wadlopen oesters eten terschelling

Must do op Terschelling: Wadlopen en oesters eten.

Afgelopen zomer was ik voor het eerst op Terschelling. Nou ja, in mijn volwassen leven dan. Terschelling is een Waddeneiland in de Waddenzee.

Uh ja, waarom vertel je dat?

Nou mijn moeder is erg enthousiast over Terschelling maar over ‘het wad’ is ze simpelweg euforisch. Ze kan er uren over praten.

Ze vindt het magisch dat je op de bodem van de zee loopt, die zes uur later weer zee is. Dat je allemaal beestjes ziet, die normaal zwemmen in de zee. En dat een boot blijft steken op het zand en je er naar toe kunt lopen.

Ze vergeleek het zelfs met de ervaring van Mozes, toen God de zee voor hem spleet. Echt.

Er is ook een docu over. Over het wad dan, niet over Mozes en de gespleten zee. Je snapt het, wadlopen kon ik niet ont-lopen.

Eerlijk gezegd begreep ik het enthousiasme nog steeds niet helemaal. Natuurlijk was ik wel nieuwsgierig naar welk wonder tot nu toe voor mij verborgen was gebleven. Zou ik weer op iets als de eenzame boom in Hee stuiten?

Ik pakte het serieus aan en boekte een wadlooptocht met oesterproeverij, met gids bij Puur Terschelling. Als ik heel eerlijk ben, trokken de oesters me over de streep.

Als ik nog eerlijker ben dan boekte ik de oesters en nam de wadlooptocht op de koop toe.

wadlopen oesters eten terschelling

Wadlopen

Voor aanvang zocht ik laarzen uit. Daarna stapte ik achter de gids aan met een boel andere deelnemers in zijn kielzog.

We klommen over de dijk, slalommend tussen de schapen die de dijk kort gemaaid houden. Langs de rotsen naar beneden.

Ik was verbaasd over de stilte die daar op me lag te wachten. Opvallend omdat het hoogseizoen was en daardoor erg druk op de rest van het eiland.

De gids waarschuwde dat het eerste stukje van het wad nog weleens de consistentie van drijfzand kon hebben. Mocht je weggezogen worden, dan moest je hard roepen en kwam hij je redden.

De eerste stap die ik deed, zakte ik tot 2 centimeter onder het randje van mijn laars, het slijk in. Ik hield mijn adem in en hoopte dat ik niet verder zou zakken.

Het was de bedoeling dat ik met mijn laars het wad in zou lopen, maar het scheelde niet veel of het wad kwam mijn laars inlopen.

Het geluk was aan mijn zijde, want de inhoud van mijn laars bleef droog. Ik zag een vrouw naast me haar evenwicht verliezen en voorover vallen. Met haar neus in het wad. De gids was erg druk, maar kreeg de groep uiteindelijk op het droge.

Hij liep voorop en vertelde hele interessante dingen. Dat Zeeuwse mosselen helemaal niet uit Zeeland komen, maar voornamelijk in de Waddenzee groeien.

Nadat ze geoogst zijn worden ze afgespoeld in Zeeland en op de markt gebracht. Vanaf dat moment zijn het Zeeuwse mosselen.

Hij liet ons allerlei beestjes zien. Krabben, zowel levend als dood. Soms niet van elkaar te onderscheiden tot je heel dichtbij komt en je plots in je teen gehapt wordt.

Kwallen in grijs, bruin en Larimar blauw. Kinderen hadden stokjes gestoken in sommige kwallen, waardoor ze leken op kleine verjaardagstaartjes met een kaarsje erin.

Oesters

Midden op het wad vond hij kokkels, die hij ter plekke opende en uitdeelde aan de deelnemers om rauw (lees: levend) op te eten. Ik overwoog om mijn eerste trek te stillen met een kokkel, maar dacht dat de oesters nu niet lang meer op zich zouden wachten en besloot te wachten.

Intussen vroeg ik me af hoe het zou gaan met de oesters. De gids had geen tas bij zich, dus waar zou hij ze vandaan halen? Zou hij ze uit een net halen? Vang je oesters eigenlijk met een net? Of moesten we ze zelf rapen of plukken?

De dressing die op de oesters gaat vind ik altijd bijzonder lekker. Ik raakte bezorgd. De gids had duidelijk geen flesje dressing bij zich. Zouden oesters wel lekker zijn zonder dressing? Nee, zeker niet, kwam ik tot de conclusie.

Inmiddels had ik de andere helft van zijn reuze interessante verhaal gemist met al dit gepeins. Iets met spingtij en doodtij.

Een uur later naderden we de kust weer en had ik nog geen oester gezien. Teleurgesteld liep ik terug en spoelde het zand van mijn laarzen. Ik had spijt dat ik niet tenminste die kokkel had opgeslokt

Alsof hij mijn gedachten las, vroeg de gids eindelijk of we trek hadden.

Hij had namelijk hele bakken vol verse oesters, die ter plekke werden geopend. Er waren koude oesters, maar ook warme. Die minstens net zo lekker waren als de koude. Ik at er zeker 10, de dressing was subliem. Er was zelfs wijn!

Geluk zit in een klein hoekje. Dit keer op een eiland in een schuur.

Inmiddels ben ik ook euforisch over wadlopen. Zet het bovenaan je Terschelling lijstje. Natuurlijk wel mét oesters en wijn.

natuur wandelingen blog

Haast? Dit is waarom je eerst een lange wandeling moet maken

Soms heb ik haast. Haast die als een wervelstorm door mijn lichaam giert en me gejaagd de dag door dwingt.

Een, ongetwijfeld Taoïstische uitspraak, die ik eens hoorde luidt: ‘Als je aan het hollen bent, moet je stilstaan.’.

Stilstaan is wel het laatste wat ik wil doen als ik haast heb.

Het wandelen schiet er vanzelfsprekend bij in. Dat is inefficiënt tijdverbruik. Je kunt maar weinig doen terwijl je wandelt tenslotte.

Nu heb ik een hond, wat me verplicht om dagelijks meerdere wandelingetjes te maken. Op haastige dagen zijn die rondjes niets meer dan nog een item op mijn to-do-list.
Gelukkig heb ik een bejaarde hond met drie poten. Die laat zich nog wel afschepen met een korter rondje.

Ik run twee verschillende lijsten in mijn leven: huis/kinderen en bedrijf. Zolang er nog openstaande acties naar me staren, vind ik geen rust.

Het gevoel van de laatste haal door het overgebleven taakje zetten, is onovertroffen. De slaak van verlichting is hoorbaar. Ein-de-lijk achterover leunen. Latte, Masterchef en waarom ook niet, een stukje Tony. De ultieme beloning voor het harde werk.

Wandeling Utrechts landschap haast natuur

De inefficiëntie van efficiëntie

Er loert alleen een probleem. De lijst vult zich vanzelf aan. Het is wonderlijk. Ik hoef er niet eens moeite voor te doen. En met al dat efficiënte haastige werk van me, heb ik tijd over voor nog meer klussen!

Daar ligt de crux, venijnig en sluw. Je graaft je eigen graf. En dan klagen hè, dat je zo moe bent aan het eind van de dag.

Ik weet, om een vicieuze cirkel te doorbreken moet je iets anders doen. Alleen een idioot doet steeds hetzelfde, hopend op een andere uitkomst, ja toch Albert?

Wandeling Utrechts landschap haast natuur

Hoe je de cirkel doorbreekt

Zo bevond ik mij afgelopen dinsdag met snelle pas en hond in het bos.

Het is koud. Ik wil eigenlijk zo snel mogelijk weer naar huis, want die muur verft niet zichzelf. Ik keer linksom huiswaarts en hondlief gaat rechtdoor.

