Vaak ben ik moe. Heel moe. Het is de chronische vermoeidheid die gepaard gaat met het moederschap. Ik neem het voor lief, net als mijn scheve teentjes.
Daarom lig ik uitgeteld op de bank. Hond is uitgelaten, dochter is geholpen met huiswerk, er ligt een min of meer gezonde maaltijd klaar in de koelkast. Ik strek mijn benen en sommeer Siri Spotify te openen. Nu denken apps tegenwoordig graag met je mee en zo werd mij Enaudi voorgesteld.
In gedachten beland ik direct in Dusseldorf, met mijn bestie Rachel, een paar jaar terug. De stad waar we als tieners ook ons schoolreisje hadden. Ik voor het eerst verliefd werd op een Duitser met Spaanse roots.
Patríck doordrenkt met Davidoff Coolwater en een immer brandend peukie in zijn rechterhand. De stad waar we ‘s avonds de alternatieve barretjes ontdekten, waar niet naar leeftijd werd gevraagd. Waar een gladde jongeman Rachel met strak gezicht vroeg “Wo hasst du deinen augen gekauft”?
De held van minimalistische muziek
We gingen bijna dertig jaar later weer samen terug. De smoezelige bar met te harde Pearl Jam ruilden we in voor het chique concertgebouw voor een optreden van minimalistisch componist Ludovico Einaudi. De titel van zijn nieuwste repertoire: “Seven days walking”. Dit was het dichts in de buurt dat wij destijds bij wandelen kwamen.
Einaudi, overigens veel minder sexy dan zijn naam doet vermoeden, speelt melodische tonen op zijn piano om bij weg te dromen. Gesteund door een klein orkest neemt hij je mee op een geruststellend avontuur. Hij scoorde hoge ogen met zijn stukken in Les Intouchables. Misschien zette hij hier wel minimalistische muziek op de kaart. Met Philip Glass dan.
Het concert was magisch.
Een muzikale levenswandeling
En daar, op mijn bank, beleefde ik zijn zeven daagse wandeltocht opnieuw.
Hij neemt je mee in het ochtend dauw. Onderweg fladderen vlinders met je mee. Koude wind schuurt langs je wangen. Voetsporen van dieren komen op je pad. Soms voelt alles samenkomen; een wereld in perfecte harmonie. Vogels zingen hun lied, op toon en in symmetrie met de natuur.
Soms vertraagt de wandelpas, soms is het zwaar. Zoals het leven een cyclus doorloopt, zo ook de muzikale wandeling. Heuvels beklimmen die zwaar vallen. Tegenslag en moeite. Om daarna met lichte tred weer af te dalen, vergezeld met nieuw perspectief.
Dichte mist, sprookjesachtig spannend. Nieuwe wegen, vergezichten en uitgestrekte velden.
Iedere dag een herhaling en toch anders.
Het Placebo-effect is goed genoeg voor mij
Ik sluit mijn ogen en wandel mee. Herinneringen drijven boven als vanzelf. Ik zie mezelf weer met dichte mist langs zee lopen, zoals ik een dag eerder deed. Ik waan mij opnieuw door de uitgestrekte bossen in het Utrechts Landschap, waar in de lente de vogels heersen. In gedachten loop ik door de heide van Drenthe. Het Pieterpad opnieuw beleefd.
Daar waar muziek en wandelen samen komen, rust ik uit, terwijl ik toch beweeg. Voor mijn hersens geen verschil, voor mijn benen wel. Het placebo effect doet zijn werking. Uitgerust en ontspannen ontwaak ik uit mijn halfslaap. Het lijkt alsof mijn wangen gloeien van de wind. Dank je wel Ludo, het was me weer een waar genoegen.
Soms heb ik haast. Haast die als een wervelstorm door mijn lichaam giert en me gejaagd de dag door dwingt.
Een, ongetwijfeld Taoïstische uitspraak, die ik eens hoorde luidt: ‘Als je aan het hollen bent, moet je stilstaan.’.
Stilstaan is wel het laatste wat ik wil doen als ik haast heb.
Het wandelen schiet er vanzelfsprekend bij in. Dat is inefficiënt tijdverbruik. Je kunt maar weinig doen terwijl je wandelt tenslotte.
Nu heb ik een hond, wat me verplicht om dagelijks meerdere wandelingetjes te maken. Op haastige dagen zijn die rondjes niets meer dan nog een item op mijn to-do-list. Gelukkig heb ik een bejaarde hond met drie poten. Die laat zich nog wel afschepen met een korter rondje.
Ik run twee verschillende lijsten in mijn leven: huis/kinderen en bedrijf. Zolang er nog openstaande acties naar me staren, vind ik geen rust.
Het gevoel van de laatste haal door het overgebleven taakje zetten, is onovertroffen. De slaak van verlichting is hoorbaar. Ein-de-lijk achterover leunen. Latte, Masterchef en waarom ook niet, een stukje Tony. De ultieme beloning voor het harde werk.
De inefficiëntie van efficiëntie
Er loert alleen een probleem. De lijst vult zich vanzelf aan. Het is wonderlijk. Ik hoef er niet eens moeite voor te doen. En met al dat efficiënte haastige werk van me, heb ik tijd over voor nog meer klussen!
Daar ligt de crux, venijnig en sluw. Je graaft je eigen graf. En dan klagen hè, dat je zo moe bent aan het eind van de dag.
Ik weet, om een vicieuze cirkel te doorbreken moet je iets anders doen. Alleen een idioot doet steeds hetzelfde, hopend op een andere uitkomst, ja toch Albert?
Hoe je de cirkel doorbreekt
Zo bevond ik mij afgelopen dinsdag met snelle pas en hond in het bos.
Het is koud. Ik wil eigenlijk zo snel mogelijk weer naar huis, want die muur verft niet zichzelf. Ik keer linksom huiswaarts en hondlief gaat rechtdoor.
Opmerkelijk.
Hij hupt en springt als een jonge pup. Als hij kon praten, smeekte hij me om een langer rondje.
Vooruit, grom ik, min of meer uit schuldgevoel, beseffend dat hij misschien fitter is dan ik soms zou willen.
Het hek door, richting Utrechts Landschap.
Ik weet namelijk dat de trouwe drievoeter een punt heeft.Iets moet anders. Ik heb de neiging om mijn grenzen links te laten liggen. Ik ga door tot ik letterlijk omval.
Nu moest ik het pad naar huis links laten liggen en rechtdoor gaan. Stoppen met hollen. De tegenstelling opzoeken om een doorbraak te forceren.
We lopen naar het open veld. De zon is net op. Beetje bij beetje kom ik tot mijzelf. Mijn wandelend hoofd blijkt een lichaam te hebben.
Ik voel mijn voeten weer. Onder ze bevroren blaadjes, die zo lekker knisperen als je er op staat. De mist, die magisch optrekt met dat heerlijke zachte ochtendlicht.
Daar, bij dat open veld val ik even stil. Ik kan alleen maar kijken.
Het rondje wordt steeds groter.
De winterlucht slaat zachtjes tegen mijn wangen. De zonnestralen dansen tussen de blaadjes. De ijzige hoge grassen vangen een glimp op van dit warme licht.
Het voelt nederig, om te realiseren dat de natuur er altijd is, in al haar pracht. Dat wij, mensen, maar door razen, terwijl de natuur soelaas biedt. Een ondergewaardeerd kostbaar goed, als je het mij vraagt.
De wandeling werd een uur in plaats van een kwartier. De muur verfde ik met plezier. Dat lange lijstje vol prioriteiten leek ineens nietig.
“Voor de verlichting: hout hakken en water putten; na de verlichting: hout hakken en water putten.”
Het gaat erom hetzelfde anders te doen, niet om naar heel nieuwe en andere inzichten of mystieke ervaringen op te klimmen.
