Wandelen medicijn hartenpijn

Wandelen als medicijn voor hartenpijn

Je hebt de video ongetwijfeld voorbij zien komen een paar jaar terug. Performance artists Marina Abramović en Ulay kijken diep in elkaars ogen. Een minuut lang. Langzaam rolt een traan over haar wang. Tegen de regels in, reikt ze haar handen uit.

Hij neemt ze in de zijne. De seconden tikken door. Dan stapt hij op en maakt ruimte voor een ander. Het scala aan emoties die door haar heen vloeien kan je niet met woorden beschrijven. Die herken je, als je grote liefde hebt gekend. 

Tweeëntwintig jaar terug zagen ze elkaar voor het laatst, op het midden van de Chinese muur. Een intense liefdesrelatie eindigde daar. Jarenlang leefden en werkten ze onafscheidelijk. Hun lichaam als medium voor hun kunst. Ze zouden trouwen.

Geen dertien-in-een-dozijn bruiloft voor hen uiteraard.

Het ludieke plan was om hun huwelijk als kunstwerk in te zegenen. Ieder zou aan een uiteinde van Chinese muur starten om elkaar in het midden te treffen. Bij die ontmoeting zouden ze elkaar het ja-woord te geven. 

De voorbereidingen gingen niet van een leien dakje. Logge bureaucratie en Chinese regelgeving testten het tweetal tot het uiterste. Het duurde acht lange jaren voordat ze groen licht kregen.

Klein probleempje kwam op: het tweetal was inmiddels uit elkaar gegroeid. 

“Life is what happens while you are busy making other plans.” 

De commitment aan de kunst bleek groter dan aan elkaar. De tocht werd uitgevoerd zoals voorgenomen. Het werd alleen geen viering in het midden, maar een voorgoed afscheid.

Ieder legde 2500km te voet af. Een barre tocht van een paar maanden. Verre van romantisch. Soms is een idee duizendmaal mooier dan de werkelijkheid.

“Onze relatie eindigde op dezelfde manier als het begon”, vertelt Ulay alsof deze exercitie de normaalste zaak van de wereld is. 

Hoe voelden die stappen, vraag ik me af. Hoe kan je zo’n immense afstand afleggen met een breuk in het vooruitzicht? Wat maakt dat je jezelf in staat kan brengen om de pijn aan te gaan in plaats van weg te lopen?

Als ik hartenpijn heb vlucht ik in Netflix, wijn of chips. Bij voorkeur tegelijk. Waarschijnlijk ben ik daarom een middelmatige kunstenaar en zij niet.

Wandelen kan een therapeutische werking hebben hoor ik vaak. De beweging schudt je hoofd los. Met elke stap laat je iets achter en loop je naar iets toe.

Alleen lieten zij niet hun ellende achter, ze liepen er regelrecht naar toe. 

Wandelen medicijn hartenpijn

Liefde sterft nooit

Liefde vraagt een dapper hart. Het zijn de moedigen die weten hoe diep een connectie kan gaan. Dat soms de relatie eeuwig blijft bestaan, maar alleen de vorm verandert. Wegen zich scheiden omdat het blijkbaar niet anders kan.

Dat je solo je weg voortzet, wetend dat in jouw hart de naam van die je achterliet, gekerfd staat. Waarbij er maar een minuut nodig is om de liefde weer te doen stromen. 

Ik wil geloven dat ik net als Marina en Ulay kan blijven liefhebben, zelfs, nee juíst, na een breuk. Dat de naam die op mijn hart staat gekerfd, onuitwisbaar blijft.

Zodat mijn hart vanuit stilte hard kan roepen: ik heb je lief, ik heb je lief. Ook zonder jou heb ik je lief. 

bloesemwandeling verlichting

Hoe een zoektocht naar bloesem onverwacht tot verlichting leidt

Ik loop over asfalt tussen twee weilanden door en zover het oog reikt is er niets dan groen. Geen koe te bekennen, geen bloem te zien.

Een tractor blokkeert de weg.

De bestuurder stopt bruusk en wacht gelaten tot ik voorbij ben. Hij is omgehakte bomen aan het weghalen.

In stukjes zien alle bomen er hetzelfde uit. Hopelijk zijn dit niet de appelbomen waar ik naar op zoek ben.

Toen ik ‘bloesemroute Betuwe’ googelde kwam deze ANWB wandeling Heerlijkheid Marienwaerdt er op meerdere wandelsites als beste vanaf.

Dit is zo’n route die mooi begint, mooi doorgaat en mooi eindigt. Mooi tot de derde macht zal ik maar zeggen “ schrijft Frankwandelt op zijn site.

Ergens anders las ik: “deze route gaat voor ruim de helft over onverharde paden. De beroemde Appeldijk is een van de mooiste voorbeelden van de jaarlijkse bloesempracht.

Bloesem

Ik heb verwachtingen.

Van bomen zo zwaar van de bloesem dat ze doorbuigen en je je gezicht er in kunt laten verdwijnen. Gekleurde bomen die van veraf ontzag inboezemen.

Die ik al zou ruiken ver vóór ik ze zou zien.

Van de lucht die zou gonzen van alle bijen. Ik had plaatjes in mijn hoofd en voelde me gelukkig bij het bekijken ervan.

Zoals het vaak gaat met verwachtingen worden ze meestal niet geëvenaard door de werkelijkheid.

Anderhalf uur onderweg en ik heb nog geen bloesem gezien. De route brengt me nog veel verder door groen en langs groen, grotendeels over asfalt. Een ooievaarsnest zorgt voor wat afwisseling, maar gelukkig voel ik me niet.

Hier vormt zich het eerste scheurtje in onze vriendschap. Waar is al dat moois dan Frank? IK ZIE HET NIET!

En weet je wat het is? Als je naar bloesem zoekt, dan word je van groen niet blij. Zelfs niet als groen je lievelingskleur is.

Na drie uur lopen kom ik op de appeldijk. Hier staan bomen met wittige plukjes. Met een beetje fantasie zou je kunnen denken dat dit bloesem is. Of wordt.

Blijkbaar ben ik te vroeg. En dat terwijl mij beloofd is dat de bloesempracht tussen april en mei op zijn hoogtepunt zou zijn. Ik was er op 15 april.

Grrrrr!

bloesemwandeling heerlijkheid marienwaerdt

Vergankelijkheid

In Japan staat de kersenbloesem, gezien de korte bloeitijd, symbool voor vergankelijkheid. Bloesem is net als het leven, mooi en kwetsbaar tegelijkertijd.

Het herinnert je eraan dat alles komt en gaat en dat je je niet zo hoeft te hechten aan geld, status, ervaringen en spullen, omdat niets in het leven blijvende voldoening geeft. Werkelijk geluk en voldoening is alleen in jezelf te vinden zei een wijze man ooit.