Opmerkelijk.

Hij hupt en springt als een jonge pup. Als hij kon praten, smeekte hij me om een langer rondje.

Vooruit, grom ik, min of meer uit schuldgevoel, beseffend dat hij misschien fitter is dan ik soms zou willen.

Het hek door, richting Utrechts Landschap.

Ik weet namelijk dat de trouwe drievoeter een punt heeft. Iets moet anders. Ik heb de neiging om mijn grenzen links te laten liggen. Ik ga door tot ik letterlijk omval.

Nu moest ik het pad naar huis links laten liggen en rechtdoor gaan. Stoppen met hollen. De tegenstelling opzoeken om een doorbraak te forceren.

We lopen naar het open veld. De zon is net op. Beetje bij beetje kom ik tot mijzelf. Mijn wandelend hoofd blijkt een lichaam te hebben.

Ik voel mijn voeten weer. Onder ze bevroren blaadjes, die zo lekker knisperen als je er op staat. De mist, die magisch optrekt met dat heerlijke zachte ochtendlicht.

Daar, bij dat open veld val ik even stil. Ik kan alleen maar kijken.

Wandeling Utrechts landschap haast natuur

Het rondje wordt steeds groter.

De winterlucht slaat zachtjes tegen mijn wangen. De zonnestralen dansen tussen de blaadjes. De ijzige hoge grassen vangen een glimp op van dit warme licht.

Het voelt nederig, om te realiseren dat de natuur er altijd is, in al haar pracht. Dat wij, mensen, maar door razen, terwijl de natuur soelaas biedt. Een ondergewaardeerd kostbaar goed, als je het mij vraagt.

De wandeling werd een uur in plaats van een kwartier. De muur verfde ik met plezier. Dat lange lijstje vol prioriteiten leek ineens nietig.

“Voor de verlichting: hout hakken en water putten; na de verlichting: hout hakken en water putten.”

Het gaat erom hetzelfde anders te doen, niet om naar heel nieuwe en andere inzichten of mystieke ervaringen op te klimmen.

(Wil Derkse, Een levensregel voor beginners; Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven.)

wild cheryl strayed

Recensie: Wild van Cheryl Strayed

Lezen doe ik nog liever dan wandelen. Lezen over mensen die lange afstanden wandelen, is een gouden combinatie en op dit moment mijn lievelings.

Ik hou van het avontuur, de beschrijving van de rauwe natuur en vooral van de hoogte- en dieptepunten die mensen meemaken.

Het fascineert me dat mensen hele lange tochten maken, daarbij fysiek en mentaal helemaal kapot gaan en er toch zo enorm van opknappen. Hoe kan dat? Wat gebeurt er? En hoe kom je überhaupt op het idee?

Dit keer last ik het boek Wild van Cheryl Strayed.

Cheryl verliest haar moeder en komt in een neerwaartse spiraal terecht. Ze raakt het contact met haar familie en vooral met zichzelf kwijt. Haar huwelijk gaat stuk en ze vlucht in een leven van losbandige seks en drugs.

Pacific Crest Trail

Als ze op de bodem van haar leven is belandt, komt ze bij toeval een boek over de Pacific Crest Trail tegen. Een ruim 4000 kilometer lange wandeltocht van Mexico naar Canada. Ze leest het boek, besluit dat ze niets meer te verliezen heeft en gaat lopen.

Haar plan is om 1700 kilometer in 100 dagen te lopen. Ze vertrekt alleen en zonder wandelervaring, met een veel te zware rugzak (ze noemt hem Monster) en te kleine schoenen. Wat volgt is een enorme beproeving die haar leven voorgoed verandert.

“De blaren die ik al op mijn voeten had van de eerste dagen sprongen weer open. De huid van mijn heupen en schouders werd onafgebroken rauw geschaafd door de banden van Monster.”

Drie maanden lang loopt Cheryl door woestijnen en over bergen. Verzengende hitte en uitdroging afwisselend met sneeuw en onderkoeling. Ze komt ratelslangen en beren tegen, loopt haar voeten kapot en is soms verschrikkelijk eenzaam. Toch stopt ze niet.

“Ik keek naar de woestenij die me had onderwezen en gestraft, en overwoog mijn opties. Ik wist best dat ik er maar één had. Er was er altijd maar één. Doorlopen.”

wild cheryl strayed

Met elke stap komt ze dichter bij zichzelf. Het gat in haar hart wordt langzaam maar zeker kleiner en ze ziet steeds scherper wat ze aan het doen is.

“Ik had alleen maar het gevoel dat ik ondanks alles wat ik fout had gedaan, ik het toch goed had gedaan, omdat ik hier terecht was gekomen.”

Twee kanten van dezelfde medaille

Het is een ongelooflijk verhaal over wanhoop en moed, verlies en kracht en een enorm sterke wil. Over alles verliezen en jezelf terugvinden. Een verhaal waarin uitersten slechts twee kanten van dezelfde medaille blijken te zijn.

Het lukte me niet om dit boek neer te leggen. Ik nam het overal mee naar toe. Als ik moest plassen, als een bezorger een pakje kwam brengen en als ik koffie ging zetten.

Mijn ogen met tegenzin van de bladzijden aftrekkend om de deur open te doen of de melk te roeren. Het moest uit, zo snel mogelijk. Het boek verslond ik alsof het een reep van mijn favoriete chocolade was.

Cheryl begon aan deze tocht omdat ze wanhopig was en niets meer te verliezen had. De tocht werd haar medicijn. Door fysiek en mentaal af te breken kon ze zichzelf daarna weer opbouwen.

Net als diamant ontstaat doordat zuivere koolstof onder zeer grote druk kristalliseert, zo kristalliseerde Cheryl door de ontberingen en de pijn.

Wild werd een bestseller en werd zelfs verfilmd, met Reese Witherspoon in de hoofdrol. Cheryl werd schrijfster, ze schreef nog meer bestsellers en leefde nog lang en gelukkig.

Meer boekrecensies?

Lees ook: Het zoutpad en De wilde stilte van Raynor Winn.

Het ultieme dilemma van ouderdom

Beste Rachel,

Weet je nog, die keer dat je 40 kilometer in een dag liep?

Acht uur lang onafgebroken wandelen. Gewoon, om te kijken of het kon. Het kon. Ik wil wel eens weten hoe je dat hebt gedaan.

Met redelijk gemak loop ik 10 kilometer. De 15 red ik ook nog zonder al teveel geklaag. Daarna gaat er van alles pijn doen. Ik krijg last van gewrichten en spieren waarvan ik het bestaan niet wist. Puffend slaag ik erin om een dagwandeling van 20 kilometer af te leggen, zoals de dagelijkse etappes van het Pieterpad. Maar daarna, daarna stokt het.

Op wilskracht, en ik geef toe, daar ben ik niet ruimschoots mee bedeeld, pers ik er nog de 25 kilometer uit. Daarna weigert mijn lichaam zich nog te verroeren. Het gaat gewoon niet meer. 

Het lichaam, wat altijd deed wat ik wilde, lijkt nu een eigen wil te hebben.

Jawel, op 42 jarige leven merk ik de gevolgen van zwaartekracht, slijtage en genetische beperking.

Rachel, ik wil het niet mooier maken dan het is.

Mijn lichaam is begonnen aan de lange weg van aftakeling. Het gaat alleen maar bergafwaarts vanaf hier.

Nu is mijn vraag aan jou: moet ik dit accepteren of moet ik een strijd leveren?