(Wil Derkse, Een levensregel voor beginners; Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven.)
Weet je nog, die keer dat je 40 kilometer in een dag liep?
Acht uur lang onafgebroken wandelen. Gewoon, om te kijken of het kon. Het kon. Ik wil wel eens weten hoe je dat hebt gedaan.
Met redelijk gemak loop ik 10 kilometer. De 15 red ik ook nog zonder al teveel geklaag. Daarna gaat er van alles pijn doen. Ik krijg last van gewrichten en spieren waarvan ik het bestaan niet wist. Puffend slaag ik erin om een dagwandeling van 20 kilometer af te leggen, zoals de dagelijkse etappes van het Pieterpad. Maar daarna, daarna stokt het.
Op wilskracht, en ik geef toe, daar ben ik niet ruimschoots mee bedeeld, pers ik er nog de 25 kilometer uit. Daarna weigert mijn lichaam zich nog te verroeren. Het gaat gewoon niet meer.
Het lichaam, wat altijd deed wat ik wilde, lijkt nu een eigen wil te hebben.
Jawel, op 42 jarige leven merk ik de gevolgen van zwaartekracht, slijtage en genetische beperking.
Rachel, ik wil het niet mooier maken dan het is.
Mijn lichaam is begonnen aan de lange weg van aftakeling. Het gaat alleen maar bergafwaarts vanaf hier.
Nu is mijn vraag aan jou: moet ik dit accepteren of moet ik een strijd leveren?
Hoort dit bij het leven en dien ik het te aanvaarden? Net als rimpels en vergeetachtige momenten? Ik weet, op een dag dring ik voor in de rij bij de bakker, oud en gekrompen. Met schamel stemmetje bestel ik een zacht bolletje, dat kauwt zo makkelijk weg. Er is geen ontkomen aan, daar ben ik me van bewust.
Maar ik ben nu amper mid-life.
Kan het tij nog gekeerd, vraag ik me af.
Mijn conditie is namelijk aanzienlijk verbeterd door het wandelen. Daaraan ligt het niet. Het zijn de botten, de spieren, de pezen; de zwakte van mijn gestel.
Is het tijd om die Pilates lessen op te pakken? Eindelijk eens lid te worden van de sportschool. Mezelf naar een sterk lichaam trainen. Wellicht, als ik er dan toch ben, ook een sterke man oppikken.
Ik word er niet blij van; het vooruitzicht van een sportschool. Ik had mezelf nou net beloofd alleen te doen waar ik blij van word. Konmari je leven. Nu maakt een sterker lichaam me wel blij, alleen niet de gedachte dat ik er iets voor moet doen.
Mijn dilemma mag duidelijk zijn.
Lieve vriendin van me, schijn je wijze licht op mij.
Iris
Lieve Iris,
Wat leuk dat je schrijft en wat een dilemma inderdaad. Ouderdom en verval accepteren of er tegen vechten? Naar de sportschool voor een sterk en fit lichaam, terwijl je net als ik gewoon heel lui bent.
Het leven zit er vol dilemma’s en wat doe je ermee?
Door schade en schande ben ik erachter gekomen dat het vooral heel belangrijk is dat je de situatie accepteert zoals hij is, en precies zoals hij is.
Reinold Niebuhr bedacht in 1934 the Serenity Prayer en hij bedacht het zo goed dat deze zinnetjes nog steeds wereldwijd worden gebruikt. Het gaat zo:
God, grant me
the serenity to accept the things I cannot change,
the courage to change the things I can,
and the wisdom to know the difference.
Al is dit gebed al flink uitgewrongen en gebruikt door een ieder, het is waar. Hoe eerder je accepteert wat je niet kunt veranderen, hoe eerder je verder kunt met je leven.
Want al die tijd dat je vasthoudt, aan niet willen wat je wél hebt, sta je stil.
Accepteer wat je niet kunt veranderen
Dus lieve 42-jarige vriendin van me, accepteer dat je ouder wordt. Omarm het. Kijk met vriendelijkheid naar je grijs wordende haar, glimlach als je spieren kraken tijdens het lopen en juich als je weer een rimpel ziet.
Bekijk het eens van een andere kant. Stel je voor dat een waarzegster je 20 jaar geleden had gezegd:
“Iris, ik zie in de lijnen van je hand dat je niet oud wordt. Sterker nog ik zie dat je helemaal niet oud wordt. Niks niet, geen sikkepit. Rimpels, versleten heupen en een kunstgebit dat zit er voor jou gewoon niet in. Jij komt nooit zover.“
Zou je gelukkig zijn geweest met dat antwoord?
Het feit dat je ouder wordt, is het vieren waard. Echt!
Zoals je weet ben ik een Japanofiel en vind ik alles wat uit Japan komt übercool. Ik hecht gewoon meer waarde aan iets wat door een Japanner wordt bedacht.
Daarom was ik al fan van Marie Kondo, de opruimgoeroe, vóór ik haar boek had gelezen en alle afleveringen van haar serie had gezien.
In het Westen zijn we geobsedeerd door jeugd, perfectie en symmetrie. In Japan zien ze juist de schoonheid van ouderdom, vergankelijkheid en imperfectie en hebben ze respect voor alles wat fragiel en een beetje stuk is. Wabi Sabi gelooft dat dingen net iets mooier zijn als ze sporen van ouderdom hebben.
Japanners zijn wijze mensen.
Concluderend wens ik je de moed toe om te veranderen wat je kunt. Niet vanuit het idee dat er iets ontbreekt aan je of dat het beter kan, maar omdat je het zelf graag wil.
Omdat je gezond oud wil worden of omdat je nog zo graag de Pacific Crest Trail wil lopen met mij. Dan doe je het dus omdat je er blij van wordt.
Ik ben tien jaar. Op mijn schoot mijn meest geliefde eigendom: een wereldbol.
We gaan verhuizen naar Gabon. Vol spanning volgt mijn wijsvinger de lijn van evenaar, want daarlangs moet dit exotische land liggen. Ik stel me voor hoe het daar is. Inheemse stammen, olifanten en gorilla’s. Hutjes van leem. Hier mag ik naar toe en ik voel me er heel speciaal door.
Daarna spin ik de globe weer rond en laat mijn vinger willekeurig op een plek in de wereld vallen. Zou ik hier ook eens naartoe gaan? Hoe zou het daar zijn? Het verwondert me, maakt me nieuwsgierig. Mijn wereld is nog klein, maar ik besef dat ik onderdeel ben van iets magisch groters. Ter plekke word ik verliefd op de belofte van reizen.
En reizen heb ik gedaan. Keer op keer heb ik landen mogen ontdekken. De verwondering en nieuwsgierigheid zijn onveranderd. De bucketlist is alleen maar gegroeid.
Nederland is saai
Nederland vond ik saai. Hier is geen magie. Dit is bekend, voorspelbaar en had ik saai al genoemd? Maastricht had nog wel iets ‘buitenlands’, maar verder kwam het niet in me op ons koude kikkerlandje te ontdekken.
Tot in 2020 een pandemie alles veranderde. Het oude normaal wordt een nieuw normaal. We zijn alleen nog zoekende wat dit is. Ondertussen leven we door en proberen we de magie van het leven in andere dingen te ontdekken.
Ottolenghi profiteerde van de lockdowns en de fietsenwinkels ook.
Rachel en ik ontdekten het wandelen en wij zijn zeker niet de enige. Het blijkt een perfecte oplossing voor de opgesloten mens; sociaal contact, beweging en frisse lucht.
Inmiddels merk ik dat mijn benen onrustig worden als ik koffie doe met een vriendin. Ik ga liever een stuk wandelen. Of minstens een combinatie van de twee.