In het zenboeddhisme hebben ze het ook over geluk en hoe dat te bereiken.

Zenmeester Hakuin (1686-1768) verloor zijn ouders op 10 jarige leeftijd en bracht zijn leven door met het zoeken naar geluk en verlichting.

Hakuin was heel gedreven en mediteerde zich een ongeluk.

Dagenlang zat hij op een rots zonder te bewegen. Hij bracht een week mediterend door zonder te eten of te slapen en hij zat zelfs maandenlang tot aan zijn borst in een ijskoude rivier.

Hij had er alles voor over en werd uiteindelijk doodziek van al zijn inspanning. Toch bleef hij, terwijl zijn gezondheid hard achteruitging, mediteren.

Het verhaal gaat dat hij op een ochtend in diepe meditatie was toen de geur van pruimbloesem voorbijkwam.

Toen hij die geur rook, bereikte hij plots verlichting. Hij stond op, rochelde en nieste flink en voelde zich genezen.

Hij realiseerde zich op dat moment dat het niet nodig is om zo je best te doen en dat je geluk en verlichting niet hoeft te verdienen. “It’s yours from the beginning. It always was and it always will be.

Verlichting

Thuis loop ik de volgende ochtend door de straat en zie overal confetti liggen. Heb ik een groot feest gemist?

Ik kijk nog eens goed en zie dat het bloesemblaadjes zijn. Roze, paarse en witte blaadjes liggen in bergjes op de stoep en in de goot. Er ligt zoveel dat ik er handenvol van zou kunnen pakken.

In mijn zoektocht naar bloesem heb ik heel internet afgestruind en ben naar de Betuwe gegaan om het te vinden.

Terwijl hier in Den Haag de straten vol staan met bomen die vol in bloesem staan. Wit, roze, donkerroze het is er allemaal. De takken buigen ervan door.

Ik ruik de zoete geur die van de bomen afkomt en bereik plots verlichting.

Bloesem is net als geluk. Ik zocht het buiten mijn stad, maar vond het vanbinnen.

n70 wandelroute duivelsberg

N70 wandelroute Nijmegen. De bloederige Duivelsberg.

Op een vrijdag in december werd ik rond 16.00 uur verwacht in Horssen (Gelderland) voor een stilteweekend. Normaalgesproken zou ik dan uitslapen, een boekje lezen en na de lunch in de auto stappen.

Dit keer koos ik iets anders. Ik had zin in een leeg hoofd en daarom besloot ik vooraf een wandelingetje te maken door de omgeving.

Ik zocht een mooie route in de buurt van Horssen uit en vond de N70 wandelroute in het Rijk van Nijmegen.

Sportieve wandeling over 8 ‘bergen’ en door bossen. Met prachtige vergezichten over polders, schilderachtige laantjes en het rivierenlandschap.

Hebbes!

De omschrijving gaf me hetzelfde gevoel wanneer ik op de menukaart het lekkerste hoofdgerecht tegenkom: “Ceviche van zeebaars met een schuim van kokos en limoen.”

Dat kon niet misgaan. Mijn zus was net zo enthousiast over het hoofdgerecht als ik en dus stond ik die vrijdagochtend om 9 uur bij haar op de stoep. Tegen elven kwamen we aan bij het startpunt in Beek.

Het was die dag amper 3 graden en daarom had ik onder mijn jas een dikke trui aan. Onnodig bleek slechts 15 minuten later.

De Sterrenberg was de eerste berg die we beklommen. En bij elke meter die we stegen, steeg mijn temperatuur mee. Na een kwartiertje was het al zo warm dat ik mijn jas uitdeed.

Één berg gehad, nog 7 te gaan. De jas bleef uit.

De Wolfsheuvel en Boterberg volgden. Ploeterend zwoegden we naar boven. Kuiten begonnen te protesteren, wangen te gloeien en ik hoorde een stem in mijn hoofd herhaaldelijk zeggen:

“Wat een onzalig idee! Wie bedenkt dit? Sportieve wandeling? Dit lijkt verdomme wel een bootcamp!

n70 duivelsberg heksendans

Duivelsberg

Halverwege was de Duivelsberg aan de beurt om te overmeesteren. 75 meter omhoog. We werden er stil van, ook de stem in mijn hoofd.

Hijgend bereikten we de top en daarmee ook de beloning. Behalve een mooi uitzicht over een stukje Duitsland, was er ook een bloederig verhaal. Heerlijk.

Graaf Balderik en zijn vrouw Adela woonden lang geleden in een burcht op de Duivelsberg. Misschien werd Adela duivels door de berg of was ze al duivels en is de berg naar haar vernoemd, ze was in ieder geval een bloeddorstig type.

In 995 liet ze haar zus vergiftigen na een ruzie over de erfenis van hun vader.

Zus en ik keken elkaar aan. Gelukkig is onze vader er nog, dacht ik opgelucht. Ik hoop maar dat het haar niet op ideeën heeft gebracht.

Later vergiftigde Adela haar bloedeigen zoon (uit een eerder huwelijk) omdat hij wilde voorkomen dat ze met Balderik trouwde. Tot slot vermoorde ze ook nog Wichman van Vreden, een collega-graaf en aartsvijand.

Ik moet bekennen dat ik gefascineerd ben door verhalen over moord en doodslag.

De meeste tienermeisjes hadden posters van een jongensband boven hun bed hangen. Bij mij hing Peter R. de Vries aan de muur. Ik ben groot fan.

En ik ben niet de enige. Mijn vaders favoriete zender is ID, een crimezender die waargebeurde misdaadverhalen uitzendt. Mijn dochters favoriete podcast is Moordcast.

Erfelijk belast dus.

N70

Goed terug naar de wandeling.

Het was mooi, heel mooi zelfs. In de lente, zomer en herfst is dit een drukbelopen route. Doordeweeks en in de kou was het lekker rustig. Het grootste deel van de route was onverhard en heel goed aangegeven met groene paaltjes.

We gingen op en neer door het bos en kwamen onderweg veel horeca tegen. Er waren schitterende doorkijkjes. De Duivelsberg is ook onderdeel van, het Pieterpad op de etappe van Millingen – Groesbeek.

Groepjes hardlopers waren hun conditie op pijl aan het brengen. Achteraf las ik dat de N70 is uitgegroeid tot een veelgebruikt oefenparcours voor hardlopers, trail lopers en lange afstand wandelaars.

In deze prachtige omgeving kwamen we langs kasten van huizen met een zwembad in de tuin. Er was zelfs een villa in Toscaanse stijl. Gelukkig ben ik niet jaloers aangelegd.

Eerlijk gezegd heb ik een beetje medelijden met ze. Voor zo’n villa moet je heel hard en veel werken. Daardoor zijn die arme mensen nooit thuis om van hun Toscaanse luxe te genieten. Met mijn gewone baan had ik op een doordeweekse vrijdag wel tijd om van hun pracht en praal te genieten.