Hoort dit bij het leven en dien ik het te aanvaarden? Net als rimpels en vergeetachtige momenten? Ik weet, op een dag dring ik voor in de rij bij de bakker, oud en gekrompen. Met schamel stemmetje bestel ik een zacht bolletje, dat kauwt zo makkelijk weg. Er is geen ontkomen aan, daar ben ik me van bewust.

Maar ik ben nu amper mid-life.

Kan het tij nog gekeerd, vraag ik me af.

Mijn conditie is namelijk aanzienlijk verbeterd door het wandelen. Daaraan ligt het niet. Het zijn de botten, de spieren, de pezen; de zwakte van mijn gestel.

Is het tijd om die Pilates lessen op te pakken? Eindelijk eens lid te worden van de sportschool. Mezelf naar een sterk lichaam trainen. Wellicht, als ik er dan toch ben, ook een sterke man oppikken.

Ik word er niet blij van; het vooruitzicht van een sportschool. Ik had mezelf nou net beloofd alleen te doen waar ik blij van word. Konmari je leven. Nu maakt een sterker lichaam me wel blij, alleen niet de gedachte dat ik er iets voor moet doen.

Mijn dilemma mag duidelijk zijn.

Lieve vriendin van me, schijn je wijze licht op mij.

Iris


Lieve Iris,

Wat leuk dat je schrijft en wat een dilemma inderdaad. Ouderdom en verval accepteren of er tegen vechten? Naar de sportschool voor een sterk en fit lichaam, terwijl je net als ik gewoon heel lui bent.

Het leven zit er vol dilemma’s en wat doe je ermee?

Door schade en schande ben ik erachter gekomen dat het vooral heel belangrijk is dat je de situatie accepteert zoals hij is, en precies zoals hij is.

Reinold Niebuhr bedacht in 1934 the Serenity Prayer en hij bedacht het zo goed dat deze zinnetjes nog steeds wereldwijd worden gebruikt. Het gaat zo:

God, grant me

the serenity to accept the things I cannot change,

the courage to change the things I can,

and the wisdom to know the difference.

Al is dit gebed al flink uitgewrongen en gebruikt door een ieder, het is waar. Hoe eerder je accepteert wat je niet kunt veranderen, hoe eerder je verder kunt met je leven.

Er gaat namelijk nogal wat tijd verloren, met niet willen wat je wél hebt.

En dat is jammer.

Want al die tijd dat je vasthoudt, aan niet willen wat je wél hebt, sta je stil.

Accepteer wat je niet kunt veranderen

Dus lieve 42-jarige vriendin van me, accepteer dat je ouder wordt. Omarm het. Kijk met vriendelijkheid naar je grijs wordende haar, glimlach als je spieren kraken tijdens het lopen en juich als je weer een rimpel ziet.

Bekijk het eens van een andere kant. Stel je voor dat een waarzegster je 20 jaar geleden had gezegd:

“Iris, ik zie in de lijnen van je hand dat je niet oud wordt. Sterker nog ik zie dat je helemaal niet oud wordt. Niks niet, geen sikkepit. Rimpels, versleten heupen en een kunstgebit dat zit er voor jou gewoon niet in. Jij komt nooit zover.

Zou je gelukkig zijn geweest met dat antwoord?

Het feit dat je ouder wordt, is het vieren waard. Echt!

Zoals je weet ben ik een Japanofiel en vind ik alles wat uit Japan komt übercool. Ik hecht gewoon meer waarde aan iets wat door een Japanner wordt bedacht.

Daarom was ik al fan van Marie Kondo, de opruimgoeroe, vóór ik haar boek had gelezen en alle afleveringen van haar serie had gezien.

Behalve opruimen doen ze in Japan aan Wabi Sabi.

In het Westen zijn we geobsedeerd door jeugd, perfectie en symmetrie. In Japan zien ze juist de schoonheid van ouderdom, vergankelijkheid en imperfectie en hebben ze respect voor alles wat fragiel en een beetje stuk is. Wabi Sabi gelooft dat dingen net iets mooier zijn als ze sporen van ouderdom hebben.

Japanners zijn wijze mensen.

Concluderend wens ik je de moed toe om te veranderen wat je kunt. Niet vanuit het idee dat er iets ontbreekt aan je of dat het beter kan, maar omdat je het zelf graag wil.

Omdat je gezond oud wil worden of omdat je nog zo graag de Pacific Crest Trail wil lopen met mij. Dan doe je het dus omdat je er blij van wordt.

Liefs,

Rachel

rondje uithof den haag

Rondje de Uithof Den Haag 

Een nieuwe variant van het virus is opgedoken en ik ben ermee besmet. Het wandelvirus kun je echt niet onderschatten en als je het eenmaal hebt, kom je er heel moeilijk weer vanaf.

Elke zaterdagochtend loop ik een rondje door recreatiegebied de Uithof. Mijn dochter zit daar namelijk op paardrijden en terwijl zij rijdt, loop ik. Dat is zeker niet altijd zo geweest. Vroeger zat ik namelijk in de kantine naar haar te kijken.

Met koffie en iets lekkers.

De paarden lopen in een bak en langs de rand hangen op verschillende plekken, letters. De ruitertjes moeten hun paard van K naar C sturen en van R naar F. Soms lopen de paarden wat harder, maar dit doet niets af aan het concept.

Je snapt het, na een kwartiertje kijken, haak ik mentaal af.

Het wordt saai en ik heb afleiding nodig om de tijd door te komen. Normaal koop ik dan chocolade wat zeker 10 minuten soelaas biedt. Een hapje wissel ik af met een blik op mijn telefoon. Opgelucht als het uur voorbij is en we weer naar huis mogen.

Mijn ouders snap ik nu ook veel beter. Ik zat vroeger op korfbal, niet de meest aantrekkelijke sport om naar te kijken. Korfbaltalent had ik niet, scoren deed ik bijna nooit. Kijken naar een korfballende Rachel was daarom een opgave.

Nu begrijp ik dat.

Toen keek ik altijd of ik mijn pa of ma langs de lijn zag en was toch een beetje teleurgesteld als ze er niet waren. Zo’n piepklein speldenprikje in mijn hart.  

Kantine dicht

Goed, Corona kwam, de kantine ging dicht en kijken mocht niet meer. Wat doe je dan in dat uur dat je moet wachten?

In de zomer is dat makkelijk. Ik zat op een bankje in de zon, maar in de herfst en winter is dat te koud. Ook in de auto zitten is dan geen pretje, dus ik besloot te gaan wandelen.

In eerste instantie om aan mijn stappen te komen, want een rondje van drie kwartier levert er minstens 5.000 op.

Zo kwam ik er bij toeval achter dat de Uithof een prachtig natuurgebied is. Wist ik niet. Ik kwam nooit in de natuur. Zeker niet uit vrije wil. 

Wat begon als onwennig en oncomfortabel is nu mijn wekelijkse rondje. Ik kijk er zelfs naar uit. Het is heerlijk om daar alleen te lopen. Eerst loop ik altijd een stuk door het bos, dan een heel stuk langs het water. Dan passeer ik een weilandje waar vaak Schotse Hooglanders staan te grazen.

Romantisch vind ik dat.

Zeker als het mistig is en ze een beetje aan het oog onttrokken worden. De horens die dan boven de mist uitkomen en die kauwende kaken waar adem uit ontsnapt, die wolkjes in de lucht achterlaat.

Tot slot loop ik dan weer het laatste bochtje van mijn rondje in het bos. Onderweg kom ik altijd veel wandelaars tegen, met of zonder hond, mountainbikers die me soms de pas afsnijden en oudere stellen op de fiets. Soms ook ruiters.

