
Dit is waarom ik niet meer groet tijdens een wandeling
Een vriendin van me post onlangs op Facebook dat zo weinig mensen meer groeten. Ze doet een telling. Van de 20 mensen die ze tijdens een wandeling tegenkomt, groetten er slechts twee. Reacties van ontzetting volgen. Iedereen beweert altijd te groeten. Het zijn de anderen, niet zijzelf.
Zelf ben ik ook zo’n groeter. Met lieflijke glimlach uiteraard. Ik doe immer mijn uiterste best om aardig gevonden te worden. Daar ben ik ver mee gekomen.
Rachel inspireerde mij om ook eens deel te nemen aan een stilte retraite. Twee weken geleden, tijdens die enorme storm, schuilde ik zonder woorden in een klein kerkje in Gelderland.
Ik ervaarde de kunst van niet-doen. Zijn met wat is en voorbij de weerstand toelaten wat nodig is. Annemarie leerde ons: Stilte. Adem. Voelen. Uit het hoofd, in het lichaam en in het moment.
Tijdens een stilteweekend groet je niet. Ook non-verbaal ben je stil. Je bent ontheven van sociale wenselijkheid. Je bent er alleen maar voor jezelf.
In stilte over het Pieterpad
Nog vol van de nieuwe inzichten van dit weekend, besloot ik een deel van mijn Pieterpad etappe afgelopen weekend ook in stilte door te brengen. Telefoon op stil en voortbewegen met aandacht.
Stilte. Adem. Voelen.
Nu is in stilte wandelen niet zo confronterend. Het is juist fijn. Je ziet meer en geniet meer van de natuur. En die was prachtig deze dag. Misschien wel de mooiste etappe van het Pieterpad tot nu toe.
De tegenliggers ontmoeten in stilte is andere koek. Als vanzelf zocht ik oogcontact bij de kruising, om mijn alleraardigste groet over te brengen.
Maar bij het daadwerkelijke articuleren liep ik vast. Dus glimlachte ik maar wat. Met een hoffelijk knikje. Ik voelde me een redelijke idioot.

De oncomfortabelheid van niet groeten
De zon scheen op de prachtige Sallandsheuvel. Het was druk.
Ik kwam meer dan twintig mensen tegen tijdens mijn stilte uur. Veel meer. En deze mensen groetten stuk voor stuk.
Misschien is het makkelijker stilte wandelen in Den Haag bedacht ik me. Daar is groeten zo zeldzaam als een hartvormig chipje. Soms tref je er één, maar het is sporadisch, dus durf je ‘m bijna niet te consumeren.
Non-verbaal groeten is geen stilte. Het is net zo luid.
Het bleek knap lastig voor me om niet conformeren aan de gewenste, vriendelijke en alledaagse groet. Wat als ik niet zou groeten en mijn blik niet de medemens opzocht? Ik zou ergernis krijgen.
Gesmoes, zo intentioneel net hoorbaar, een paar meter achter me. Wenkbrauwen zouden worden opgetrokken, door een snuif gevolgd.
Ik probeerde het voorzichtig. Het viel wel mee. Er kwam in elk geval niemand achter me aan om verhaal te halen. Ik hoorde zelfs geen gebrom.
De reactie van een ander is niet mijn verantwoordelijkheid. Als ze er iets van vinden, mogen ze daar helemaal lekker zelf mee dealen.
Zo.
Besloot ik.
Nog altijd oncomfortabel.

De geboorte van de pleaser
Waarom toch dat aanpas gedrag van mij? Why care? Ik ging terug in mijn leven en vroeg me af wanneer dit was begonnen. Daar had ik tenslotte de tijd voor.
Het antwoord kwam snel en raak. Dat gebeurt als je stil bent.
Mijn achtjarige ik kreeg de schok van haar leven tijdens haar eerste schoolweek in een katholiek dorpje in België. Eind jaren tachtig, maar nog in de nasleep van strengere vroegere tijden. Hier luisterden kinderen naar gezag. Niet uit respect, maar uit angst.
Opstellen in nette rijtjes van twee. Op mijn montessori school in Nederland stormde we gewoon naar binnen. Geen gezellige groepjes, maar lange horizontale rijen, gericht naar het bord. Alwaar de meester op directieve wijze zijn lessen onderhield.
Wist je je niet te gedragen, dan ging je met je knietjes op het randje, vooraan de klas. Net zolang tot de meester vond dat je je les had geleerd.
Ik leerde er maar één les van: je gedraagt je en past je altijd aan.
Wat mij in een gecompliceerd pakket bracht, want ik verstond er aanvankelijk weinig van. Plat Vlaams lijkt meer op Deens dan Nederlands. Ik kende de regels niet. De cultuur niet.
Alles was voor mij een ongeschreven wet. Dus bewoog ik me op school voort met voorzichtige tred. Ik leerde me aanpassen.
Conformeren.
Het lieve meisje klaar om te pleasen en oh zo haar best te doen, kwam in mijn leven.
Ze liep nog steeds met me mee, daar over de Sallandsheuvel. Ze bleef glimlachen, haar best doen om zich aan te passen aan wat gevraagd werd. Ik pakte haar hand en fluisterde heel zacht dat ik bij haar was. Dat ze niet meer op haar hoede hoeft te zijn.
Samen werden we een rebel. We groetten niet meer. We glimlachten nog wel.
Niet naar de ander, maar naar onszelf.