De wereld in vertraging door te wandelen
Nu heeft dit wandelen me meer gebracht dan ik aanvankelijk vermoedde. Als je loopt, dan zie je meer. De sneltreinvaart van het leven wordt vertraagd. De ochtendzon die doorbreekt door de bomen. Met een prachtige licht show als gevolg. Een fris windje op je gezicht. Oude bomen met dikke stammen en diepe wortels, die ondanks de commotie gewoon blijven staan.
De magie van de prachtige aardbol lag niet duizenden kilometers verderop. Het lag op steenworp afstand van mijn huis. Er al die jaren ondergewaardeerd klaargestaan voor mij.
Met nieuwe ogen ben ik naar mijn land gaan kijken en er steeds een beetje meer van gaan houden. Het gaat niet om de omgeving, het gaat erom hoe je ernaar kijkt. Met ogen als van een kind. Met de nieuwsgierigheid van een tienjarige. Klaar om de wereld te beleven. Vol fantasie en anticipatie.
Groene wissel wandeling Delft
Zo voelde de Groene Wissel wandeling in en rondom Delft. Ik ken Delft. Leuke stad, mooie plekjes. Maar ik zag het door nieuwe ogen.
Gewapend met een GPS route, die je voor 2,50 euro van de site kunt downloaden, verkenden we Delft. Kleine steegjes, met grote Monets, waar we anders aan voorbij waren gelopen. Oude bruggetjes en poorten. Het licht wat zo mooi op de grachtenpanden valt. Een bankje in de zon, waar we een plakje pumkpin spice cake oppeuzelden, uitkijkend op een groep roeiers die zich klaarmaakten voor een mooie dag op het water.
We namen met regelmaat een verkeerde afslag (ik houd toch meer van gemarkeerde wandelingen), maar dat gaf precies niets. De beestenmarkt, gezellig kerstachtig. De ruime Markt met de nieuwe kerk. Charmante boetiekjes en artistieke winkeltjes. We volgden de blauwe lijn op de tracker tot buiten het centrum. Een stukje Delfste Hout, door bos en langs water.
Ook saaie stukken geef ik toe, met de lawaaiige a13 als achtergrondmuziek. Deze stukken zijn nodig, om het mooie te waarderen. Of zoiets.
Avontuur zit in een klein hoekje
Nu zijn het niet de oude keien of de mooie natuur die mijn behoefte aan reizen zonodig vervult. Het zijn de momenten, die je normaliter nooit meemaakt, die kenmerkend zijn voor trips naar het buitenland. Dat wat buiten het alledaagse valt. Een nieuw perspectief brengend. Het zijn momenten die je niet kunt afdwingen.
Het is de groep tieners in Bohol, Filipijnen, die je uitnodigen te komen dansen op het strand. Het is de Cambodjaanse monnik die een uur met je praat om Engels te oefenen, in bloedheet Ankhor Wat. De zandbank in de Malediven, 360 graden omgeven door turquiose zee. Na een lange reis bij zonsondergang de zee van Koh Phi Phi inplonzen. Zwemmen in de Rode Zee en plots volledig omgeven worden door wilde dolfijnen.
In Delft, een drassig weiland oplopen, het pad versperd door koeien. Twijfelend erbij staan kijken, kunnen we hier gewoon langs? Zijn koeien eigenlijk vriendelijk? Ik bedoel, als er eentje op je gaat zitten sterf je toch een tergend langzame dood lijkt me.
Totaal onverwacht en zo ontzettend leuk. We maken een praatje met de dames, die onverstoord in de modder blijven liggen. De groothoeklens op de iPhone zorgt voor grappige taferelen.
Goed, het is wellicht minder spectaculair dan bovenstaande voorbeelden. Toch voelde het (bijna) hetzelfde. Punt is, dat je je, al is het maar een paar minuten, in een compleet andere wereld bevindt. Dat is wat mij verliefd maakte als klein meisje; de belofte van iets nieuws.
De wereld is nog net zo onontdekt. Zelfs in Nederland valt er blijkbaar nog voldoende te ontdekken. Met een beetje fantasie vind je je volgende avontuur om de hoek.
“Wat leuk, Iris, dat je het Pieterpad gaat lopen. Met wie ga je?”
“Ik ga alleen.”
“Oh.”
Ik weet niet goed of mensen mij zielig of stoer vinden, maar de meeste gesprekken verlopen dus zo.
Wij mensen doen graag dingen samen. Dat is gezellig en veilig. Iemand om mee te kletsen, het natuurpracht mee te delen en een tweezijdig schaaktoernooitje spelen onder genot van een biertje in de plaatselijke kroeg. Je kan tegen iemand aan leunen of zelf de steunpilaar zijn. Beiden voelen goed.
Toch kan ik een aardig pleidooi houden voor alleen wandelen.
1. In je eentje wandelen betekent geen anderen om je heen
Als je het Pieterpadwilt lopen, moet je eerst aan het begin zien te komen. Een trein, nog een trein en dan een bus brengen je naar het Pieterplein in Pieterburen. Alwaar je kunt beginnen met koffie en appeltaart en de verplichte foto bij ‘startpunt Pieterpad’ kunt nemen.
Welke ik beide uit principiële overwegingen oversloeg.
De bus deel je met Pieterpad-genoten. In mijn geval twee kakelende vriendinnen, een echtpaar op leeftijd, waarbij de man wat nors keek en de vrouw wat zuur en tenslotte twee jonge koppels.
In dit gezelschap naderen we de start van de tocht. Buiten zwaaien wandelaars die een uurtje eerder de bus hadden uitbundig naar ons newbies. Het lijkt verdorie wel de Efteling, sist de zure vrouw. De man naast haar gromt een beetje.
De vriendinnen naast me kakelen ongestoord door, zich niet bewust van het toeristische spektakel.
Als je alleen bent, heb je veel kans om af te luisteren. Dat is al een voordeel op zich.
“Moeten we dit hele stuk lopen vandaag? Hoe lang is dat pad? Is het hele Pieterpad geasfalteerd?”, spuit vrouw #1 van de twee paartjes in een ademteug .
Ik ben blij dat ik niet hoef te antwoorden. Ik zou niet weten waar te beginnen.
Ja, soms is alleen wandelen een zegen.
2. Je leven onder de loep
Het schijnt zo te zijn dat je tijdens lange wandelingen tot grote persoonlijke inzichten kan komen. Vooral als je dagen achter elkaar in je eentje loopt, kom je vanzelf jezelf tegen.
Je onopgeloste shit laat je namelijk niet thuis achter. Die bastard sneakt namelijk gewoon in je rugzak, om je onderweg op onverwachte momenten te confronteren.
Mijn buurvrouw vertelt over een man die ze op het Pieterpad tegenkwam. Jaren geleden was zijn vrouw overleden. Het ging desondanks goed met hem. Hij leefde door en ja, het ging prima.
Totdat hij besloot dat het een goed idee was om het Pieterpad alleen te bewandelen. Na een aantal dagen begon hij te huilen. Zomaar, uit het niets. En het hield niet meer op. Het werd een zuiverende pelgrimstocht vol tranendallen – en pieken.
Mijn rugzak werd elke dag zwaarder. Je zou denken dat je eraan went en dat je lichaam vanzelf sterker wordt. Niet dus. Het wordt zwakker.
Op dag drie vroeg ik me af waarom ik een iPad en Kindle had meegesleept. Had ik die extra kleren wel nodig? Die tube spierpijnzalf? Die chocolade reep? Het antwoord was nee, nee, nee en ja. Het had me een kilo of 3 gescheeld.
Wanneer je een uur of vijf per dag aan het wandelen bent, heb je tijd voor introspectie. Werkelijk, de innerlijke therapeut staat vanzelf op. Hoef je niks voor te doen.
Waar in mijn leven neem ik ook teveel bagage mee?
Schuldgevoel. Schaamte. Onuitputtelijk ideeën hebben voor de groei van mijn bedrijf en de neiging alles uit te willen voeren. Iedereen willen pleasen. Geen nee kunnen zeggen. Angst voor conflict. Het kan er allemaal uit.