Ik wandel alleen, maar ben nooit alleen. Wij Hagenaars delen het groen met velen en dat is vaak heel gezellig.

rondje den haag uithof

Geluksdagen

Op sommige geluksdagen staat er een karretje waar je koffie kunt kopen. Lekkere koffie met opgeklopte melk. Omdat het karretje er maar af en toe staat, is het echt een gelukje als ik hem tref.

Het is elke keer apart om te merken dat je middenin de stad toch zo’n oase van rust vindt. De Uithof ligt in de wijk Escamp en dat is niet het meest charmante deel van Den Haag.

Het is een grijze wijk met hoge flats, veel beton en de meeste bewoners leven van een uitkering. Een drukke weg ligt vlak langs de Uithof en toch heb ik daar nooit last van als ik er loop.

Toen ik hetzelfde rondje al vaak had gelopen maakte ik er een fotowandeling van. Ik zag alles met nieuwe ogen en probeerde Iris’ haar tips uit. Inmiddels heb ik er lol in.

Winterwandelen

Omdat ik elke week loop, zie ik de seizoenen heel duidelijk. Waar ik eerst geen enkele reden zag om te wandelen in de winter, kom ik daar nu van terug. Zelfs in de winter zijn er kleuren. Ook dan is het heerlijk om buiten te zijn.

Het maakt het thuiskomen in je warme huis dubbel zo fijn. Want hoe lekker is het om jezelf, met een fris hoofd, weer op de warme bank te nestelen met je favoriete boek. Kaarsjes aan, kopje thee erbij.

Inmiddels kijk ik zo uit naar mijn wekelijkse rondje, dat ik vaak al een kwartiertje eerder vertrek. Met toestemming van mijn dochter, die de worsteling met paard en zadel dan zelf voltooit. Ze heeft wat dat betreft toch niets aan mij, want ik ben bang voor paarden. Ik durf ze alleen te aaien als er een hek tussen zit.

Wel zorg ik ervoor dat ik altijd op tijd terug ben om het laatste stuk van de les te zien. Ik zwaai dan enthousiast zodat ze ziet dat ik er ben en film een galopje hier en een drafje daar. Hopelijk voorkomt dat speldenprikjes in haar hart.

Alles verandert

Het enige wat zeker is in het leven is dat alles continue verandert. Zoveel soms dat ik het zelf ook niet meer snap. Laatst regende het op zaterdagochtend. Ik werd gewoon chagrijnig omdat ik mijn rondje in het water zag vallen.

Vroeger was ik alleen chagrijnig als de chocolade in de kantine op was. Gelukkig had ik mijn regenjas aan en besloot ik toch te gaan. Als je me dit een jaar geleden had verteld, had ik je nooit geloofd.

Ook Iris, net zo’n luie vrouw als ik, is besmet met het wandelvirus. Op diezelfde regenachtige dag toen ik mijn rondje in de regen liep, hadden we ’s middags afgesproken. Ze stuurde een voicebericht waarin ze zei:

“Raach, vergeet je regenjas niet, want het regent en ik wil wandelen!”   

Wandeling Delft oude binnenstad groene wissel

Wandeling Groene Wissel: Delftse hout en Oude Binnenstad

Ik ben tien jaar. Op mijn schoot mijn meest geliefde eigendom: een wereldbol.

We gaan verhuizen naar Gabon. Vol spanning volgt mijn wijsvinger de lijn van evenaar, want daarlangs moet dit exotische land liggen. Ik stel me voor hoe het daar is. Inheemse stammen, olifanten en gorilla’s. Hutjes van leem. Hier mag ik naar toe en ik voel me er heel speciaal door.

Daarna spin ik de globe weer rond en laat mijn vinger willekeurig op een plek in de wereld vallen. Zou ik hier ook eens naartoe gaan? Hoe zou het daar zijn? Het verwondert me, maakt me nieuwsgierig. Mijn wereld is nog klein, maar ik besef dat ik onderdeel ben van iets magisch groters. Ter plekke word ik verliefd op de belofte van reizen.

En reizen heb ik gedaan. Keer op keer heb ik landen mogen ontdekken. De verwondering en nieuwsgierigheid zijn onveranderd. De bucketlist is alleen maar gegroeid.

Nederland is saai

Nederland vond ik saai. Hier is geen magie. Dit is bekend, voorspelbaar en had ik saai al genoemd? Maastricht had nog wel iets ‘buitenlands’, maar verder kwam het niet in me op ons koude kikkerlandje te ontdekken.

Tot in 2020 een pandemie alles veranderde. Het oude normaal wordt een nieuw normaal. We zijn alleen nog zoekende wat dit is. Ondertussen leven we door en proberen we de magie van het leven in andere dingen te ontdekken.

Ottolenghi profiteerde van de lockdowns en de fietsenwinkels ook.

Rachel en ik ontdekten het wandelen en wij zijn zeker niet de enige. Het blijkt een perfecte oplossing voor de opgesloten mens; sociaal contact, beweging en frisse lucht.

Inmiddels merk ik dat mijn benen onrustig worden als ik koffie doe met een vriendin. Ik ga liever een stuk wandelen. Of minstens een combinatie van de twee.

Groene wissen Delft oude binnenstad wandeling

De wereld in vertraging door te wandelen

Nu heeft dit wandelen me meer gebracht dan ik aanvankelijk vermoedde. Als je loopt, dan zie je meer. De sneltreinvaart van het leven wordt vertraagd. De ochtendzon die doorbreekt door de bomen. Met een prachtige licht show als gevolg. Een fris windje op je gezicht. Oude bomen met dikke stammen en diepe wortels, die ondanks de commotie gewoon blijven staan.

De magie van de prachtige aardbol lag niet duizenden kilometers verderop. Het lag op steenworp afstand van mijn huis. Er al die jaren ondergewaardeerd klaargestaan voor mij.

Met nieuwe ogen ben ik naar mijn land gaan kijken en er steeds een beetje meer van gaan houden. Het gaat niet om de omgeving, het gaat erom hoe je ernaar kijkt. Met ogen als van een kind. Met de nieuwsgierigheid van een tienjarige. Klaar om de wereld te beleven. Vol fantasie en anticipatie.

Groene wissen Delft oude binnenstad wandeling

Groene wissel wandeling Delft

Zo voelde de Groene Wissel wandeling in en rondom Delft. Ik ken Delft. Leuke stad, mooie plekjes. Maar ik zag het door nieuwe ogen.

Gewapend met een GPS route, die je voor 2,50 euro van de site kunt downloaden, verkenden we Delft. Kleine steegjes, met grote Monets, waar we anders aan voorbij waren gelopen. Oude bruggetjes en poorten. Het licht wat zo mooi op de grachtenpanden valt. Een bankje in de zon, waar we een plakje pumkpin spice cake oppeuzelden, uitkijkend op een groep roeiers die zich klaarmaakten voor een mooie dag op het water.

We namen met regelmaat een verkeerde afslag (ik houd toch meer van gemarkeerde wandelingen), maar dat gaf precies niets. De beestenmarkt, gezellig kerstachtig. De ruime Markt met de nieuwe kerk. Charmante boetiekjes en artistieke winkeltjes. We volgden de blauwe lijn op de tracker tot buiten het centrum. Een stukje Delfste Hout, door bos en langs water.

Ook saaie stukken geef ik toe, met de lawaaiige a13 als achtergrondmuziek. Deze stukken zijn nodig, om het mooie te waarderen. Of zoiets.

Groene wissen Delft oude binnenstad wandeling

Avontuur zit in een klein hoekje


Nu zijn het niet de oude keien of de mooie natuur die mijn behoefte aan reizen zonodig vervult. Het zijn de momenten, die je normaliter nooit meemaakt, die kenmerkend zijn voor trips naar het buitenland. Dat wat buiten het alledaagse valt. Een nieuw perspectief brengend. Het zijn momenten die je niet kunt afdwingen.