Zouden ze dat nou zelf ook doorhebben?

Het grote geluk van de lente!

Elk jaar rond de maand maart krijg ik een dikke bonus. En elk jaar word ik daar volledig door verrast. Ik voel me als Dory, de vis met geheugenverlies, in de film ‘Finding Dory’. Want hoe kan iets je verrassen als je elk jaar hetzelfde krijgt?

En toch is het zo.

Dit jaar kreeg ik mijn bonus vroeg, op een zaterdagochtend eind februari.

Ik loop vanuit huis richting de bosjes van Pex.

In Den Haag hebben we meerdere bosjes; de Scheveningse bosjes en de bosjes van Poot. En ‘bosje’ is een briljante naam die de lading volledig dekt. Het is een klein stukje bos in een woonwijk waar je in een kwartiertje doorheen bent.

Al is het klein, voor een stadsmeisje is het fijn.

Meestal loop ik door de bosjes als ik op weg ben naar het strand, maar vandaag heb ik geen plan. Ik loop gewoon waar mijn voeten me brengen. Ik ben nog maar net in de bosjes als me iets opvalt.

Het is druk. Opvallend druk.

Mensen lopen hand in hand, kinderen rennen enthousiast tussen de benen door en ik zie een handjevol oudjes schuifelend achter een rekje.

Bankje

Mijn oog valt op een bankje met gouden gloed en ik voel direct een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Mijn voeten wachten niet af en brengen me er heen.

Dankbaar plof ik neer. Mijn ogen vallen als vanzelf dicht. Ik adem uit.

Op de achtergrond hoor ik het doffe geluid van een tennisbal die het racket raakt. Een scheidsrechter blaast op zijn fluitje waarna het gejuich losbarst van de voetbaltoeschouwers.

Paardenhoeven klikken ritmisch langs mijn bankje. Geroezemoes van hondenbezitters die met elkaar in gesprek zijn over hun kroost, bereikt mijn oor.

Vandaag is geroezemoes mijn lievelingsgeluid.

Al deze zaterdagochtendgeluiden klinken mij, na 2 jaar stilte, als muziek in de oren. Als een nummer van Ludovico Einaudi

Terwijl ik op het bankje zit voel ik de zon op mijn gezicht. En daar is ‘ie.

Lente

Bonus

Mijn allang vergeten, dikke, vette bonus!

Want wat is het een magnifiek gevoel om de zon weer voor het eerst op je huid te voelen na een lange winter. Mijn schouders smelten als ijs. De frons tussen mijn wenkbrauwen volgt hun voorbeeld.  

Ik hoor een diepe zucht. Zo’n zucht van echt gevoelde opluchting. Ik kijk om me heen en besef me dat die zucht uit mijn eigen binnenste komt. Hè hè, eindelijk ben ik er. Het voelt als thuiskomen!

Elke winter vergeet ik hoe die eerste zonnestralen voelen en elk voorjaar word ik er weer volledig door verrast. En wat is dat een feest!

Zou ik dit gevoel, als ik later oud en dement ben, met alles hebben? Heeft Johan Cruyff dan weer gelijk met zijn uitspraak “elk nadeel heb zijn voordeel?”

Als mijn dochter me weer eens vraagt:

“Wat is er nou zo leuk aan wandelen?”

Dan weet ik nu mijn antwoord:

“Geen idee, ik zit liever op een bankje in de zon.”

Nu ik hier eindelijk ben, wil ik niet meer weg.  

Lente

Als ik me eindelijk weet los te scheuren van het bankje lukt het me om het bosje uit te lopen. Onderweg zie ik bloembolletjes opkomen. Ze drukken hun gekleurde kopjes uit de aarde.

Het zijn net paaseitjes in het gras, verstopt om gevonden te worden door de kinderen. De knoppen aan de bomen lijken wel lampjes die op het punt staan aan te gaan.

Ik loop langs een grote vijver. De zon weerkaatst op het oppervlak en maakt diamanten in het water.

Een grote witte hond springt onstuimig in het ijskoude water om een tak te halen voor zijn baasje. Ik kan nog net wegspringen als hij bij terugkomst het water uit zijn vacht schudt. Halverwege het schudden springt hij weer de vijver in.

Meteen denk ik terug aan het zwembad in Italië waar ik na een jaar wachten net zo enthousiast het water in spring.

Honden en mensen lijken sprekend op elkaar. Ook hij heeft ook zijn bonus gekregen.

Zon en lente zijn niet alleen een bonus, ze zijn ook een belofte. Een belofte voor alle fijne dingen die nog gaan komen. Zonder jas naar buiten, BBQ-en, wijntjes aan het strand, zwemmen op vakantie.

Het leven is net als de seizoenen. Na winter komt lente, na regen zonneschijn. Oh en wat ben ik toe aan zonneschijn!

wandelen met kinderen strand Den Haag

Mijn kinderen wandelen niet

We kijken genoegzaam voor ons uit. Het is lente. De zon laat zich van haar mooiste kant zien. We vangen de stralen op met innerlijk gejuich. 

Niet ver van ons zien we de zee. De zee is er altijd geweest voor ons. Rachel en ik zijn hier opgegroeid en we helpen elkaar eraan herinneren dat dit prachtstuk landschap aan de stad geen vanzelfsprekendheid is. 

Een stukje dichterbij zien we onze kinderen. Jonge tieners. Eentje speelt een geit. Twee kinderen stapelen zich op de geit. Waarna de geit omvalt en wordt ingegraven in het zand.

Een voorbijganger zou bij dit tafereel opmerken hoe fijn het is dat deze kinderen nog spelen. Dat niet ieder in hun hand een smartphone heeft vastgeplakt. Die voorbijganger weet niets. 

Want vaak zit er wel een telefoon in hun hand. En daar heb ik een oordeel over. 

Ondanks het feit dat ik zelf continue mijn telefoon pak om iets op te zoeken, waarna ik een kwartier en 10 apps later me afvroeg wat ik ook alweer ging opzoeken. 

Ik voel me nu eenmaal meer geslaagd als moeder als hun leven zich niet virtueel afspeelt. 

Hun gedrag reflecteert op mij. Zijn ze beleefd, slim en sociaal, dan heb ik het goed gedaan. Zie je een rotkind, dan hoort daar een rotmoeder bij. 

wandelen met kinderen strand Den Haag

Mijn kinderen wandelen niet 

Gemiste steek. We zetten ‘m op het lijstje.