Het antwoord kwam als vanzelf als de therapeut.
Een paar kilo lichter wandel ik door.
3. De dierenfluisteraar in je komt naar boven
Onderweg kom je gegarandeerd dieren tegen. Bij gebrek aan gezelschap ga ja vanzelf uitkijken naar een gemoedwillig beest.
Een border collie van een boer nabij Winsum begroet voorbijgangers enthousiast. Vrolijk loopt hij stukjes mee, om na een tijdje aan de haal te gaan met een nieuwe wandelaar. In mijn geval niet trouwens. Hij bleef spelen met de vrouw die honderd meter voor me liep. Het was een leuk gezicht hoe dan ook. Ik was maar gedeeltelijk jaloers.
Het valt me op dat vooral paarden mensendieren zijn. Wanneer je langsloopt, komen ze nieuwsgierig naar je toe. Ook hebben ze de neiging wel eens hun stukje van de wei met je mee te lopen. Dat is leuk.
Ik stop altijd om ze even te aaien. Terwijl ze zoeken naar een lekker hapje in mijn jas, maak ik een praatje. Ze luisteren gehoorzaam. Oordelen niet.
Ik probeer ook even met koeien te kletsen. Ze reageren afwijzend. De arrogantie.
Kleine diertjes zoek ik niet. Opgegroeid in de stad kan ik nog net een spinnetje of lieveheersbeest aan, maar kevers persoonlijk begroeten gaat mij te ver.
Graag wandel ik in de natuur. Ik vind het heerlijk om even tegen een boom aan te leunen. Toch is de echte natuurliefhebber in mij nog niet ontwaakt. Als het kruipt en kriebelt, is het voor mij vooral een teken om op te staan en door te lopen.
Grote dieren daarentegen zijn mijn vriendjes. Hoe langer ik alleen loop, hoe meer ik praat. Ik hoop niet dat je je zorgen om me maakt. Het gaat goed.
4. Lege luisterplank
Het dagelijks leven overlaadt ons met activiteiten. We proberen deballen hoog te houden. Vroeger betekende dit vooral werk, huis, kinderen. In onze rijkdom van de dag betekent het daarnaast ook nog eens jezelf sociaal, cultureel, kunstzinnig, filosofisch en wetenschappelijk onderhouden. Online cursussen en podcasts vullen deze behoefte slim op.
De lijst is lang en ik loop wanhopig achter. Er is zoveel interessants te beluisteren. Teveel eigenlijk. De keuze is reuze, maar ook daarop is wat bedacht. Je kunt digitale ezelsoortjes achterlaten en op een geschikt moment terugluisteren wat je aandacht aanvankelijk trok.
Maar wanneer komt dat moment? Wanneer heb je in godsnaam tijd voor Eckhard Tolle’s nieuwste Nieuwe Aarde praktijken? Of die online webinar over de kunst van het niet-doen? Je moet eerst niet-doen snappen, voordat je tijd hebt om de cursus te volgen. Zo is het leven niets meer dan dansen met tegenstellingen.
Dus wat is de oplossing?
Juist: tijd vrijmaken. Voor jezelf. In je uppie op pad. Oortjes in en afspelen maar.
Je komt gegarandeerd geïnspireerd terug. Met een nieuwe stapel podcasts gebookmarked, want in die ellendige pods raden ze altijd weer nieuwe niet-te-missen programma’s aan. Het leven is blijkbaar ook een carrousel die nooit ophoudt met draaien.
5. Je eigen tempo bepalen
Misschien wel de fijnste reden van allemaal. Alleen lopen is je eigen tempo bepalen. En in mijn geval is die laag. Ik word met regelmaat ingehaald door grijze koppen met stokken. Het. Kan. Me. Geen. Ruk. Schelen.
Mijn drang naar efficiëntie betekent dat ik veel tijd kan besteden met nadenken hoe ik tijd kan besparen. De contradictio in terminis is ook mij niet ontgaan.
Als ik wandel is het niets van dat. De klok is niet relevant. Het aantal kilometers per uur nog minder. Als ik voor het donker thuis ben vind ik het prima.
Ik heb tenslotte tijd nodig voor mijn dierenvrienden. En voor koffie en carrot cake onderweg. Even zitten. Paar fotootjes maken. Nog maar eens zitten. Lunchen. Oh en over plaspauzes nog niet gesproken! Ik plas vaak. Heel vaak. Gerust 6 keer op zo’n dagwandeling. Dan moet ik tussen die kruipers op mijn hurken, min of meer verschuild achter half kale bosjes.
Alleen wandelen betekent dat je zolang naar de kudde schapen met herder kan kijken als je wilt. Dat je zo lang kan uitslapen als je fijn vindt. Of juist fris als een hoentje om acht uur ‘s ochtends in de startblokken staat. In je eentje mag je alles lekker zelf besluiten, zonder je bezwaard te voelen naar je wandelmaatje.
Ja, soms is het saai. Dan mis je een compagnon om tegen aan te praten. Samen lachen om een idiote gebeurtenis. Je geluk delen. Samen wandelen is heerlijk.
Maar af en toe er alleen op uittrekken maakt dat je in een heerlijke flow komt. Los van continue input van buitenaf je eigen koers bepalen. Ik zeg: doen!
Er zijn mensen die weekendjes per keer het pad afwerken en er zijn er (een paar) die ‘m in dertien dagen doen.
Maar hoe langzaam of snel je ook gaat op jouw lange afstandswandeling, een slaapplek heb je nodig.
Ik ben persoonlijk niet vies van een beetje luxe. Ik kan wennen aan de Hiltons en Jumeirah’s op deze wereld.
“Good morning ‘mam. How is your day ‘mam? Would you prefer coffee of tea ‘mam?”
Een dik matras, fluffy kussens en een bad met vier verschillende etherische schuimen. What’s not to like?
Nu ben je als je een LAW loopt niet op zoek naar luxe. Zelfs ik niet. Dag in dag uit beweeg je je voort door landschap. Door weer en wind.
Je komt soms als verzopen kat aan bij je eindbestemming van de dag. Vuile wandelschoenen, stinkende sokken en een besmeurde broek. En dat mag. Het draagt bij zelfs. Het maakt je wandelaar en dat is cool.
Dus niks geen vijfsterrenhotel, een beetje ‘back to basics’. Dit kan nog altijd in veel verschillende gradaties. Laat je inspireren.
De tent €
Rachel en ik hebben afgesproken om in het voorjaar de laatste helft van het Pieterpad samen te lopen. Ze begon nu al over een tent.
“Iris, we gaan toch zeker wel in een tent slapen dan? Gezellig, in het groen. Wakker worden met de vogeltjes en zo.”
Ik doe alsof ik haar niet gehoord heb.
“Iertje? Een tehent?”
Ik zucht.
“Nee Rachel, we gaan niet in een tent. Dat is te koud. Maakt de rugzak te zwaar. Ik wil me staand omkleden. Ik wil zelf bepalen wanneer mijn douche klaar is. Ik wil een zacht bed.”
Ja, ik wil een heleboel merk ik al.
“Waarom zouden we in godsnaam vrijwillig verkleumen in een tent?”
“Omdat het goedkoop is”, antwoordt ze met een zelfvoldaan glimlachje.
Ik denk heel hard na. Ik sputter en spatter. Maar ik heb geen tegengas te geven. Er is niets goedkopers dan een tent. En twee weken lopen, eten en borreltjes doen kost geld.
Een alternatief, wat mij al stukken beter bevalt, is VODF, oftewel Vrienden op de Fiets. Een wat provisorisch opgezette website laat je een logeeradres vinden langs je route. Of, in het geval het adres wat verder van je pad afwijkt, is er soms haal- en breng service. Want zo zijn vrienden.