Het is de groep tieners in Bohol, Filipijnen, die je uitnodigen te komen dansen op het strand. Het is de Cambodjaanse monnik die een uur met je praat om Engels te oefenen, in bloedheet Ankhor Wat. De zandbank in de Malediven, 360 graden omgeven door turquiose zee. Na een lange reis bij zonsondergang de zee van Koh Phi Phi inplonzen. Zwemmen in de Rode Zee en plots volledig omgeven worden door wilde dolfijnen.

In Delft, een drassig weiland oplopen, het pad versperd door koeien. Twijfelend erbij staan kijken, kunnen we hier gewoon langs? Zijn koeien eigenlijk vriendelijk? Ik bedoel, als er eentje op je gaat zitten sterf je toch een tergend langzame dood lijkt me.

Totaal onverwacht en zo ontzettend leuk. We maken een praatje met de dames, die onverstoord in de modder blijven liggen. De groothoeklens op de iPhone zorgt voor grappige taferelen.

Goed, het is wellicht minder spectaculair dan bovenstaande voorbeelden. Toch voelde het (bijna) hetzelfde. Punt is, dat je je, al is het maar een paar minuten, in een compleet andere wereld bevindt. Dat is wat mij verliefd maakte als klein meisje; de belofte van iets nieuws.

De wereld is nog net zo onontdekt. Zelfs in Nederland valt er blijkbaar nog voldoende te ontdekken. Met een beetje fantasie vind je je volgende avontuur om de hoek.

Groene wissen Delft oude binnenstad wandeling
bomen herfst water

Moeilijke situatie? Dit kun je wél doen

Deze week wilde ik vertellen over de Groene Wissel wandeling in Delft, die ik samen met Iris maakte. Een vervelende situatie zorgde er echter voor dat ik geen letter op papier kreeg.

Ken je dat? Van die situaties die je bij de keel grijpen en tegen de muur duwen.

Die je daarna op de grond gooien en bovenop je gaan zitten als een boom van een kerel waardoor de lucht met grote kracht uit je longen wordt gedrukt.

Vorige week had ik zo’n situatie die ik niet van me af kon schudden. Ik lag machteloos op de grond naar adem te happen en had geen idee hoe ik onder hem vandaan kon komen.

Achteraf gezien kan ik zeggen dat het niet de Situatie zelf was, die me te grazen nam. Het probleem lag in hoe ik ermee omging. De Situatie maakte dat ik van streek raakte en in een gedachtenstorm terecht kwam, die onafgebroken doorging. Zo alom aanwezig dat er voor niets anders ruimte was.

Die gedachtenstorm is niet nieuw, die steekt altijd op als het ingewikkeld wordt. Toen mijn vader van de trap af viel maakte hij ook al overuren.

Ik kon niets meer. Werken was lastig, lezen lukte niet, mijn hoofd zat helemaal vol. De gedachten stormde alle kanten op, maar meestal kwamen ze in een cirkel terecht die als een tornado naar boven ging.

De gevoelens volgden mijn gedachten. Eerst was ik was bang en verdrietig, maar naar verloop van tijd werd ik boos. Boos op de situatie.

Furieus zelfs.

Ik voelde de woede ontvlammen in mijn borst. Als een draak die op het punt staat te gaan spugen. Ik wilde deze Situatie niet!

bomen herfst water

Worsteling

Ik begon te worstelen en te vechten tegen de Situatie. Ik spuugde hem in zijn gezicht en probeerde hem een knietje in de ballen te geven. Hij was echter veel groter en sterker dan ik en keek me lachend aan bij elke miserabele poging die ik deed, om hem van mijn borst te werpen. Geen centimeter kwam ik vooruit, ik zat vast.

Muurvast.

Negatieve emoties en gedachten namen de overhand en mijn inwendige tornado bereikte zijn hoogtepunt.

Behalve de Situatie die al akelig genoeg was, had ik nu ook last van de tornado. Dubbelle ellende dus!

Ik deed wat ik tegenwoordig altijd doe. Ik ging wandelen.

De Situatie nam ik mee, op mijn nek dit keer. Toch hielp het wandelen een beetje. In ieder geval tijdelijk. Het gaf wat ademruimte, pauze in mijn hoofd, luchtigheid. Ik wandelde meer en meer en zoals vaker gebeurt kreeg ik een ingeving.

Een zin uit een boek kwam bovendrijven. Pijn + weerstand = lijden.

Ik las eens, lang geleden, dat pijn onvermijdelijk is en lijden niet. Dat je door weerstand te hebben tegen de pijn, je lijden creëert.

Als je de pijn er kunt laten zijn dan houd je de pijn schoon en helder. Door weerstand creëer je er een probleem bij en maak je van je schone wond, een etterende toestand.

When shit hits the fan

Fijn dat dit soort zinnen komen bovendrijven als een reddingsboei in moeilijke tijden. When shit hits the fan.

Je hebt geen invloed op de shit je in of tegen je ventilator krijgt, maar meestal heb je wel een keuze. Marshal Rosenberg verving ‘moeten’ door ‘kiezen voor’. Daarmee staakte hij zijn verzet tegen de ongewenste gevolgen van zijn bewuste keuzes. Hij werd er een blijer mens van.

Als je stopt met het verzet, stop je het lijden. Het gaat erom dat je de situatie accepteert. Het maakt namelijk niks uit of je het ermee eens bent of niet. De situatie is zoals hij is. Je kunt hem niet veranderen met woede, angst of verdriet.

Accepteren betekent trouwens niet met open armen ontvangen. Je ziet het gewoon precies zoals het is, zonder verzet.

Het was tijd voor een andere strategie.

Ik keek de Situatie recht in de ogen en bleef kijken. Het was een lelijk exemplaar, woest kijkend, puisten in het gezicht. Ik zag hem precies voor wat hij was, niets meer, niets minder.

Dit keer vocht ik niet, ik zag dat hij nog een tijdje zou blijven. Toch merkte ik dat hij zijn greep verloor. De tornado ging langzaam liggen.

Ik kon weer opstaan!

brug water bomen

Ooggrapjes

Ik zat in de bus. Een klein jongetje zat naast zijn stug kijkende moeder. Ik had snel oogcontact met hem en maakte grapjes. Ooggrapjes, want ik zat te ver om met hem te praten.

Het verwonderde me dat hij mijn grapjes begreep, want ik had mijn mondkapje op en hij zag dus maar de helft van mijn gezicht. Ik keek en hij verstopte zich in de kraag van zijn moeder. We herhaalden het een keer of 5, een soort kiekeboe.

Daarna deed ik 1 oog dicht, hij ook. Ik bewoog mijn hoofd van links naar recht naar links, hij deed me na. We hadden veel lol, zonder geluid. Blijkbaar zag hij ook dat ik lachte, door mijn mondkapje heen. Ik voelde me gelukkig.

Vanmiddag liep ik door het bos en zag de zon door de bomen vallen waardoor de herfstkleuren helemaal opgloeiden. Vuurrood, warm oranje, bruin en geel, afstekend tegen de strakblauwe hemel. De zon viel als een lichtbundel in het bos, blaadjes vielen door de lichtbundel heen.

Het was een perfect moment. Ik keek verrukt om me heen en besefte me opnieuw dat ik gelukkig was. Al die tijd was de Situatie niet veranderd.

Het verschil was dat ik niet meer verstrikt zat in mijn gedachtentornado. Daardoor had ik weer ruimte om ooggrapjes te maken in de bus. Het jongetje had ik anders niet eens opgemerkt…….