Soms krijg ik ze mee, een stukje, meestal gepaard gaande met de belofte van ijs, of zoiets. Ik vind ook daar wat van. Want goede ouders wandelen met hun kinderen. Liefst op zondagmiddag als vaste prik. Die kinderen klagen niet. Ze zijn wijs en ontwikkeld. Doorzetters zijn het, met een mooie toekomst voor de boeg. Ik vermoed dat 90% van de wandelende kinderen gymnasiast is. 

Elite-ouders gaan zelfs op een ‘actieve’ vakantie met hun kinderen. Hier krijg ik spontaan jeuk van, want zij maken de schaduw te groot. De schaduw waarin ik een stukje krimp. 

De verwachting voorbij 

Toen ik in Singapore zwanger was van Maya had ik droombeelden. We zouden samen elke dag picknicken in de botanic gardens. Daarna vriendinnen ontmoeten met baby’s voor een koffietje. Misschien zo’n playgroup.  Ik zag ons lachen. Samen waren we onoverwinnelijk en uiteraard dolgelukkig.

Maya begon al te huilen als we de voordeur uitstapten. Het park was te heet en we hebben welgeteld eenmaal gepicknickt. De hele vijf minuten. Playgroups waren te druk voor haar en ik vond er zelf eigenlijk ook geen drol aan. De koffie lukte soms. Maar onoverwinnelijk waren we niet. 

Jaren later bevonden we ons in Noorwegen. Hier lopen kinderen van twee zelf een berg op. Buiten zijn en wandelen is net zoals gewoon als een hotdog met ketchup op een verjaardagsfeestje (geloof me, we hebben geen Noors feestje meegemaakt zonder).  

Ook hier maakte ik plaatjes in mijn hoofd. Onze kinderen zouden ook wandelen. Soms op ski’s, want waarom niet. En ook hier wees de realiteit anders uit. Samen hutten bouwen vonden ze prachtig. Een kilometer of drie lopen niet. 

wandelen met kinderen Den Haag strand

Actief wandelen met kinderen

Nu hoor ik je denken, je moet het ook een beetje leuk voor ze maken.

Ja, dat zijn de elite-ouders die spreken. Die weten hóe je moet wandelen met kinderen. Je motiveert ze, maakt er één groot avontuur van. Joepie. 

Terloops leren ze het kroost over eetbare plantjes en vogelgeluiden. Het is actief wandelen, niet alleen voor de kinderen, maar vooral voor de ouders.

En daar zit nou net de crux. Ik wil niet actief wandelen. 

Wandelen voor jezelf

Soms dwaal ik af met gedachten en zit ik in mijn eigen wereld. Dan weer ben ik helemaal in het moment en geniet ik van de prachtige natuur die zich voor mijn ogen ontluikt. Wandel ik samen met een vriendin, dan ga ik op in het gesprek. 

Hoor je het? Er zit veel ‘ik’ in dit verhaal. Wandelen is voor mij. Het is waar ik oplaad. Het brengt mijn drukke hoofd tot rust en mijn stroeve lichaam in beweging.  

Dus laat ik de kinderen thuis. Tot de dag komt dat ze zelf willen wandelen. Dat ook zij hun ‘ik’ in het wandelen hebben ontdekt. Ik was een jaar of veertig toen dit gebeurde. Dus ik heb hoop. 

Het bankje van de strandtent zit goed. De kinderen zijn blij, Rachel en ik zijn blij. Wij weten inmiddels hoe we moeten afspreken met onze meiden. Horeca, korte loopafstand van de auto en wat ruimte voor ze om te ravotten. We kiezen de geplaveide weg van moeiteloosheid. Dan smaakt de koffie zoveel beter.  Ik vind ons eigenlijk best geslaagd. 

wildplanten den haag

Wildplanten. Is dat verboden?

Op social media zag ik een oproep van meerbomennu.nl. Ze hebben als doel om 1 miljoen bomen te planten in 1 seizoen en verzinnen daarom grappige acties. Dit keer gaven ze jonge boompjes weg aan bewoners van Den Haag.

Ik dacht terug aan het filmpje van Beau Miles. Naast troep opruimen tijdens het lopen, plantte hij ondertussen ook bomen. Hij deed het tegelijk.

Hoe cool is dat? Dit was mijn kans. Wat Beau kan, kan ik ook, dacht ik en meldde me aan. Dat Beau ook een marathon liep, liet ik voor het gemak, even buiten beschouwing.

Ik zat verlegen om een partner in crime, dus belde ik mijn broer. Hij was direct enthousiast. Zoals altijd.

Intussen dacht ik aan Beau. Hoe zou hij het vinden dat hij een luie stadsvrouw uit Den Haag heeft geïnspireerd tot het prikken van papier en het planten van bomen tijdens het wandelen?

Rimpeleffect

Beau gooide een steentje in het water in Australië en de rimpels die dat steentje veroorzaakte zijn tot over mijn drempel geklotst.

Grappig eigenlijk. Iedereen veroorzaakt natuurlijk rimpels. Vaak doe je dat onbewust, maar hoe leuk zou het zijn als je wist welke positieve rimpels je hebt veroorzaakt in het leven van een ander? En hoe ver zijn de rimpels gekomen?

Wanneer heb je voor het laatst iets slims gezegd waar iemand veel aan had, iets bijzonder aardigs gedaan of iets moois gemaakt? Misschien heeft degene die jouw rimpel heeft ontvangen hem wel weer verder laten golven.

Goed, Broer en ik reden naar het industrie terrein waar de boompjes werden weggegeven. We volgden de pijlen en aanwijzingen van de vrijwilligers. Auto’s en fietsers kwamen van alle kanten. Het was druk. Zo druk zelfs dat er een file ontstond.

Beau had geen steentje in het water gegooid maar een rotsblok! Of zou het iets te doen hebben met het magische woord gratis?

Wildplanten

Een jonge vrouw in schutkleuren verscheen aan het auto raampje.

“Hoeveel bomen willen jullie?”

“Uh….geen idee eigenlijk”

“Ok, hoe groot is jullie tuin?”

Ik dacht aan mijn balkon van 2 m2 op 2 hoog.

“Nee geen tuin, we gaan wild planten.”

Dat bleek precies het juiste antwoord te zijn. Een brede lach waarin zowel bewondering als aanmoediging te zien was, brak door op het gezicht van de vrouw.

“Doe maar 50 bomen” zei mijn broer.

Als je iets doet, moet je het goed doen.

“Ok, en welke soort bomen wil je?”

We keken elkaar aan. Clueless. Ik weet dat een eik en een kastanje heel groot worden en dat is hoever mijn bomenkennis rijkt.

“Doe maar een mix” zei ik.

We kregen 30 wilgen mee van 150 cm en een mix van hulst, meidoorn en andere bomen waar ik de naam niet meer van weet. Trots reden we het terrein af. De eerste goede daad lag in de achterbak.