De website maakt direct duidelijk dat dit systeem niet hetzelfde is als een B&B of hotel. Mocht je denken je ontbijtwensen door te geven, word je aan de digitale schandpaal genageld. Verder is de sfeer gemoedelijk en zoals de naam doet vermoeden, gericht op de fietser. En wandelaar.
Het idee is als volgt: elke willekeurige Henk en Ingrid kunnen hun overtollige logeerkamer aanbieden tegen het vriendschappelijke prijsje van €22,50 plus toeristenbelasting. Ontbijt incluis.
Eerst word je vriend en dit kost je per jaar acht eurootjes. Vervolgens mag je inloggen en kan je op zoek naar één van de 5000 beschikbare logeeradressen. Telefonisch maak je een afspraak en na half vijf ben je welkom om neer te strijken op je bedje.
Maak niet de fout om net zoals ik te vroeg te komen. Dat zet de vriendschap onder druk.
Het is wat mij betreft een heel fijne opzet, waarbij je voordelig de nacht kunt doorbrengen, op ontspannen wijze mensen leert kennen, maar ook de privacy hebt om je terug te trekken in het geval de klik er niet is.
Plus: hoe leuk is het om bij Henk & Ingrid binnen te kijken! Van bijbels braaf tot rommelig gezellig. Het is een soort van Funda open huis, maar dan beter.
Foto: Fietserbond.nl
De trekkershut €€
Vaak gevonden op een camping of natuurgebied, een houten hutje voor de nacht. Om, zoals de naam doet vermoeden, de volgende dag weer door te trekken. Soms zeer primitief, soms luxe en hip.
Beddengoed en handdoeken zijn niet altijd inclusief, wat maakt dat de kosten kunnen oplopen.
Je kiest eentrekkershut voor de charme. Je hebt èn natuur èn comfort. Dus wie zich achter mij schaart in het anti-tent kamp, heeft hier misschien een compromis gevonden.
De hutten willen nog wel eens seizoensgebonden beschikbaar zijn. ‘s Winters gaat de camping op slot en zo ook de hut. Jammer, vinden wij, want wandelen kent geen seizoen. Dat ik dat nog eens zou zeggen.
Foto: Trekkershutten.nl
De Bed & Breakfast €€€
Persoonlijk, comfortabel en met een heerlijk ontbijt inbegrepen. Misschien zelfs wel leuker dan zo’n chique hotel. Het heeft iets huiselijks. Alsof je na een lange tocht aankomt bij je moeder. Een fris opgemaakt bedje, kopje thee en met een beetje geluk een stukje vlaai.
Ook hier is er variatie. Zo sliep ik in Groningen in een gezellig, maar ietwat smoezelig (dat is een eufemisme voor vuil) onderkomen. Een andere keer kwam ik aan in een huis waar ik niet op de witte stoelen durfde te zitten met mijn stoffige wandelbroek.
In je Bed & Breakfast zijn mogelijk ook andere gasten aanwezig, om spannende wandelverhalen mee uit te wisselen. Dit kan uiteraard ook een nadeel zijn, mocht je praatgrage Peter treffen.
Ook de B&B’s hebben vaak een haal- en brengservice. Soms zelfs van of naar een vorige / volgende etappe. Dit betekent dat je je spullen kunt achterlaten op je kamer en lichtgewicht je wandelingen kunt voltrekken.
Persoonlijk vind ik het echt aan het pelgrimsgevoel bijdragen om van plek naar plek te trekken. Elke nacht een ander bed. Steeds een nieuw gehucht in het land ontdekken. Hongerig je avondmaaltje in het lokale cafe verorberen, met een welverdiend drankje. Ja, daar word ik gelukkig van.
Een woord van ongevraagd advies
Hoe heerlijk is om te lopen zover je wilt en geen druk van eindbestemming te voelen? Geen strakke planning, maar aan het einde van de dag maar kijken waar je je hoofd neerlegt voor de nacht. Carpe diem! Living the life!
Heerlijk, maar stom.
Terwijl ik in Winsum geniet van mijn Groningse blonde, loer ik naar een koppel een tafeltje verderop. Ze bestellen net een tweede drankje, want het zit zo heerlijk hier, na een lange wandeling. Of de ober nog een overnachtingsplek weet toevallig? Hij is voorbereid en overhandigt een lange lijst met mogelijkheden.
Terwijl ik sip van mijn koele biertje, wat pretendeer te lezen, maar uiteraard de boel afluister, strepen ze mogelijkheid na mogelijkheid af. Het optimisme maakt plaats voor zorgelijkheid. De eerste scheuren in het gezellige uitje beginnen zich te vertonen.
Het is november. Het regent. Het is zo buiten het seizoen als maar zijn kan. En toch is er niets meer vrij.
Of het ze gelukt is weet ik niet. Het was niet spannend genoeg om te blijven. Nadat ik had afgerekend stapte ik met lichte tree naar buiten, op weg naar mijn vriend op de fiets, zonder fiets.
Sinds Corona is wandelen hip. Nederland is hip. Dus ga je wandelen in Nederland, doe jezelf en je vermoeide voetjes een plezier en boek ruim van tevoren een overnachting op je route. Moet je afwijken van de wandelroute, weet dan dat je bij Pieterpad Vervoer nog wel eens een vriendelijke chauffeur kan ritselen.
Ken je nog een andere overnachtingsmogelijkheid voor het ultieme Pieterpad-gevoel? We horen het graag.
Het is zondagmiddag en ik zit met een tierend kind aan tafel.
Kind #2 mag diploma rijden en krijgt Lotje toebedeeld. Het huis is te klein. Lotje staat stil of loopt te hard. Lotje doet vooral wat Lotje wil. Waarom haten ze haar zo dat ze haar geen diploma gunnen? Ze is boos. Nee, ze is razend.
Ik ben ook boos, maar om andere redenen. Waarom gunnen ze mij geen rust op mijn enige vrije dag?
We kukelen in een neerwaartse spiraal. Ik sta er bij en kijk ernaar.
Zelfmedelijden is als een warm bad waar je zachtjes in verdrinkt.
Net voordat we gezamenlijk onderdompelen besluit ik alles om te draaien. Ik neem het woord ‘uitdaging’ ietwat argwanend in de mond. Maar bij elke aanmoedigende zin groeit mijn overredingskracht.
Totdat dochterlief me zegt: “Misschien is het wel een compliment dat ik op de moeilijkste pony mag. En dan leer ik er beter van paardrijden.”
Een paar jaar geleden hotste ik mee bijMichael Pilarczyk’s‘Maximum potential’, oftewel MaxPot voor intimi. Oh yeah. We deden met een paar honderd man de Haka, leerden over gezonde leefstijl, huilden tijdens meditaties en bovenal: we ontwierpen ons mooiste leven. Een soort van Tony Robbins, maar dan net niet.
Alles is mindset. Je leven is maakbaar. Denk het, voel het en doe het. We zijn zelf onze grootste vijand. Je roadmap naar succes start met positieve gedachten.
Ondanks mijn lichte allergie, is het natuurlijk waar. Je omgeving verandert niet, je eigen beleving wel. Je collega’s veranderen niet, je oordeel over hen wel. En als alles tegenzit, heb je zelf een keuze. Berend en Gertrudesnappen dat.
Een positieve mindset inspireert. Niemand wil naast een chronische klager zitten. We lachen liever dan dat we iemand continue moeten gelijk geven hoe onrechtvaardig hun leven is. En dan niet snappen dat je Brigitte Kaandorp begint te neuriën.
We houden van positivo’s. Tenzij het nep is, dan is het gewoonweg irritant.
Foto: Thomas van der Graaf
Pieterpad in dertien dagen
Sinds mijn voornemen om het Pieterpadte lopen, ben ik lid van de Facebookgroep Pieterpad Wandelaars. Hier delen de Pieterpatters hun wel en wee. Meestal zijn het grijze pensionado’s die minstens 36 onduidelijke foto’s delen van hun etappe van de dag.