5 redenen waarom je absoluut in je eentje moet wandelen

“Wat leuk, Iris, dat je het Pieterpad gaat lopen. Met wie ga je?”

“Ik ga alleen.”

“Oh.”

Ik weet niet goed of mensen mij zielig of stoer vinden, maar de meeste gesprekken verlopen dus zo.

Wij mensen doen graag dingen samen. Dat is gezellig en veilig. Iemand om mee te kletsen, het natuurpracht mee te delen en een tweezijdig schaaktoernooitje spelen onder genot van een biertje in de plaatselijke kroeg. Je kan tegen iemand aan leunen of zelf de steunpilaar zijn. Beiden voelen goed.

Toch kan ik een aardig pleidooi houden voor alleen wandelen.

1. In je eentje wandelen betekent geen anderen om je heen

Als je het Pieterpad wilt lopen, moet je eerst aan het begin zien te komen. Een trein, nog een trein en dan een bus brengen je naar het Pieterplein in Pieterburen. Alwaar je kunt beginnen met koffie en appeltaart en de verplichte foto bij ‘startpunt Pieterpad’ kunt nemen.

Welke ik beide uit principiële overwegingen oversloeg.

De bus deel je met Pieterpad-genoten. In mijn geval twee kakelende vriendinnen, een echtpaar op leeftijd, waarbij de man wat nors keek en de vrouw wat zuur en tenslotte twee jonge koppels.

In dit gezelschap naderen we de start van de tocht. Buiten zwaaien wandelaars die een uurtje eerder de bus hadden uitbundig naar ons newbies. Het lijkt verdorie wel de Efteling, sist de zure vrouw. De man naast haar gromt een beetje.

De vriendinnen naast me kakelen ongestoord door, zich niet bewust van het toeristische spektakel.

Als je alleen bent, heb je veel kans om af te luisteren. Dat is al een voordeel op zich.

“Moeten we dit hele stuk lopen vandaag? Hoe lang is dat pad? Is het hele Pieterpad geasfalteerd?”, spuit vrouw #1 van de twee paartjes in een ademteug .

Ik ben blij dat ik niet hoef te antwoorden. Ik zou niet weten waar te beginnen.

Ja, soms is alleen wandelen een zegen.

2. Je leven onder de loep

Het schijnt zo te zijn dat je tijdens lange wandelingen tot grote persoonlijke inzichten kan komen. Vooral als je dagen achter elkaar in je eentje loopt, kom je vanzelf jezelf tegen.

Je onopgeloste shit laat je namelijk niet thuis achter. Die bastard sneakt namelijk gewoon in je rugzak, om je onderweg op onverwachte momenten te confronteren.

Mijn buurvrouw vertelt over een man die ze op het Pieterpad tegenkwam. Jaren geleden was zijn vrouw overleden. Het ging desondanks goed met hem. Hij leefde door en ja, het ging prima.

Totdat hij besloot dat het een goed idee was om het Pieterpad alleen te bewandelen. Na een aantal dagen begon hij te huilen. Zomaar, uit het niets. En het hield niet meer op. Het werd een zuiverende pelgrimstocht vol tranendallen – en pieken.

Wandelen is gratis therapie.

Mijn rugzak werd elke dag zwaarder. Je zou denken dat je eraan went en dat je lichaam vanzelf sterker wordt. Niet dus. Het wordt zwakker.

Op dag drie vroeg ik me af waarom ik een iPad en Kindle had meegesleept. Had ik die extra kleren wel nodig? Die tube spierpijnzalf? Die chocolade reep? Het antwoord was nee, nee, nee en ja. Het had me een kilo of 3 gescheeld.

Wanneer je een uur of vijf per dag aan het wandelen bent, heb je tijd voor introspectie. Werkelijk, de innerlijke therapeut staat vanzelf op. Hoef je niks voor te doen.

Waar in mijn leven neem ik ook teveel bagage mee?

Schuldgevoel. Schaamte. Onuitputtelijk ideeën hebben voor de groei van mijn bedrijf en de neiging alles uit te willen voeren. Iedereen willen pleasen. Geen nee kunnen zeggen. Angst voor conflict. Het kan er allemaal uit.

Het antwoord kwam als vanzelf als de therapeut.

Een paar kilo lichter wandel ik door.

3. De dierenfluisteraar in je komt naar boven

Onderweg kom je gegarandeerd dieren tegen. Bij gebrek aan gezelschap ga ja vanzelf uitkijken naar een gemoedwillig beest.

Een border collie van een boer nabij Winsum begroet voorbijgangers enthousiast. Vrolijk loopt hij stukjes mee, om na een tijdje aan de haal te gaan met een nieuwe wandelaar. In mijn geval niet trouwens. Hij bleef spelen met de vrouw die honderd meter voor me liep. Het was een leuk gezicht hoe dan ook. Ik was maar gedeeltelijk jaloers.

Het valt me op dat vooral paarden mensendieren zijn. Wanneer je langsloopt, komen ze nieuwsgierig naar je toe. Ook hebben ze de neiging wel eens hun stukje van de wei met je mee te lopen. Dat is leuk.

Ik stop altijd om ze even te aaien. Terwijl ze zoeken naar een lekker hapje in mijn jas, maak ik een praatje. Ze luisteren gehoorzaam. Oordelen niet.

Ik probeer ook even met koeien te kletsen. Ze reageren afwijzend. De arrogantie.

Kleine diertjes zoek ik niet. Opgegroeid in de stad kan ik nog net een spinnetje of lieveheersbeest aan, maar kevers persoonlijk begroeten gaat mij te ver.

Graag wandel ik in de natuur. Ik vind het heerlijk om even tegen een boom aan te leunen. Toch is de echte natuurliefhebber in mij nog niet ontwaakt. Als het kruipt en kriebelt, is het voor mij vooral een teken om op te staan en door te lopen.

Grote dieren daarentegen zijn mijn vriendjes. Hoe langer ik alleen loop, hoe meer ik praat. Ik hoop niet dat je je zorgen om me maakt. Het gaat goed.

4. Lege luisterplank

Het dagelijks leven overlaadt ons met activiteiten. We proberen de ballen hoog te houden. Vroeger betekende dit vooral werk, huis, kinderen. In onze rijkdom van de dag betekent het daarnaast ook nog eens jezelf sociaal, cultureel, kunstzinnig, filosofisch en wetenschappelijk onderhouden. Online cursussen en podcasts vullen deze behoefte slim op.

De lijst is lang en ik loop wanhopig achter. Er is zoveel interessants te beluisteren. Teveel eigenlijk. De keuze is reuze, maar ook daarop is wat bedacht. Je kunt digitale ezelsoortjes achterlaten en op een geschikt moment terugluisteren wat je aandacht aanvankelijk trok.

Maar wanneer komt dat moment? Wanneer heb je in godsnaam tijd voor Eckhard Tolle’s nieuwste Nieuwe Aarde praktijken? Of die online webinar over de kunst van het niet-doen? Je moet eerst niet-doen snappen, voordat je tijd hebt om de cursus te volgen. Zo is het leven niets meer dan dansen met tegenstellingen.

Dus wat is de oplossing?

Juist: tijd vrijmaken. Voor jezelf. In je uppie op pad. Oortjes in en afspelen maar.

Je komt gegarandeerd geïnspireerd terug. Met een nieuwe stapel podcasts gebookmarked, want in die ellendige pods raden ze altijd weer nieuwe niet-te-missen programma’s aan. Het leven is blijkbaar ook een carrousel die nooit ophoudt met draaien.