Over het vervolg had ik in mijn enthousiasme nog niet goed nagedacht. Want waar raak je die bomen kwijt? Ik zocht op internet of je zomaar een boom mag planten.

Google snapte niet dat ik een boom in het wild ging planten, want hij vertelde me alleen de regels voor bomen in een tuin.

Ik voelde me wat onzeker. In Den Haag is alles gecontroleerd. De groenvoorziening houdt alles netjes bij en planten en snoeien gaat volgens een strak schema. Ik stelde me voor dat er weinig ruimte was voor planten uit de losse pols.

wildplanten den haag

Uitdaging

Wildplanten werd dus een uitdaging. Zeker omdat ik wilde dat ze zouden uitgroeien tot reusachtige exemplaren waar je over een paar jaar onder kunt picknicken.

Ik moest dus plekken vinden die niet kaal waren gesnoeid en waar een boompje meer of minder niet direct op zou vallen.

Dat is lastig in Den Haag kan ik je vertellen. De meeste bermen waren namelijk net gemaaid en zo kaal als de schedel van Humberto Tan.

We parkeerden de auto en gingen op weg met bomen, papierprikker en vuilniszak. Jazeker, je leest het goed. Naast wildplanten deden we ook aan wild opruimen. Slechte dingen weghalen en goede dingen terugzetten. Zou dat rimpels veroorzaken?

Broer heeft wèl een tuin en wilde maar liefst 1 wilg adopteren. De kop was eraf, nog 49 te gaan.

Het was nog flink zoeken naar wild om in te planten. We liepen langs slootkanten met schep en bomen.

Verboden

Terwijl Broer speurde naar plastic en ander vuil, had ik nergens meer oog voor en zag alleen aarde en geschikte plekken. Natuurlijk keek ik regelmatig of ik geen andere mensen zag en ook dat is een uitdaging in Den Haag.

Het voelde inbreker-achtig. Alsof je op het punt staat iets illegaals te doen.

In gedachten hoorde ik al:

“Zo, zo mevrouwtje, wat zijn we hier aan het doen? U bent toch niet aan het wildplanten hè? Dat is verboden en daar krijgt u een bekeuring voor!”

Gelukkig kwamen we geen BOA’s tegen. We raakten heel wat boompjes kwijt langs de kant van verschillende sloten, maar hadden er ook aardig wat over.

We liepen weer over straat en ik zag overal voortuintjes waar ik zo een boompje in kwijt kon. De kans op picknicken over een paar jaar onder een volgroeide boom, leek me dermate klein dat ik het niet deed.

Tot slot waren we bij mijn vader in de buurt. Een briljant idee vormde zich in mijn hoofd. We staken stiekem wat wilgen in zijn voortuin en ook de laatste hulst en meidoorn vonden een nieuw thuis. Tenminste als het hulst en meidoorn zijn.

Omgekeerde diefstal, zou dat ook verboden zijn?

sallandsheuvel Pieterpad wandeling stilte groeten

Dit is waarom ik niet meer groet tijdens een wandeling

Een vriendin van me post onlangs op Facebook dat zo weinig mensen meer groeten. Ze doet een telling. Van de 20 mensen die ze tijdens een wandeling tegenkomt, groetten er slechts twee. Reacties van ontzetting volgen. Iedereen beweert altijd te groeten. Het zijn de anderen, niet zijzelf.

Zelf ben ik ook zo’n groeter. Met lieflijke glimlach uiteraard. Ik doe immer mijn uiterste best om aardig gevonden te worden. Daar ben ik ver mee gekomen.

Rachel inspireerde mij om ook eens deel te nemen aan een stilte retraite. Twee weken geleden, tijdens die enorme storm, schuilde ik zonder woorden in een klein kerkje in Gelderland.

Ik ervaarde de kunst van niet-doen. Zijn met wat is en voorbij de weerstand toelaten wat nodig is. Annemarie leerde ons: Stilte. Adem. Voelen. Uit het hoofd, in het lichaam en in het moment.

Tijdens een stilteweekend groet je niet. Ook non-verbaal ben je stil. Je bent ontheven van sociale wenselijkheid. Je bent er alleen maar voor jezelf.

In stilte over het Pieterpad

Nog vol van de nieuwe inzichten van dit weekend, besloot ik een deel van mijn Pieterpad etappe afgelopen weekend ook in stilte door te brengen. Telefoon op stil en voortbewegen met aandacht.

Stilte. Adem. Voelen.

Nu is in stilte wandelen niet zo confronterend. Het is juist fijn. Je ziet meer en geniet meer van de natuur. En die was prachtig deze dag. Misschien wel de mooiste etappe van het Pieterpad tot nu toe.

De tegenliggers ontmoeten in stilte is andere koek. Als vanzelf zocht ik oogcontact bij de kruising, om mijn alleraardigste groet over te brengen.

Maar bij het daadwerkelijke articuleren liep ik vast. Dus glimlachte ik maar wat. Met een hoffelijk knikje. Ik voelde me een redelijke idioot.

sallandsheuvel Pieterpad wandeling stilte groeten

De oncomfortabelheid van niet groeten

De zon scheen op de prachtige Sallandsheuvel. Het was druk.

Ik kwam meer dan twintig mensen tegen tijdens mijn stilte uur. Veel meer. En deze mensen groetten stuk voor stuk.

Misschien is het makkelijker stilte wandelen in Den Haag bedacht ik me. Daar is groeten zo zeldzaam als een hartvormig chipje. Soms tref je er één, maar het is sporadisch, dus durf je ‘m bijna niet te consumeren.

Non-verbaal groeten is geen stilte. Het is net zo luid.

Het bleek knap lastig voor me om niet conformeren aan de gewenste, vriendelijke en alledaagse groet. Wat als ik niet zou groeten en mijn blik niet de medemens opzocht? Ik zou ergernis krijgen.

Gesmoes, zo intentioneel net hoorbaar, een paar meter achter me. Wenkbrauwen zouden worden opgetrokken, door een snuif gevolgd.

Ik probeerde het voorzichtig. Het viel wel mee. Er kwam in elk geval niemand achter me aan om verhaal te halen. Ik hoorde zelfs geen gebrom.

De reactie van een ander is niet mijn verantwoordelijkheid. Als ze er iets van vinden, mogen ze daar helemaal lekker zelf mee dealen.

Zo.

Besloot ik.

Nog altijd oncomfortabel.

sallandsheuvel Pieterpad wandeling stilte groeten

De geboorte van de pleaser

Waarom toch dat aanpas gedrag van mij? Why care? Ik ging terug in mijn leven en vroeg me af wanneer dit was begonnen. Daar had ik tenslotte de tijd voor.

Het antwoord kwam snel en raak. Dat gebeurt als je stil bent.