Maar op een dag stuitte ik verrast op een post van Thomas van der Graaf. Een jonge man die bijna droog mededeelde dat hij in 13 dagen het Pieterpad had gelopen (een luttele 515km) en daarmee ook nog eens een whooping €7700,- voor het KWF ophaalde.
Hoe loop je dertien opeenvolgende dagen bijna veertig kilometer dag? Inderdaad, hoe dan?
Ik belde Thomas op.
“Als je niet stopt met lopen, kom je er vanzelf.” Is het Cruijffiaanse antwoord van de Hasseltenaar.
Daar heeft de man een punt.
Doorzetten als het zwaar wordt
Alleen, wat als je lichaam pijn gaat doen? Wat als jeblarenkrijgt? Wat als je gewoonweg geen zin meer hebt? Nog steeds dezelfde vraag: hoe dan?
Het blijkt dat Thomas inderdaad een paar zware momenten heeft gehad. Al was opgeven nooit aan de orde van de dag, soms was het een kwestie van doorzetten. Over het algemeen genomen was het simpelweg een fantastische tocht.
Nu denk je misschien net als ik dat Thomas met wandelschoenen aan geboren is. Type ‘altijd buiten te vinden’. Zo eentje met afritsbroek en buideltas. Niets blijkt minder waar. Hij begon pas in januari dit jaar met wandelen.
Met een paar vrienden bedachten ze wat een gave mijlpaal het zou zijn om de Nijmeegse vierdaagse te lopen. Een monstertocht van vier dagen 50 km te voet. Samen trokken ze erop uit om te trainen. De vierdaagse werd het zoveelste afgelaste event van het jaar en daarmee haakten de vrienden ook af.
“Maar ik bleef doorlopen. Ik vond het heerlijk. Wandelen is zo lekker en ik geniet enorm van de prachtige natuur.”
Foto: Thomas van der Graaf
Wandelen voor een bijzonder doel
Er moest wel een doel komen, vond hij. Het Pieterpad is de bekendste lange afstandswandeling, dus de keuze viel op deze tocht die het land doorkruist. Toen in het voorjaar zijn geliefde oom het gevecht tegen kanker verloor, werd de motivatie sterker.
“Ik besloot te lopen voor sponsors, om geld op te halen voorKWF. Ik liep voor mezelf, maar net zoveel voor hem.”
Aangemoedigd op Instagram door het KWF geniet Thomas bekendheid op het pad. Regelmatig ontmoet hij willekeurige wandelaars die al op de hoogte zijn van zijn onderneming. Vriendelijk maakt hij praatjes onderweg, maar nooit te lang. Om de dagelijkse etappes te halen is zeven uur onafgebroken wandelen nodig.
“Sommige mensen lopen het Pieterpad in vier weken tijd, anderen doen er jaren over en hakken het pad in stukken. Ik koos er gewoon voor om in dertien etappes te lopen. Zo wilde ik het.”
Goede wandelschoenen zijn belangrijk, zo tipt hij mij, maar goede wandelsokkenmisschien nog meer. En tapen zodra blaarvormig ontstaat.
Een sterke mindset is het halve werk
Ik zoek tevergeefs naar wat drama tijdens de wandelingen. Gewoon om mezelf beter te voelen. Het is er niet. Het is een voorbeeld van een sterke mindset om je doel te behalen. Hij wilde het, hij deed het. Als het lastig werd, liep hij door. Simpel als dat.
Over een paar dagen begint mijn tocht. Ik ga op de helft van zijn tempo en toch denk ik iedere dag dat ik het niet kan. Dat ik last krijg van mijn heupen, blaren zo groot als kolen. Is het gat in mijn hiel wel voldoende genezen? Ik maak me zorgen over kou, nat, ver, alleen. Over veel.
Ik denk aan Thomas. Thomas lijkt weinig zorgen te hebben. Hij doet het gewoon en geniet intens van alles wat hij onderweg ziet.
Weer een held ontmoet in het ogenschijnlijke suffe wandelwereldje.
De touringcar bus brengt ons van vliegveld naar hotel. In het avondschemer schouw ik het eiland aan. Het lijkt me een wandelbestemming bij uitstek. Alleen ben ik hier niet om te wandelen.
Ik ben op vakantie in zonnig Lanzarote met dochters. In een matig drie sterren all-inclusive, tussen luide roodverbrande Hollanders en vadsige Britten.
De dagen blenden zich tot een. Ik hoor “Sweet Caroline” op repeat door de luidsprekers. Een twijfelachtige clown zit achter wat gillende peuters aan. Ik veeg de kruimels van een droge plak cake van mijn schoot.
Één blik op mijn dolgelukkige meiden, die voor de zesde keer vandaag in het zwembad plonzen, en ik accepteer het. Ik waardeer het zelfs. Het is heerlijk om hier te zijn. Ik ben tevreden, gelukkig en dankbaar.
De ontsnapping
Maar ik begin me wel een beetje te vervelen…
Je kan maar zoveel ijsjes eten, frisjes tappen en slonzig aan het zwembad hangen. Zelfs als je lui aangelegd bent, komt er een onvermijdelijk ‘itch’. Een stukje onrust.
Ik kijk naar mijn groeiende blubberbuikje. Me omdraaien op het bed kost al moeite.
Er moet iets gebeuren.
Ik plan zorgvuldig onze ontsnapping uit het resort.
Voor een fotografie cursus die ik volg, moet ik vlak na de vakantie een beeld in leveren. Ik werk aan een serie symbolische zelfportretten, die opgenomen worden aan zee.
Vanaf mijn zwembad bedje kan ik de zee ruiken. De afstand moet zelfs voor mijn honkvaste en ietwat lethargische kinderen te overbruggen zijn.
Wat ik vervolgens nodig heb is een lokkertje om de pre-pubers in actie te brengen.
Wanneer dochter #2 tijdens het diner (zo’n weinig geïnspireerd buffetrestaurant, need i say more?) opmerkt dat er in tegenstelling tot de lunch, zo weinig lekkers is te kiezen ´s avonds, grijp ik mijn kans.
Morgen gaan we eten in een echt restaurant! Aan de boulevard! Met een menu! En daarna gaan we foto’s maken aan zee en jullie zijn mijn speciaal geselecteerde assistenten.
Zo geschiedde.
We maken kunst
Een kleine wandeling over de boulevard brengt ons naar een plek vol rotsen. Perfect! Met misschien iets te weinig gene vind ik mijn plekje.
Ik doe een rots na.
De titel wordt: de rots in de branding ben je zelf. Vernuftig vind ik het.
We zijn alleen een beetje snel klaar. Het is van belang om de escapade te rekken, dus verzin ik nog een aantal creatieve poses, daar aan het toeristische strand.
Verderop vist een jongen met zijn opa. Een moeder wordt boos op haar zoontje omdat ‘ie niet lacht voor de foto. Een klein meisje met een veel te groot ijsje dendert voorbij.
En wij, wij maken kunst. En alles für die kunst, dus bedenk ik me dat ik met jurk en al de zee in ga.
Het is een opwelling. Ik weet niet eerlijk gezegd al lang niet meer wat ik uitbeeld, maar het lijkt me wel tof. Dat is genoeg voor mij.
Mijn bloemetjesjurk danst zachtjes in de deinende zee. De meiden schieten er op los, terwijl ik wat probeer mee te geven over perspectief en rechte horizons.
Dan voel ik een scherpe pijn in mijn voet. Welke ik negeer, want we maken kunst tenslotte.
De golven worden intenser en dochter #2 krijgt het benauwd. Ik ben ver van verdrinking af, maar klauter toch maar op het droge. Terwijl we over gladde rotsen manoeuvreren, word ik me weer bewust van de steek in mijn voet. Tot mijn schrik zie ik een klein bloedspoor achter me.
