.

Mijn voornaamste voornemen voor 2022 is namelijk minder hoge eisen stellen van mezelf. Ook ik heb namelijk een Helga, al is het haar boze zus Ursula die in mijn hoofd woont. En die kan er ook wat van.

Inmiddels weet ik dat ook dit kan werken. Waar wandelen verre van ingebouwd was in mijn leven, maak ik nu vrijwel dagelijks een wandeling van minimaal een uur. Juist door niet de druk erop te zetten, maar door te gaan naar behoefte.

Hard van stapel lopen maakt dat je op een gegeven moment gewoon stopt met lopen. De Mount Everest beklim je in etappes, niet in een keer.

Ik ben er stiekem best trots op, dat ik het niet direct voluit doe. Valkuilen liggen op de loer, zoals laatst:

“Rachel, help! Ik heb al een tijd geen lange dagwandeling gemaakt. En we schrijven voor een wandelsite. Ik ben mislukt!”

“Nee, IertjePiertje, dat is juist de bedoeling. We zijn luie mensen die tegen de verwachting n in bij tijd en wijlen gaan wandelen. Je doet het juist goed!”

Heel langzaam sijpelt een nieuwe gewoonte in mijn leven. Die van zacht zijn voor jezelf. Toestaan dat ik niet perfect ben. Dat ook ik niet alles kan. Dat dat ook niet de bedoeling is misschien.

Dus vanmorgen sliep ik uit. Zolang ik wilde. Rond tienen kroop ik uit bed. Geen miracle morning routine vandaag. Wel dit geschreven. Is ook wat waard. Morgen is er weer een dag.

Terugblik: 2021, wat een jaar!

In januari vorig jaar had ik nooit meer dan 10 kilometer achter elkaar gelopen. In diezelfde maand borrelde het verlangen op om het Pieterpad te lopen en in plaats van uitstellen, zoals ik de meeste dingen in mijn leven doe, plande ik.

Ja inderdaad, onder de nodige druk.

Oefenen met lange afstanden leek slim, mijn eerste 40 kilometer wandeling volgde een maand later. Het was een ware lijdensweg, maar het lukte. Ik had zeker een week nadien nog spierpijn en verloor mijn eerste teennagel ooit.

Toch was dat het allemaal waard, want ik voelde me zo stoer dat ik zeker 10 centimeter groeide.

Ik wandelde in de winter, door een berg sneeuw, bij temperaturen onder nul. Het was prachtig om te zien hoe al het bekende bedekt werd onder een witte laag en er daardoor nieuw uitzag.

Schaatsen

Langs bevroren vijvers waar mensen in grote getalen aan het schaatsen waren of met sleeën de heuvel afgleden. Door de lockdown waren de schaatsen niet aan te slepen, de sleeën uitverkocht. Ik weet er alles van, want ik greep mis.

Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zoveel mensen tegelijk aan het schaatsen heb gezien. Een blik terug in de tijd toen er nog geen bioscopen, theaters en restaurants waren en je jezelf moest vermaken met wat er was.

Een man met een muziekinstallatie schoof rond op het ijs, intussen Hollandse hits meezingend door zijn microfoon. Alsof er weer een festival was. Thuis met gloeiend rode wangen was ik nog uren aan het nagenieten.

schaatsen

Avontuur

Met Iris liep ik in de lente in Limburg, een heuvelachtige tocht. Onze eerste wandelvakantie ooit.

We liepen van lunch, naar borrel, naar diner. Tussendoor flink omhoog zwoegend en puffend. Een geweldige combinatie als je het mij vraagt. We eindigden in Maastricht, waar we shoppend nog op diverse terrassen neerploften.

In Rhenen waar we in een overstroming terechtkwamen en daar geen genoegen mee namen.

We deden onze schoenen uit en gingen op blote voeten de strijd met het water aan. Broeken rolden we op en toen het water onze bilspleet naderde, deden we ze maar uit.

Avontuur in onderbroek.

Ik had een heel klein exemplaar aan die dag en heb heel wat wenkbrauwen zien optrekken.

Nieuw geluk

Heel Den Haag en omstreken doorkruiste ik en kwam op plaatsen waar ik nog nooit was geweest. Ik liep als het regende, toen het stormde, in de zomerhitte en in het aardedonker. Het bracht nieuwe avonturen, nieuw geluk.

Ik liep met veel verschillende mensen en ik liep alleen. Ondertussen voerde ik fantastische en kwetsbare gesprekken, vond nieuwe vrienden en mooie inzichten.

Gewoon voor het oprapen.

In september begon ik aan het Pieterpad, 250 kilometer in twee weken. Het was hel en hemel tegelijk. Ik liep tegen de beperkingen van mijn eigen lichaam aan en kreeg er tegelijk groot respect voor.