Mijn achtjarige ik kreeg de schok van haar leven tijdens haar eerste schoolweek in een katholiek dorpje in België. Eind jaren tachtig, maar nog in de nasleep van strengere vroegere tijden. Hier luisterden kinderen naar gezag. Niet uit respect, maar uit angst.

Opstellen in nette rijtjes van twee. Op mijn montessori school in Nederland stormde we gewoon naar binnen. Geen gezellige groepjes, maar lange horizontale rijen, gericht naar het bord. Alwaar de meester op directieve wijze zijn lessen onderhield.

Wist je je niet te gedragen, dan ging je met je knietjes op het randje, vooraan de klas. Net zolang tot de meester vond dat je je les had geleerd.

Ik leerde er maar één les van: je gedraagt je en past je altijd aan.

Wat mij in een gecompliceerd pakket bracht, want ik verstond er aanvankelijk weinig van. Plat Vlaams lijkt meer op Deens dan Nederlands. Ik kende de regels niet. De cultuur niet.

Alles was voor mij een ongeschreven wet. Dus bewoog ik me op school voort met voorzichtige tred. Ik leerde me aanpassen.

Conformeren.

Het lieve meisje klaar om te pleasen en oh zo haar best te doen, kwam in mijn leven.

Ze liep nog steeds met me mee, daar over de Sallandsheuvel. Ze bleef glimlachen, haar best doen om zich aan te passen aan wat gevraagd werd. Ik pakte haar hand en fluisterde heel zacht dat ik bij haar was. Dat ze niet meer op haar hoede hoeft te zijn.

Samen werden we een rebel. We groetten niet meer. We glimlachten nog wel.

Niet naar de ander, maar naar onszelf.

storm omgevallen boom

Stormt het ook in jouw leven?

In de winter kijk ik nooit naar het weerbericht. Het valt namelijk altijd tegen. Als de zon dan toch een keer schijnt dan voelt het alsof ik zomaar geld op straat vind. Briefjesgeld, welteverstaan.

Het is net als met verwachtingen. Heb je ze, dan wordt je vaak teleurgesteld. Heb je ze niet, dan is er een kans dat je af en toe blij verrast wordt. Ik verkies af en toe verrast worden, boven vaak teleurgesteld.

Ik heb dan ook geen idee wat er op ons afkomt. Pas als de school van mijn dochter mailtjes stuurt over code oranje en eerder sluiten omdat de tram niet meer rijdt, begin ik me af te vragen wat ik heb gemist.

Ze heet Eunice en oranje is haar kleur. Ok, maar wat betekent dat?

Gelukkig doen ze bij het KNMI aan storm voor dummies. Ik lees: bomen kunnen omvallen, losse dingen kunnen rondvliegen. Blijf thuis.

Aha.

stormt het ook in jouw leven

Storm Eunice

De wind raast om het huis met een huilend geluid. De storm geeft me een opgejaagd gevoel. Rusteloos wacht ik op wat er te gebeuren staat.

Donker en dreigend staat Eunice voor me, zoals mijn ex als hij boos was.

Net als toen, ben ik op mijn hoede. Hoe erg wordt het en wat gaat er kapot? Mijn inwendige barometer voelde altijd feilloos aan wanneer er thuis storm op komst was.

Ook toen vlogen er dingen door de woonkamer en moest ik oppassen niet te worden geraakt door de takken.

Bij code rood trok ik mijn schoenen aan en ging naar buiten, met mijn dochter onder mijn arm. Dan bleven we buiten tot de storm ging liggen en het risico op gevaarlijk weer was geweken.

Dit keer blijven we binnen. Hier zijn we veilig.

Het geluid zwelt aan. Dakpannen regenen van de kerk. Takken knakken.

Ik sta voor het raam en zie de boom voor mijn huis diep doorbuigen. Het is een wonder dat het vogelnestje aan de takken blijft plakken.

De buurman heeft een paar kano’s op zijn schuurtje liggen en Eunice kiest er een als speeltje. Ze pakte hem op en dreigt ermee te gaan gooien. Mijn auto staat precies in de werprichting en in gedachten zie ik de kano mijn voorruit versplinteren.

‘Sorry’ mompel ik, ‘mijn fout’. ‘Ja heel stom van me, je hebt gelijk’.

Door het stof gaan en toegeven dat je iets heel stoms hebt gedaan, kan kalmerend werken. Ook als je niks verkeerd hebt gedaan. Gelukkig voelt Eunice zich gehoord en legt de kano weer neer.

Als de storm de volgende dag is uitgeraasd, bekijk ik de schade. Het valt mee. De kano’s liggen alle drie nog op hun plek, de boom staat nog verticaal, het nestje zit nog op dezelfde plek.

Stormschade

Het is zaterdag en ik ga naar de Uithof voor mijn wekelijkse rondje.

Hier is het anders. Eunice heeft flink huisgehouden. Ze is haar zelfbeheersing verloren en is losgegaan. Een reus van een boom heeft ze uit de aarde losgerukt en omvergeworpen. De boom is daardoor over de sloot geklapt, waardoor het een brug lijkt.

Het is net een olifant die gestorven is. Je kunt er niet zomaar langslopen. Ik voel dat ik de boom respect moet tonen. Net als olifanten dat doen bij een gestorven soortgenoot. Ze staan er stil omheen en bedekken het lichaam met takken.

Andere wandelaars voelen blijkbaar hetzelfde en staan zwijgend even stil bij de boom. Sommigen knikken hem even toe.

Er zijn meer bomen losgetrokken, geknapt als lucifers. Takken liggen overal op de grond. Wandelen wordt zigzaggen tussen obstakels.

Ik vraag me ineens af waarom er storm is? Heeft storm een functie? Heeft niet alles op onze aarde een functie?

Is er storm om bomen die niet stevig geworteld zijn, omver te blazen? Om oude structuren die niet meer werken, kapot te maken? Om slecht functionerende relaties met de grond gelijk te maken?

Moeten sommige dingen helemaal kapot omdat het anders gefixt kan worden en blijft bestaan? Zodat je wel moet loslaten, omdat er niks meer is om vast te houden? Omdat je dat pas beseft als het met de grond gelijk is gemaakt en verpulverd aan je voeten ligt?

Ruimte ontstaat

In oude culturen werd storm ervaren als een gewelddadige uiting van goddelijke wil. Maar omdat storm evengoed de nodige regen bracht, zorgde hij ook voor vruchtbaarheid van het land.

Als een boom omwaait en ontwortelt, ontstaat er ruimte.

Het zorgt ervoor dat er iets nieuws kan groeien. Dat een ander boompje zijn plek kan innemen. Waar één deur dichtgaat, gaat een andere deur open.

Het valt me op dat mensen, na een storm in hun persoonlijk leven, vaak veranderen. Ook bij hen groeien er nieuwe boompjes op de kale plekken. Soms hele bijzondere boompjes, die alleen maar konden groeien nadat de storm ruimte voor ze had gemaakt.