Het eerste wat door me heen schiet is: het Pieterpad! Over twee weken begin ik. Ik had er misschien wel meer naar uit gekeken dan deze zonvakantie. Ik en een rugzak, mijn eigen mini pelgrimage.
Daar sta ik, van top tot teen doorweekt. Geen handdoek of droge kleren bij me. Met een gewonde voet.
Dapper zoek ik iets om het bloeden te stelpen en vind een mondkapje. Eindelijk zie ik het nut van die ondingen in.
Druipend hink ik met een meisje aan iedere zij terug naar het hotel. De receptie helpt me aan een taxi en geen half uur later lig ik op een bedje in het medical center. “Iet ies notting”, vertelt een zuchtende stem me. Hadden ze misschien gehoopt op een echte medische uitdaging?
Ik hink enigszins beschaamd weer de taxi in. Stupid tourist, hoor ik ze in gedachten me nazeggen.
Die ‘notting’ doet anders wel verrekte pijn. In het hotel aangekomen ben ik al door de pleister gebloed. In de badkamer staar ik, in onmogelijk hoek naar een gat in mijn hiel. Het levert me als bonus een verrekte spier op.
Mijn ogen worden vochtig.
Aplausso Aplausso
Lopen zal voorlopig niet gaan. Ik dacht altijd dat mijn ogen het belangrijkst waren, als fotograaf. Maar mijn voeten zijn sinds ik met het wandelkoorts besmet ben geraakt, minstens zo belangrijk.
Een beetje bedompt sluiten we de avond af bij de bar. De bingo is net afgelopen en de karaoke begint. Ik bestel een G&T en lal mee met “Leef!”. Een Engels vrouw met een net iets te strak jurkje geeft een hilarisch valse vertolking van Ironic. De DJ roept om “applausso applausso!”.
Was ik maar hier gebleven, dan kon ik dansen op ABBA. Dan kon ik lopen. Dronken en nog wat dikker, maar met voeten zonder gaten.
Misschien liep je er regelmatig voorbij zonder op te merken, net als ik. Wandel-markeringen.
Roodwit, roodgeel, geelblauw, een gekleurde pijl of geverfde streep. Een scala van kleurtjes om je weg in te verliezen. Waar ze precies niet voor bedoeld zijn.
Wij wisten niets. Wandelen is bij toeval ontstaan in ons leven. Nooit het plan geweest.
We weten nog steeds heel veel niet, maar wat we gaandeweg ontdekken, delen we graag met je. Want wandelen brengt vreugde. Net als kerst. Maar dan zonder verplichte schoonfamilie.
Er bestaan in Nederland verschillende type wandelingen. Het principe is hetzelfde: volg de aanwijzingen en geniet. Je kunt een rondje lopen, van station tot station of een lange afstandswandeling, waarbij je maar door- en door blijft lopen en je onderweg je slaapplek vindt.
De belangrijkste soorten wandelroutes op een rij
NS-wandeling
Deze kende ik al. Dat was voor suffe mensen. Type stevige wandelschoen, afritsbroek en kort geknipt haar (dat zit zo lekker makkelijk), je kent ze wel.
Het idee is: je reist af naar een start-station. Je volgt de witte-rode vlaggetjes en eindigt, een variërend aantal kilometers later, op een ander station. Je kunt weer naar huis met de boemel.
Het grote voordeel is natuurlijk dat je geen auto nodig hebt. Goed voor het milieu en daar houden wandelaars van. Bijkomend voordeel is dat je geen rondje hoeft te lopen, om bij je auto terug te komen. En dit is leuk!
Het geeft een verrassende voldoening als je een afstand overbrugt. Zoals ik eens deed, van Woerden naar Breukelen.
Rachel en ik liepen een van onze eerste wandelingen de bloesemroute in de Betuwe. Samen met de rest van Nederland. Maar zíj, met hun grijze koppen en buideltas, liepen maar een stukje. Wíj liepen van Geldermalsen naar Leerdam. Zo onderscheid je je. Het is niet erg om daar trots op te zijn.
LAW oftewel de Lange Afstands Wandeling
Deze vinden wij leuk, hier bij Wandelachtig! Niets brengt meer rust in je leven dan dagen achter elkaar lopen. Van dorp naar dorp. Door heide en bos. Een land doorkruisen, te voet. Hoe gaaf is dat.
Ik refereerde al aan het Pieterpad, waar wij beiden al mee hebben kennis gemaakt. Deze 500 km lange wandelroute brengt je van Pieterburen naar Sint-Pietersberg. Bedacht door twee vriendinnen begin jaren tachtig. Ze vonden dat Nederland wel een LAW’tje kon gebruiken. Wij zijn ze dankbaar. Misschien verzinnen Rachel en ik er ook wel eentje ooit.
Maar er zijn er meer!Het Floris V padbijvoorbeeld, die een westelijker stuk van Nederland doorkruist. Hij is wat korter dan zijn grote broertje, maar de etappes zijn net als bij het Pieterpad zo tussen de 16 en 25km. Nu zijn die etappes uiteraard een leidraad. Je mag het helemaal zelluf weten, hoe ver je gaat op een dag, mocht je bijvoorbeeld in blaren-nood komen.
Dan hebben we nog het Maarten van Rossum pad, met een niet onbetekenende afstand van 358km. Niet vernoemd naar die cynische zoutzak van De Slimste Mens, maar naar de legeraanvoerder uit de 16e eeuw. Wie kent ‘m niet? Deze wandelroute start in Den Bosch en eindigt in Steenwijk. Hij doorkruist een aantal andere LAW’s, dus wees gewaarschuwd als je de markeringen volgt. De standaard markering voor een LAW is trouwens ook wit-rood, net als de NS, maar dan zonder het NS logootje.
Er zijn er vele meer, die ik niet allemaal zal opnoemen. Ik verwijs je graag door naar Wiki, die alles keurig op een rijtje heeft.
Eentje wil ik nog wel even benoemen, omdat ie op mijn bucket staat: het Trekvogelpad. Het langste natuurpad van Nederland, zo wordt deze neergezet. Waar Pieterpad van Noord naar Zuid gaat, gaat deze van West naar Oost. Het lijkt me dat als je beiden hebt gelopen, je Nederland wel hebt gezien. Al gaan hier natuurlijk allerlei mensen uit Zeeland en Texel protesteren.
De groene wissel
Dit klinkt heel duurzaam en geitenwollensokken. Ze schijnen erg mooi te zijn. Frankwandelt er graag. Ik moet er nog een proberen en ga dat zeker doen. Alleen wat mij tegenhoudt is het gebrek aan markeringen op de route.
Je moet hier nog ouderwets op een papiertje de beschrijvingen aflezen. Dat vind ik lastig. “Neem de derde afslag na de oude boom rechtsaf. Tegenover de verdwenen windmolen vind je een afbuigend grindpad, met aan weerszijden beuken.”
Dan ben je mij kwijt.
Het zijn mooi behapbare rondjes, tussen de 7 en 20km. Perfect voor een dagwandeling.
Ook deze variant is ingericht op het openbaar vervoer. Het start- en eindpunt is bij een treinstation of bushalte. Er zijn er maar liefst 653 van, dus in ditoverzicht vind je gegarandeerd er eentje bij je in de buurt.
Streekpaden
Eigenlijk is een streekpad een soort van het loser-vriendje van de LAW. Hij is op zichzelf dikke prima, maar waar je met een lange afstandswandeling het hele land doorploegt, beperk je je bij een streekpad een bepaalde regio. Daar is op zich niets mis mee natuurlijk.
Je hebt al een streekpad van 80km. Perfect voor een midweekje weg, inclusief gevoel van voldoening. Het langste pad bestrijkt maar liefst 350km. Not so loser anymore!