Hoe tof is dat je lichaam zichzelf herstelt, terwijl je loopt!

Geraakt werd ik door de soms oogverblindende natuur, de vriendelijkheid van vreemden en de bijzondere ontmoetingen.

Ik werd mijn eigen beste vriendin. Liep spaties tussen mijn gedachten en speling in mijn dag. Ik werd fit en zette 4.001.860 stappen, omgerekend ruim 2900 kilometer. Dat is bijna het Te Araroa pad!

Ontdekkingen

Bovenal ontdekte ik dit jaar, dat er avontuur in je achtertuin te vinden is. Aan het einde van je comfortzone.

Gewoon door te doen wat je normaal niet doet. Door je schoenen uit te trekken als de weg onder water is gelopen. Door je regenjas aan te trekken en naar buiten te gaan als het met bakken uit de hemel komt.

Door net te doen alsof je sportief bent.

Ik ontdekte ook dat je op een doordeweekse dag en zelfs in eigen stad, het gevoel kunt hebben dat je op vakantie bent. Door een charmante route te lopen in onbekend gebied.

En dat je alles wat je tegenkomt als je wandelt, ook in in je echte leven tegenkomt. Storm en zonneschijn, geluk en tegenslag. Twee kanten van dezelfde medaille want, zonder regen geen regenboog.

Lieve lezers, ik wil jullie bedanken voor het aanlezen van onze verhalen. Zonder publiek begint een schrijver niets. Omdat ik van schrijven zielsgelukkig word, is dat een groot geschenk.

Ik wens jullie een bijzonder 2022 toe vol nieuwe avonturen! Wij blijven de onze in ieder geval graag met jullie delen.

wandelen tegen depressie

Een pleidooi voor wandelcampagnes

Er is wetenschappelijk bewijs dat wandelen een voordelige invloed op depressies heeft. Na een poosje lichamelijke inspanning maakt je lichaam, gratis en voor niets, het stofje fenylethylamine aan. Dit zorgt voor een blij gevoel.

Maar er is meer!

Neurale verbindingen worden bevorderd in je hersenen. Met een beetje geluk krijg je er zelfs nieuwe cellen bij. Het maakt dus niet alleen blijer, maar ook flexibeler, creatiever en slimmer. Na een wandeling kan je perspectief op je leven gunstig veranderen.

Vooral wandelen in de natuur wordt aangeraden, vanwege de ontspannende werking. . “Elke stap en elke ademhaling hebben de mogelijkheid om de hersenen te stimuleren.”, aldus Gezonder Leven.

Het klinkt haast te mooi om waar te zijn. Wandelen biedt uitkomst. Ook als je niet depressief bent, lijkt me.

Samen tegen depressie

1 op de 5 mensen krijgt te maken met depressie. Als je rondkijkt tijdens je kerstdiner, zijn dat er minstens twee aan de tafel.

Waarom zijn er geen wandelcampagnes, meneer de Jonge?

Al bijna twee jaar waarschuw je ons met ernstige blik voor de gevaren van Corona. Binnen blijven, handen wassen en afstand houden. Hoeveel meer depressies zijn er bijgekomen?

Rachel en ik bieden ons vrijwillig aan voor een Sire clip. We doen er zelfs onze afritsbroek en buideltas voor om, als het bijdraagt.

Een hond biedt uitkomst

Met de Coronagolf kwam ook de puppygolf. En dat is zo gek nog niet. Want naast dagelijks een uur wandelen, schijnt ook een trouwe viervoeter een positief effect te hebben op je geestesgezondheid. Een kameraadje, die je altijd leuk vindt. Ook als je dat niet bent. Wonderbaarlijk, als je het mij vraagt.

Zelf heb ik er ook een. Een driepoot, gered uit het asiel van Koeweit, waar we destijds vrijwilliger waren. Wekelijks reden we vanuit de stad anderhalf uur door woeste woestijn, om een paar rondjes met verschillende honden te lopen. Op de een of andere manier kregen we altijd Titus mee. Toen het asiel moest sluiten vanwege gebrek aan financiële steun, sloten wij Taai in onze armen.

Onzeker hupte hij maandenlang achter me aan. Totdat hij in het gezin zijn plek vond en niet meer weg te denken is.

Als ik een tijdje ben weggeweest, krijg ik een enthousiast onthaal. Zelfs met één achterpoot weet hij te springen en te dansen van plezier.

De hond zorgt ervoor dat ik tenminste drie maal per dag een rondje maak. Ook als ik niet wil. En dat is het mooie eraan. Je moet, tenzij je plasjes tegen de bank niet erg vindt.