Als storm een functie heeft, is er dan ook een bedoeling? Komt de storm om je een andere kant op te duwen of maakt hij slechts ruimte en groeit er vanzelf iets nieuws?

Gelukkig weet ik het antwoord op deze vragen niet. Heb ik weer wat om mee te wandelen.

“Stormy weather, while my baby and I where together”

aarden met paarden wandelen Veluwe

Aarden met paarden; een wandeling met IJslanders op de Veluwe

De ouders zitten achter glas in de kantine. Het kroost rijdt rondjes. Een van de pony’s stopt steeds als hij moet draven. Een ander port zijn neus in de kont van de pony ervoor. Nu mogen ze in galop. Een voor een, met een tienermeisje ernaast meerennend. Mijn dochter mag heu-le-maal alleen in galop. Een primeur! De hele zes meter leg ik zorgvuldig vast op video. De ouders juichen. Ik blijf met een onbestemd gevoel achter.

Dochter geniet van de lessen en ik geniet elke week een stukje minder. Is dit hoe het bedoeld is? Rondjes rijden. Soms Annemarie koekoek. En heel af en toe een volte of jawel, komt ie: ‘van hand veranderen’.

Tijdens het opzadelen merk ik dat pony er niet zoveel zin in heeft. Het bit indoen gaat gepaard met een weigerend hoofd. Komen ze hun stal eigenlijk wel eens uit voor iets anders dan rondjes in de bak? Ik zie geen wei. 

Bij de ingang van de stallen staat een kleine Shetlander. Niet aaien, waarschuwt een bordje, hij kan bijten als hij de aandacht zat is. Zou het de aandacht zijn of het feit dat ie z’n hok niet uitkomt, vraag ik me af. 

Als kind reed ik ook. Toen dacht ik nooit over zulke dingen na. Ik las de Penny, deed mijn rijbroek aan, nam een zweepje mee en deed wat me gevraagd werd.

Het is als Zwarte Piet. Vroeger vond je dat heel normaal. Als volwassene denk je “het is toch wel een beetje vreemd eigenlijk”.

Gek is dat. Ik ga al heel lang niet meer naar school, maar denk nu meer na dan toen het de bedoeling was om na te denken. 

aarden met paarden wandelen Veluwe

Paardvriendelijke maneges

Nu ga ik nog liever dood dan dat ik de confrontatie opzoek, dus in plaats van in gesprek te gaan met de manege bevind ik mij op google. ‘Paardvriendelijke manege’ levert een interessante zoektocht op.

Het bestaat: bit- en ijzervrij rijden. Paarden die in de wei leven. Lessen waarin je leert samen te werken met je edele dier. Het vraagt een andere zit blijkbaar, niet veel meer dan dat. 

Ik snap er steeds minder van. Als dit bekend is, waarom kan ik er in de provincie Utrecht dan maar enkele vinden? De dichtstbijzijnde paardvriendelijke manege ligt voor ons op 40 minuten rijden. 

Tja, dan komt uiteraard het dilemma van alle betere keuzes: de bereidheid om met de oncomfortabele consequentie om te gaan.

We parkeren de keuze even. Hier kan kind zelf zaterdagochtend naar de manege fietsen en dat komt moeder goed uit. Ik ben er niet trots op.

Wel zoek ik naar een alternatief. Een middagje paardvriendelijk zijn. Het is beter dan niets, houd ik mezelf voor. 

Foto Lyanne – dekleinekudde.nl

De kleine kudde

Zo kom ik terecht bij De Kleine Kudde. Bij Lyanne kan je als kind lekker klungelen met paardjes. Knuffelen, spelletjes doen, een stukje het bos in lopen. Als volwassene ben je ook welkom.

‘Aarden met paarden’ lees ik. Een wandeling met haar IJslanders. Niet erop, maar ernaast. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Waar ik startte in de zoektocht naar een andere manier van paardrijden, zit ik nu op een nieuw spoor. Zou je naast een paard evenveel plezier beleven als erop?

There is only one way to find out. Ik boek zowel een afspraak voor dochter als voor mezelf.

Op een ietwat grauwe dag in februari rijd ik naar de Veluwe. Aan een idyllisch landweggetje in Loenen wacht Lyanne me op. Als ik uitstap komen de twee paardjes Maël en Kay al nieuwsgierig naar me toe. Ik aai ze.

We gaan op pad. Ze hebben er zin in en ik ook. Ik krijg Maël mee. Een ‘doorschuif-pony’. Geen manege was tevree met hem. Na vijf verhuizingen nam Lyanne hem onder haar hoede. Ze snapte hem meteen. Aan zijn lijf geen polonaise. Hij is niet bedoeld om op te rijden. Als je dat respecteert is het de liefste van de wereld.

Het is wat raar, zo’n groot dier naast je. Wat bijzonder is, want blijkbaar is het niet raar als je erop zit. Ik weet niet zo goed wat te verwachten, maar uiteindelijk is het precies wat het is: je wandelt met een paard.

Hapjes onderweg nemen mag, vertelt Lyanne me, als ik haar onzeker vraag of het wel de bedoeling is dat Maël de bramenstruik verslindt. Sterker nog, ze vertrouwt erop dat haar paarden alle voedingsstoffen binnenkrijgen tijdens de wandelingen door bos en hei. Ze weten zelf we wat ze nodig hebben. Ja, logischer wordt het niet. 

Buiten de gebaande paden

Onderweg komen we de boswachter tegen. We lopen niet op het ruiterpad. Ook als je naast het paard loopt, mag je in Nederland niet buiten de gebaande paden lopen. Na een waarschuwing vervolgen we onze wandeling op het aangewezen pad. Om er later toch van af te wijken. Want braaf zijn blijkt net zo saai als rondjes rijden in de bak. 

Mijn werkgever belt. Drie keer. Ik neem toch maar op. “Ik ben aan het wandelen met paarden.”, leg ik uit. Hij lacht hard. Het is ook een beetje gek misschien, in een wereld waar het onnatuurlijke zo gewoon is geworden. “Is dat iets zen-achtigs?”, vraagt hij mij. Nu lach ik hard. “Ja, zoiets.”

Hij zit er niet ver naast. Het is zen, dit aarden met paarden. Samen stamp je door modder, aarde en zand. De natuur brengt je even terug tot jezelf. Dit samen beleven met een viervoeter van formaat versterkt dit gevoel. En die natuur, die is prachtig. De kronkelende bospaadjes, de weidse hei en zelfs een watertje. Het is rustig. Het is wij en de paarden. 

We kletsen wat over vegetarisch eten, microdosis truffels en barefoot schoenen. De paardjes lopen onvermoeid door. Ik denk dat ze het naar hun zin hebben. Vooral omdat ik natuurlijk alles toesta, conflictvermijdend als ik ben. Het is een lopend buffet, met schouderklopjes en aaitjes als gratis supplement. 