5. Je eigen tempo bepalen

Misschien wel de fijnste reden van allemaal. Alleen lopen is je eigen tempo bepalen. En in mijn geval is die laag. Ik word met regelmaat ingehaald door grijze koppen met stokken. Het. Kan. Me. Geen. Ruk. Schelen.

Mijn drang naar efficiëntie betekent dat ik veel tijd kan besteden met nadenken hoe ik tijd kan besparen. De contradictio in terminis is ook mij niet ontgaan.

Als ik wandel is het niets van dat. De klok is niet relevant. Het aantal kilometers per uur nog minder. Als ik voor het donker thuis ben vind ik het prima.

Ik heb tenslotte tijd nodig voor mijn dierenvrienden. En voor koffie en carrot cake onderweg. Even zitten. Paar fotootjes maken. Nog maar eens zitten. Lunchen. Oh en over plaspauzes nog niet gesproken! Ik plas vaak. Heel vaak. Gerust 6 keer op zo’n dagwandeling. Dan moet ik tussen die kruipers op mijn hurken, min of meer verschuild achter half kale bosjes.

Alleen wandelen betekent dat je zolang naar de kudde schapen met herder kan kijken als je wilt. Dat je zo lang kan uitslapen als je fijn vindt. Of juist fris als een hoentje om acht uur ‘s ochtends in de startblokken staat. In je eentje mag je alles lekker zelf besluiten, zonder je bezwaard te voelen naar je wandelmaatje.

Ja, soms is het saai. Dan mis je een compagnon om tegen aan te praten. Samen lachen om een idiote gebeurtenis. Je geluk delen. Samen wandelen is heerlijk.

Maar af en toe er alleen op uittrekken maakt dat je in een heerlijke flow komt. Los van continue input van buitenaf je eigen koers bepalen. Ik zeg: doen!

strandwandeling storm

Dit is waarom je zeker een strandwandeling moet maken als het stormt

Vriendin H. en ik wandelen regelmatig. Ook onze dochters zijn dikke vriendinnen. Terwijl wij wandelen, spelen zij samen.

Inmiddels eten we ook samen. We koken om de beurt en wandelen daarna. De dochters gaan nooit mee. Liever kijken ze een film en eten popcorn.

Ik begrijp dat. Niet lang geleden deed ik hetzelfde.

H. en ik wandelen altijd ’s avonds, na het eten. Laatst was het weer zover. Het was een grijze en natte zaterdag. Het regende de hele dag al, maar rond etenstijd begon het echt te plenzen.

Taart van Nigella

Ik was aan de beurt om te koken en had een recept gepikt van vriendin E. Het betrof een recept van Nigella Lawson voor een Supper Onion Pie (ja supper met 2 p’s), een tarte tatin van rode ui, kaas en tijm op een bodem van sconedeeg.

De taart was verschrikkelijk goed gelukt en smaakte net zo lekker als het klinkt. Ik hou van Nigella. Maar echt. Ze praat zo mooi dat haar zinnen als gedichtjes klinken. Het timbre van haar stem maakt dat al die poëzie mijn oren in glijdt als de laatste druppel cognac op een winteravond.  

Nigella kijkt niet op een klontje meer of minder. Al haar recepten zijn volvet en zoet en hebben geweldige namen. Luscious zou Nigella’s tweede naam kunnen zijn. Ze verleidt iedereen met haar kookkunsten.

Als ik op vrouwen zou vallen, zou ik zeker zwichten voor Nigella.

De taart was tot aan de laatste kruimel op. Koken is geen talent van mij, dus ik was vervuld van trots. Ook de laatste druppel wijn was op. De kinderen nestelden zich op de bank onder een dekentje, de kachel ging een paar graden omhoog, de kaarsjes aan.

Vriendin H. keek me vragend aan.

Regen

De regen kletterde onverminderd naar beneden, de ramen waren beslagen.

“Ik heb wel zin in een blokje om” zei ze, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik schoot in de lach en trok mijn schoenen aan. Regen deerde mij niet langer.

Het was al helemaal donker buiten, dus nadenken over een leuke route was niet nodig. We zouden er toch niets van zien. Zo liepen we de straat uit, zonder doel voor ogen. De regen viel onophoudelijk op ons neer. De paraplu lieten we thuis, die had geen enkele zin.

H. stelde voor om naar het strand te lopen, we waren er al in de buurt. Intussen hadden we een prachtig gesprek. Zoals altijd eigenlijk. Praten en wandelen gaat namelijk goed samen. Misschien wel net zo goed als praten en wijn drinken.

De duinen rezen voor ons op. We liepen over het wildrooster, bedoeld om de Schotse hooglanders in de duinen te houden. Het pad liep omhoog, aan weerskanten omzoomd door struiken en bomen.

De donkerte omsloot ons vrijwel direct, nevel steeg op uit de zwarte bomen. Mijn ogen moesten wennen en het duurde even voor ik weer iets kon zien.

We gingen nu helemaal op in het duister. Er was niemand anders. Waar er altijd wel een hond met mens loopt, was het nu leeg. Ik hoorde niets anders dan onze voetstappen die door de afgevallen blaadjes sleepten, dan weer door plassen. Onze armen in regenjassen maakten een schurend geluid.

strandwandeling storm

Strand

Het waaide hard. Sommigen zouden zeggen dat het een beetje stormde. Te midden van dit stormpje stapten wij gestaag verder tot we uit de begroeiing kwamen, op het strand.

Rechts was heel duidelijk het reuzenrad van Scheveningen te zien. Een enorme hoeveelheid licht kwam er vanaf. Aan de horizon zag ik schepen met lampjes aan.

Ik dacht terug aan Terschelling met zijn donkere luchten waarin je de sterren zo mooi kunt zien. Nu waren er ook sterren, maar minder opvallend door al het licht. Ik begreep wat ze bedoelden met lichtvervuiling.

De wind zwol aan, de regen ook. Ik was al warm gelopen en merkte hoe weinig last ik had van de regen en de wind. Ik was warm van binnen en voelde me heel levend. Mijn enthousiasme zwol aan.

Alle gedachten waaiden uit mijn hoofd, de regen spoelde alles van me af. Wat was het lekker om hier stormopwaarts te lopen! En wat jammer dat zo weinig mensen weten hoe lekker dat is. Iedereen zat binnen, warm in de comfortzone. Onwetend van al het intern en extern gebruis wat ze misten.

De wind zandstraalde mijn linkerkant. Halverwege draaiden we ons naar de wind toe. Ik deed mijn armen wijd uit elkaar zoals Leonardo di Caprio en zijn liefje deden op de boeg van de Titanic. Wat een immens gevoel van vrijheid! Voor het eerst van mijn leven genoot ik van de regen en de wind. Met volle teugen.

Druipend kwamen we thuis. Gloeiend zat ik de rest van de avond vervuld te zijn. Ik had geen trek in koekjes, geen behoefte aan Netflix. Ik was gewoon van binnenuit vervuld.  Ook als ik er aan terugdenk voel ik daar nog een glimp daarvan.

Hopelijk gaat het binnenkort weer heel hard regenen en stormen, dan kan ik weer lekker naar buiten.

Deze overnachtingsopties heb je op het Pieterpad

Er zijn mensen die weekendjes per keer het pad afwerken en er zijn er (een paar) die ‘m in dertien dagen doen.

Maar hoe langzaam of snel je ook gaat op jouw lange afstandswandeling, een slaapplek heb je nodig.

Ik ben persoonlijk niet vies van een beetje luxe. Ik kan wennen aan de Hiltons en Jumeirah’s op deze wereld.

“Good morning ‘mam. How is your day ‘mam? Would you prefer coffee of tea ‘mam?”