Regelmatig vervloek ik dat beest. Vooral ’s avonds laat, als ik in bed wil liggen. Als het vriest en de wind guur tegen mijn gezicht slaat. Maar ja, als ik dan loop, voel ik me blij. Hoe fijn is het om de dag met wat beweging en frisse lucht af te sluiten?

Een leeg en vrij hoofd

Bij langere wandelingen komt na een tijdje dat lekkere stofje vrij. Meestal begin ik dan te gapen. Mijn hoofd voelt leger en mijn gedachten vrijer, optimistischer wellicht.

Een hond is geen voorwaarde voor een dagelijkse wandeling, een depressie overigens ook niet. Voorwaarde is dat je in staat bent je schoenen aan te trekken, een lekkere wollen muts op je hoofd te zetten en gewoon gaat.

Ook als het stormt en regent. Juist dan. Met een beetje geluk stormt het dan wat minder in je hoofd.

paddenstoel

Zo gaan schimmels de wereld redden

Tijdens een weekendje weg in Brabant zag ik de docu ‘Fantastic Fungi’ op Netflix. En fantastic zijn ze! Fungi oftewel schimmels, blijken de oplossing te zijn voor alles.

Schimmels zijn niet populair. Ik denk meteen aan mijn dochters broodtrommel die na de vakantie altijd uit een vergeten tas komt. De boterhammen die ik met liefde voor haar smeerde, zijn onaangeraakt retour gekomen.

De inhoud van de trommel is onherkenbaar, maar altijd groen en vacht-achtig.

Natuurlijk veroorzaken schimmels meer leed. Denk aan voetschimmel, jeukende vaginale schimmelinfecties en zwart uitgeslagen badkamerschimmel.

Ze zijn dus onaantrekkelijk. Smerig zelfs.

Schimmels zijn de recyclers van de aarde. Behalve mijn dochters boterhammen opruimen, doen ze meer. Ze breken alles wat dood is af en maken er weer voedingsstoffen van, die terug de grond in gaan.

Ze kunnen zelfs olie opruimen.

Zonder schimmels zouden we letterlijk tot aan onze nek in de poep, dode dieren en plantenresten zitten.

Mycelium

Fungi bestaan uit een heel netwerk van draden, mycelium genoemd. Die draden verbinden alle bomen ondergronds met elkaar. Het mycelium zelf zie je dus niet, maar de vruchten, paddenstoelen, zie je natuurlijk wel.

En let op, hier komt hun fantastische aspect.

Bomen communiceren met elkaar via het mycelium. Ze wisselen informatie en voedingsstoffen uit en vertellen elkaar welke plagen er op komst zijn. Zo zorgen ze voor elkaar.

Moederbomen blijven via het dit netwerk, wat ook wel Wood Wide Web genoemd wordt, contact houden met hun kinderbomen. Toch zorgen ze niet alleen voor bomen van hun eigen soort.

Als een boom dood dreigt te gaan, willekeurig van welke soort, proberen de andere bomen hem te redden door iets van zichzelf af te staan.

Boompjes die niet genoeg licht krijgen, omdat ze in de schaduw staan, krijgen bijvoorbeeld koolstof gedoneerd van een vriendelijke, collega boom.

Bomen zijn een stuk edeler dan mensen. Ze maken geen onderscheid.

Kunnen we wat van leren.

Schimmels zijn misschien een oplossing voor klimaatverandering, omdat ze koolstof absorberen en ondergronds opslaan. Ze kunnen virussen overwinnen, omdat ze constant oorlog voeren om met bacteriën en virussen voor voedsel.

Ze zorgden zelfs voor ons eerste antibioticum, penicilline!

Ook voor dieren zijn ze redders in nood. Neem de honingbij. Door honingbijen specifieke fungi te voeren, verbeterde het bijen-immuunsysteem en overleefde ze bij-pandemieën.  Het gevolg: 45.000 keer minder virus in de bijenpopulatie.

Wie weet volgt er wel een fungicampagne. Komen wij er ook nog eens van onze pandemie af.

Begrijp je mijn enthousiasme me al? Maar er is meer.

Psilocybine

Zo’n 140 soorten schimmels, de paddo’s, maken het psychedelische stofje psilocybine. Psilocybine heeft de hersenen van onze voorouders mogelijk verdrievoudigd – volgens de ‘stoned ape’-theorie.

Psilocybine zorgt voor de aanmaak van nieuwe neuronen in de hersenen en helpt bij de behandeling van Alzheimer, maar ook tegen verslaving, trauma’s, PTSS en depressie.

Niet slecht hè?

De schimmeldraden van mycelium groeien zeer dicht om elkaar heen. Deze eigenschap zorgt ervoor dat je met mycelium elke mogelijke vorm kan creëren. Het materiaal is waterdicht, vuurbestendig, CO2 neutraal en enorm sterk.