Zij genieten, wij genieten.

Ja, zo is het bedoeld. 

patat wandeling

Ben jij een luie wandelaar? Dan is de patat-wandeling echt iets voor jou.

“Neehee, ik wil niet wandelen. Wandelen is zooooo saai. Ik word er moe van en mijn voeten doen pijn. Wat is er nou leuk aan wandelen? Maar echt?”

Ik hoor mezelf praten. Zeker veertig jaar lang was dit mijn tekst. Nu hoor ik hem uit de mond van mijn dochter en alle andere kinderen die ik ken.

Ik snap dat als geen ander.

Dingen kunnen veranderen. Ook als het luie kind in een luie vrouw is veranderd.

Iris en ik gingen laatst koffie drinken. De horeca was namelijk weer open na de zoveelste lockdown. Ik had in geen maanden koffie gedronken dus je snapt hoe graag ik mijn lip in het schuim van een cappuccino wilde dippen.

We kwamen bij een T-splitsing aan het strand en Iris vroeg, wil je de korte weg of de lange over het strand? De korte weg was tien minuten lopen.

Weet je wat ik zei?

Ja, echt!

En zij was het meteen met me eens. Wauw.

Wat zullen onze ouders trots zijn, dachten we tegelijkertijd. Vroeger dachten ze vast dat er niets van ons terecht zou komen. Niet dat wij dat ooit over onze kinderen denken.

We hadden het ook alvast over de prachtige erfenis die wij onze kinderen zouden geven over een jaar of veertig. Geen geld. Nee, iets veel mooiers.

Dit blog.

Wandelen met kinderen

Nu heb ik gemerkt dat je kinderen makkelijk kunt foppen. Dus als je het bovenstaande herkent en je wil toch wandelen met kinderen dan heb ik twee tips.

Tip 1: Leid ze af.

Doe alsof je iets gaat doen dat niets met wandelen te maken heeft. Ga bijvoorbeeld geocachen. Dat is een soort schat zoeken via GPS op je telefoon, zonder echt een schat te vinden.

Wat je ook doet, neem het woord wandelen niet in je mond! Als het echt niet anders kan, zeg je lopen.

Ondertussen ben je dus wel aan het wandelen, want je bent op schattenjacht. Best leuk voor een beperkt aantal keren.

Iris laat haar kinderen het tv-programma ‘Het Perfecte Plaatje’ nadoen. Ze geeft ze foto opdrachten in de natuur en je raadt het al, daarbij lopen ze van A naar B en met een beetje geluk ook nog naar C.

Tip 2: De gouden tip naar mijn idee.

Doe het niet! Laat ze thuis!

Je doet er echt niemand een plezier mee.

patat wandeling

Luie vrouw

Diep van binnen ben ik een luie vrouw die snel verveeld is. Mijn brein toont opvallend veel gelijkenissen met mijn puberdochter. Ze reageren hetzelfde als het gaat over opruimen, schoonmaken en beweging.

Beiden beginnen snel te zuchten, vinden veel dingen saai, irritant, vermoeiend. Ze schieten rap in de weerstand.  

Steeds hetzelfde rondje lopen vind ik oersaai, door regen overvallen worden als je wandelt behoorlijk irritant en lange afstanden lopen heel vermoeiend.

Ik klaag graag.

Gelukkig laten mijn hersens zich ook makkelijk foppen. En omdat ik veel slimmer ben dan mijn grijze massa, weet ik precies hoe ik mijn brein erin luis.

Als ik doe alsof we iets bijzonders gaan doen, dan gebeurt er iets in mijn brein. Er gaat een lichtje aan. Mijn wenkbrauwen gaan een stukje omhoog. “Oh, wat gaat er gebeuren? Gaan we iets nieuws doen?” fluistert het zacht in mij.

Als ik ergens een ding van maak, wordt het een avontuur. Die keer dat ik heel vroeg papier ging prikken of toen ik ging wandelen in de stromende regen maakte ik van iets gewoons iets spectaculairs.

Een paddenstoelenwandeling, een fotowandeling, een wandel-date. Mijn brein is zo afgeleid, dat het niet eens door heeft dat we wandelen. Het lijken allemaal gloednieuwe activiteiten. Mijn brein doet het goed op nieuw.

Hoe langer de rij, hoe beter

Laatst kwam er een nieuwe wandeling bij. Vriendin I. vertelde dat ze een vergelijkend warenonderzoek deed naar patat.

Wat een briljant idee!

I. heeft diverse patatzaken in Den Haag onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat Bram Ladage de koning der frieten is. Ik was er nog nimmer geweest.

Ze vertelde dat Bram de frieten met de hand snijdt en elke dag in verse, speciale olie bakt. En dat je dat echt proeft. De frietjes van Bram vallen niet als een baksteen in je maag. Nee, ze worden met gejuich ontvangen.

Tot slot vertelde ze dat het bij Bram zo druk is, dat er altijd een rij staat.

Say no more! Als het over eten gaat, hou ik van rijen.

Ik heb namelijk een traditie. Op vakantie zoek ik altijd de specialiteit van die plek. In Lissabon bijvoorbeeld, wil je een Pastel de Nata eten. En dan niet zomaar een, maar de lekkerste van Lissabon.

Het liefst degene waar een lange rij voor staat, zodat je zeker weet dat het de lekkerste is. In die rij kun je je dan al verheugen op wat er gaat komen.

Hoe langer de rij, hoe beter.

Patat-wandeling

Vriendin I. beloofde dat ze me zou voorstellen aan Bram. Ik haalde haar op van werk. We zouden via Bram naar huis lopen. Een stuk wat ik al heel vaak gewandeld heb en inmiddels ietwat saai wordt.

Toch heb ik daar geen moment aan gedacht. Ik dacht alleen maar aan patat.

Heen nam ik de tram, maar om dat die wegreed voor mijn neus, besloot ik wandelend te wachten op de volgende tram.

Bij de tweede halte had ik hem te pakken.

De beloning van de wandeling kwam meteen aan het begin. Vriendin I. had gelijk. Goudgeel, knapperig, zout, vet en heet. De ideale combinatie, net als deze patatwandeling. De eerste keer dat ik zonder schuldgevoel patat at.

Ik voel een nieuw wandelthema aankomen. Culinaire wandelingen. Ook een soort schatzoeken.

De lekkerste macaron moet gevonden worden, net als het beste wijntje en het smakelijkste borrelplankje.

Stel dat je, net als ik, ook een luie wandelaar bent, dan is dit de ideale manier om je brein te foppen.

Mocht je tips hebben voor het lekkerste……… van Nederland, dan hoor ik die graag!