Een dik matras, fluffy kussens en een bad met vier verschillende etherische schuimen. What’s not to like?

Nu ben je als je een LAW loopt niet op zoek naar luxe. Zelfs ik niet. Dag in dag uit beweeg je je voort door landschap. Door weer en wind.

Je komt soms als verzopen kat aan bij je eindbestemming van de dag. Vuile wandelschoenen, stinkende sokken en een besmeurde broek. En dat mag. Het draagt bij zelfs. Het maakt je wandelaar en dat is cool.

Dus niks geen vijfsterrenhotel, een beetje ‘back to basics’. Dit kan nog altijd in veel verschillende gradaties. Laat je inspireren.

De tent €

Rachel en ik hebben afgesproken om in het voorjaar de laatste helft van het Pieterpad samen te lopen. Ze begon nu al over een tent.

“Iris, we gaan toch zeker wel in een tent slapen dan? Gezellig, in het groen. Wakker worden met de vogeltjes en zo.”

Ik doe alsof ik haar niet gehoord heb.

“Iertje? Een tehent?”

Ik zucht.

“Nee Rachel, we gaan niet in een tent. Dat is te koud. Maakt de rugzak te zwaar. Ik wil me staand omkleden. Ik wil zelf bepalen wanneer mijn douche klaar is. Ik wil een zacht bed.”

Ja, ik wil een heleboel merk ik al.

“Waarom zouden we in godsnaam vrijwillig verkleumen in een tent?”

“Omdat het goedkoop is”, antwoordt ze met een zelfvoldaan glimlachje.

Ik denk heel hard na. Ik sputter en spatter. Maar ik heb geen tegengas te geven. Er is niets goedkopers dan een tent. En twee weken lopen, eten en borreltjes doen kost geld.

“Vooruit”, mompel ik, “ik zal er over nadenken.”

We staan open voor sponsors.

trekkerstent op veld

Vrienden op de fiets €€

Een alternatief, wat mij al stukken beter bevalt, is VODF, oftewel Vrienden op de Fiets. Een wat provisorisch opgezette website laat je een logeeradres vinden langs je route. Of, in het geval het adres wat verder van je pad afwijkt, is er soms haal- en breng service. Want zo zijn vrienden.

De website maakt direct duidelijk dat dit systeem niet hetzelfde is als een B&B of hotel. Mocht je denken je ontbijtwensen door te geven, word je aan de digitale schandpaal genageld. Verder is de sfeer gemoedelijk en zoals de naam doet vermoeden, gericht op de fietser. En wandelaar.

Het idee is als volgt: elke willekeurige Henk en Ingrid kunnen hun overtollige logeerkamer aanbieden tegen het vriendschappelijke prijsje van €22,50 plus toeristenbelasting. Ontbijt incluis.

Eerst word je vriend en dit kost je per jaar acht eurootjes. Vervolgens mag je inloggen en kan je op zoek naar één van de 5000 beschikbare logeeradressen. Telefonisch maak je een afspraak en na half vijf ben je welkom om neer te strijken op je bedje.

Maak niet de fout om net zoals ik te vroeg te komen. Dat zet de vriendschap onder druk.

Het is wat mij betreft een heel fijne opzet, waarbij je voordelig de nacht kunt doorbrengen, op ontspannen wijze mensen leert kennen, maar ook de privacy hebt om je terug te trekken in het geval de klik er niet is.

Plus: hoe leuk is het om bij Henk & Ingrid binnen te kijken! Van bijbels braaf tot rommelig gezellig. Het is een soort van Funda open huis, maar dan beter.

vrienden op de fiets verblijf
Foto: Fietserbond.nl

De trekkershut €€

Vaak gevonden op een camping of natuurgebied, een houten hutje voor de nacht. Om, zoals de naam doet vermoeden, de volgende dag weer door te trekken. Soms zeer primitief, soms luxe en hip.

Beddengoed en handdoeken zijn niet altijd inclusief, wat maakt dat de kosten kunnen oplopen.

Je kiest een trekkershut voor de charme. Je hebt èn natuur èn comfort. Dus wie zich achter mij schaart in het anti-tent kamp, heeft hier misschien een compromis gevonden.

De hutten willen nog wel eens seizoensgebonden beschikbaar zijn. ‘s Winters gaat de camping op slot en zo ook de hut. Jammer, vinden wij, want wandelen kent geen seizoen. Dat ik dat nog eens zou zeggen.

Foto: Trekkershutten.nl

De Bed & Breakfast €€€

Persoonlijk, comfortabel en met een heerlijk ontbijt inbegrepen. Misschien zelfs wel leuker dan zo’n chique hotel. Het heeft iets huiselijks. Alsof je na een lange tocht aankomt bij je moeder. Een fris opgemaakt bedje, kopje thee en met een beetje geluk een stukje vlaai.

Ook hier is er variatie. Zo sliep ik in Groningen in een gezellig, maar ietwat smoezelig (dat is een eufemisme voor vuil) onderkomen. Een andere keer kwam ik aan in een huis waar ik niet op de witte stoelen durfde te zitten met mijn stoffige wandelbroek.

In je Bed & Breakfast zijn mogelijk ook andere gasten aanwezig, om spannende wandelverhalen mee uit te wisselen. Dit kan uiteraard ook een nadeel zijn, mocht je praatgrage Peter treffen.

Ook de B&B’s hebben vaak een haal- en brengservice. Soms zelfs van of naar een vorige / volgende etappe. Dit betekent dat je je spullen kunt achterlaten op je kamer en lichtgewicht je wandelingen kunt voltrekken.

Persoonlijk vind ik het echt aan het pelgrimsgevoel bijdragen om van plek naar plek te trekken. Elke nacht een ander bed. Steeds een nieuw gehucht in het land ontdekken. Hongerig je avondmaaltje in het lokale cafe verorberen, met een welverdiend drankje. Ja, daar word ik gelukkig van.


Een woord van ongevraagd advies

Hoe heerlijk is om te lopen zover je wilt en geen druk van eindbestemming te voelen? Geen strakke planning, maar aan het einde van de dag maar kijken waar je je hoofd neerlegt voor de nacht. Carpe diem! Living the life!

Heerlijk, maar stom.

Terwijl ik in Winsum geniet van mijn Groningse blonde, loer ik naar een koppel een tafeltje verderop. Ze bestellen net een tweede drankje, want het zit zo heerlijk hier, na een lange wandeling. Of de ober nog een overnachtingsplek weet toevallig? Hij is voorbereid en overhandigt een lange lijst met mogelijkheden.

Terwijl ik sip van mijn koele biertje, wat pretendeer te lezen, maar uiteraard de boel afluister, strepen ze mogelijkheid na mogelijkheid af. Het optimisme maakt plaats voor zorgelijkheid. De eerste scheuren in het gezellige uitje beginnen zich te vertonen.

Het is november. Het regent. Het is zo buiten het seizoen als maar zijn kan. En toch is er niets meer vrij.

Of het ze gelukt is weet ik niet. Het was niet spannend genoeg om te blijven. Nadat ik had afgerekend stapte ik met lichte tree naar buiten, op weg naar mijn vriend op de fiets, zonder fiets.

Sinds Corona is wandelen hip. Nederland is hip. Dus ga je wandelen in Nederland, doe jezelf en je vermoeide voetjes een plezier en boek ruim van tevoren een overnachting op je route. Moet je afwijken van de wandelroute, weet dan dat je bij Pieterpad Vervoer nog wel eens een vriendelijke chauffeur kan ritselen.

Ken je nog een andere overnachtingsmogelijkheid voor het ultieme Pieterpad-gevoel? We horen het graag.