Het wordt gebruikt om bouwmaterialen van maken, je kunt je huis ermee isoleren. Het is een alternatief voor plastic en voor leer.

En misschien wel het belangrijkste van alles: zonder schimmels geen kaas, bier en wijn.

En dit is wat de wetenschap al ontdekt heeft. Maar stel je eens voor wat er allemaal nog ontdekt moet worden.

Heb ik overdreven? Zijn fungi niet fantastisch?

Paddenstoelenwandeling

De volgende ochtend liep ik door het bos en je raadt al waar ik naar op zoek was. Paddenstoelen! Ze waren er in overvloed. Ik maakte er een paddenstoelenwandeling van, verandering van spijs doet immers eten.

Jammer eigenlijk dat ik geen paddenstoelen lust.

Inmiddels ben ik fan van paddenstoelen en ik ben niet de enige. Er zijn heuse mycologische clubs.

Paddenstoelengroupies. Wie weet word ik er ook een.

En mocht je nou geen tijd of zin hebben in een boswandeling, kijk dan in ieder geval Fantastic Fungi op Netflix.

‘7 days walking’ met Ludovico Eunaudi

Vaak ben ik moe. Heel moe. Het is de chronische vermoeidheid die gepaard gaat met het moederschap. Ik neem het voor lief, net als mijn scheve teentjes.

Daarom lig ik uitgeteld op de bank. Hond is uitgelaten, dochter is geholpen met huiswerk, er ligt een min of meer gezonde maaltijd klaar in de koelkast. Ik strek mijn benen en sommeer Siri Spotify te openen. Nu denken apps tegenwoordig graag met je mee en zo werd mij Enaudi voorgesteld.

In gedachten beland ik direct in Dusseldorf, met mijn bestie Rachel, een paar jaar terug. De stad waar we als tieners ook ons schoolreisje hadden. Ik voor het eerst verliefd werd op een Duitser met Spaanse roots.

Patríck doordrenkt met Davidoff Coolwater en een immer brandend peukie in zijn rechterhand. De stad waar we ‘s avonds de alternatieve barretjes ontdekten, waar niet naar leeftijd werd gevraagd. Waar een gladde jongeman Rachel met strak gezicht vroeg “Wo hasst du deinen augen gekauft”?

De held van minimalistische muziek

We gingen bijna dertig jaar later weer samen terug. De smoezelige bar met te harde Pearl Jam ruilden we in voor het chique concertgebouw voor een optreden van minimalistisch componist Ludovico Einaudi. De titel van zijn nieuwste repertoire: “Seven days walking”. Dit was het dichts in de buurt dat wij destijds bij wandelen kwamen.

Einaudi, overigens veel minder sexy dan zijn naam doet vermoeden, speelt melodische tonen op zijn piano om bij weg te dromen. Gesteund door een klein orkest neemt hij je mee op een geruststellend avontuur. Hij scoorde hoge ogen met zijn stukken in Les Intouchables. Misschien zette hij hier wel minimalistische muziek op de kaart. Met Philip Glass dan.

Het concert was magisch.

Een muzikale levenswandeling

En daar, op mijn bank, beleefde ik zijn zeven daagse wandeltocht opnieuw.

Hij neemt je mee in het ochtend dauw. Onderweg fladderen vlinders met je mee. Koude wind schuurt langs je wangen. Voetsporen van dieren komen op je pad. Soms voelt alles samenkomen; een wereld in perfecte harmonie. Vogels zingen hun lied, op toon en in symmetrie met de natuur.

Soms vertraagt de wandelpas, soms is het zwaar. Zoals het leven een cyclus doorloopt, zo ook de muzikale wandeling. Heuvels beklimmen die zwaar vallen. Tegenslag en moeite. Om daarna met lichte tred weer af te dalen, vergezeld met nieuw perspectief.

Dichte mist, sprookjesachtig spannend. Nieuwe wegen, vergezichten en uitgestrekte velden.

Iedere dag een herhaling en toch anders.

Het Placebo-effect is goed genoeg voor mij

Ik sluit mijn ogen en wandel mee. Herinneringen drijven boven als vanzelf. Ik zie mezelf weer met dichte mist langs zee lopen, zoals ik een dag eerder deed. Ik waan mij opnieuw door de uitgestrekte bossen in het Utrechts Landschap, waar in de lente de vogels heersen. In gedachten loop ik door de heide van Drenthe. Het Pieterpad opnieuw beleefd.

Daar waar muziek en wandelen samen komen, rust ik uit, terwijl ik toch beweeg. Voor mijn hersens geen verschil, voor mijn benen wel. Het placebo effect doet zijn werking. Uitgerust en ontspannen ontwaak ik uit mijn halfslaap. Het lijkt alsof mijn wangen gloeien van de wind. Dank je wel Ludo, het was me weer een waar genoegen.