Er bestaan er 19 van, door het land verdeeld, met een geel-rode markering.
Het Krijtlandpad is een bekende, daar in het uiterste zuiden van het land. Rachel en ik ontdekten al het Heuvelland, wat dan eigenlijk weer een OV-stapper is (niet te verwarren met een NS-wandeling).
Het is daar prachtig. Alsof je je in het buitenland waant. Zeker een aanrader om het krijtland te gaan ontdekken. Bedenk wel dat dit prachtige landschap gepaard gaat met de nodige heuvels.
We mogen niet afsluiten zonder nog een paar soorten wandelingen op te noemen.
De hierboven genoemde OV-stapper, wat een leuke naam is voor afgedankte NS wandelingen.
Klompenpaden, in Utrecht en Gelderland, waarbij je vaak boerenland doorkruist. Er zijn kleintjes van een kilometer of 3 tot aan dagwandelingen van 20 kilometer.
Met Groene haltes loop je van bushalte naar bushalte. Mocht je de bus net missen, zeg maar.
Hoe je het ook wendt of keert, een excuus om erop uit trekken is er niet. Met zorg zijn er prachtige tochten uitgestippeld in ons volgebouwde landje. Soms ontbreken wat markeringen en raak je de weg kwijt. Het loopt altijd goed af.
Mijn eerstvolgende tocht wordt de start van het Pieterpad. En jij?
Ik doe altijd mijn best. Mijn stinkende best. Het is om moe van te worden.
Alles moet het liefst op orde in mijn leven. Een afgestreepte to-do-list, een schoon en opgeruimd huis, kinderen die hun groenten opeten en uiteraard een carrière.
Ook al probeer ik orde op zaken te stellen, de to-do-list groeit in plaats van slinkt. Een merkwaardig verschijnsel op zich.
Het spinnenrag hangt aan de kast. De kinderen ontwijken met doelgerichte precisie de kool en taugé in de nasi goreng. En die zes cijfers, die haal ik ook dit jaar weer niet.
Ik voel stress als mijn kleding-ketting-tas een dag langer dan voorgeschreven onderaan de trap staat. Foei, Iris!
Als ik de rondjes met de hond inkort, voel ik me schuldig. Arm beest!
Niet alles hoeft perfect hoor. Als het ook nog eens perfect zou moeten zijn, loop ik rond als een snelkookpan. Maar het moet wel gedaan.
Het is de lijst, de ‘alles wat nog moet gebeuren’ lijst, die me gehaast laat voelen.
Als ik het zomaar allemaal zou laten gaan, dan faal ik natuurlijk. Dan komt de wereld erachter wat voor een nutteloos wezen ik werkelijk ben.
Tenminste, dat zegt het slavendrijvertje in mij. Het mannetje, met snor en zwarte hoed, wat de hele dag dreigend een zweep laat knallen in de lucht.
I created a monster
Terwijl ik mopperend over het waterballet in de badkamer de zoveelste handdoek van de grond afhaal, besef ik dat ik er op deze manier ook niet bepaald leuker op word.
Als ik boos word op de vraag of ze (alweer!) ‘op de iPad / playstation / Netflix mogen?’, vraag ik me af wat ik anders had verwacht.
“Moeder, het was een drukke dag. Ik merk dat ik behoefte heb aan een rustmoment, maar ik wil dit wegdrukken door me te laten afleiden door consumptief schermgebruik. Gelukkig weet ik het net op tijd te ondervangen. Daarom trek ik me nu terug om te mediteren, al hummend op de mantra ‘ik voel me veilig, ik ben blij’.
No way in hell.
Kind 1, ijverig na school (vooruit, na haar screentime) aan haar huiswerk. Uit angst achter te lopen.
Kind 2, die pas de deur uitgaat als ze er in haar ogen piccobello uitziet. Symmetrische staartjes en afgestemde outfit volgens de laatste mode. (Zij heeft wel het mode-gen.)
Geschokt kijk ik naar twee mini-me’s.
Ook zij zijn besmet met het ‘hoge eisen fenomeen’.
Genoeg is genoeg
Ik ben het zat. Ik ben het zat om steeds te falen in een oneerlijke strijd, waarin je nooit als winnaar uit de bus kunt komen. Stress te voelen om het tekort schieten. Ik doe mijn best, maar het is nooit genoeg.
Het is een kansloze missie. Niemand tikt alle ‘boxes’ af in het leven. Dat kan namelijk niet. Want waar je één ding goed doet, laat je iets anders zitten.
Je kan niet én gezellig lang tafelen met je gezin én de was tegelijkertijd netjes vouwen. Je kan niet én uren wandelen met de hond én mega omzetten draaien op dezelfde dag. Je kan niet én een schoon huis hebben én bij zijn met Masterchef Australia.
Oh wacht, dat kan wel. Ze heet Zakia en is mijn reddende engel.
Van jezelf verwachten dat je altijd alles goed doet, is een garantie op falen.
Is dat geen leuke catch 22?
Het zou grappig zijn, als het niet zo in en in irritant was.
De slavendrijver moet dus verdreven worden. Een koekje van eigen deeg krijgen. Als ik mezelf niet meer kan redden, dan op zijn minst mijn kinderen.
Mijn strategie tot nu toe loopt vast. Dit vraagt er eentje uit de categorie ‘omdenken‘.
Waar in mijn leven doe ik niet mijn best?
Een open deur, maar ik trap hem graag in: wandelen.
Wanneer ik wandel doe ik niet mijn best. Ik kan er niet in falen. Ja, ik kan de weg kwijt raken, en dat gebeurt ook regelmatig, maar ik vind dat niet erg.
“I never get lost, I just change where I want to go. “
En zo is het ook.
Tijdens een wandeling voel ik geen druk om het juiste te doen. Er is geen juiste. Ik maak er nooit een wedstrijd van. Geen tijdsdruk. Het gaat me niet om meer kilometers. Het snelste lopen. Nee, ik voel me vrij en genoeg.
Voor de natuur hoef ik mijn best niet te doen. De natuur heeft geen oordeel en geen mening. Geen verwachting van mij. En ik niet van haar.
En daar zit volgens mij de hete angel: de verwachting.
Wandelen is geen verwachting hebben
Ik verwacht niets van het wandelen. De wandeling is wat het is. Ik bedenk me niet van tevoren allerlei scenario’s van hoe het zal zijn. Kan mij niet schelen of die blaadjes groen of bruin zijn. Of ik veel bochtjes maak of weinig. Zelfs regen deert me niet. Ik accepteer wat komt.
Het komt ook door de beweging denk ik. De stappen nemen en het licht schudden van je lichaam. Het schudt alles los. Ook je gedachten. Ook je neurotische dwang naar goed willen doen. Daar is geen plaats voor tijdens een lange wandeling.
Het is de verwachting van hoe het leven moet zijn, wat maakt dat ik niet in het leven kan zijn.
De verwachting, die zorgt ervoor dat ik moet voldoen, aan van alles en nog wat.
De to-do-list en alle eisen die ik mezelf stel, komen 100% uit mijn eigen brein. Er is geen wetboek die al die eisen stelt. Het is mijn eigen verwachting van mezelf, die de stress veroorzaakt.
Ik vraag me af of ik kan stoppen met verwachten. Of ik kan leven zoals ik wandel.
Gewoon maar zien wat de kinderen wel of niet opeten en opruimen. Me laten verrassen door wat er gebeurt als ik stop met <vul in lange lijst van dingen die ik goed wil doen>.
Het lijkt me een spannend experiment. Wie weet voor wat voor verrassingen ik kan komen staan. Wat als de wereld echt doordraait, als alles in de soep loopt?
Ik ga het proberen: de kunst van het niet-doen.
En als het niet lukt zit er maar één ding op: de godganse dag wandelen.