Hoe wandelen in Drenthe leidt tot een verspil-niks challenge.

Ik ben snel verveeld en lui. Geen beste combi als je het mij vraagt. Regelmatig zit ik mezelf dan ook in de weg. Afwisseling vind ik fijn en af en toe wat nieuws doen, houdt me scherp.

Ik wil wat doen, zegt mijn ene helft. De andere helft blijft liever op de bank zitten. Als de snel verveelde kant wint dan ontstaan er soms avontuurtjes.

Het afgelopen jaar verzon ik er zelf wat. Het opruim avontuur, wildplanten, wandelen in de regen en het Pieterpad.

Laatst was ik met vriendin Elise in Drenthe waar we de Hunehuis trektocht liepen. De voorspellingen waren beroerd. Zowel vrijdag als zaterdag veel regen, de hele dag. Inmiddels is dat geen reden meer om af te zeggen.

Gelukkig is het tussen de buien door, prachtig weer. Net als in het echte leven. We wisselen regenjas en zonnebril veelvuldig af terwijl we door het bos lopen.

We sluipen door weilanden waar koeien verbaasd naar ons opkijken. Door uitgestrekte velden waar we niemand tegenkomen. Over de hei, waar geen hutje staat.

Damp stijgt op, spinnenwebben glinsteren schitterend door de regendruppels en de heide fleurt op door een regenboog. Je snapt het, een prachtige tocht

Uffelte

De Hunehuis trektocht duurt 2 dagen. We overnachten in Uffelte, een speldenprikje op de kaart en eten in het enige eetcafé. Van dichtbij maak ik het dorpsleven mee.

Bij binnenkomst draaien alle hoofden om, ogen worden iets groter en volgen ons. Alle andere mensen die binnenkomen worden herkend en begroet.

Een groepje zestigers zit aan een grote tafel. De mannen drinken bier, de vrouwen wijn. Aan de tafeltje alleen, zit een oudere man te eten, een zakdoek om zijn nek geknoopt. De krant ligt opengeslagen op tafel, zijn bril ligt op de krant.

Ik hou hem scherp in de gaten en zie dat hij even later een flesje olijfolie uit een plastic tasje haalt om over de sla te doen. Hier kan dat.

De kaart is klein en bestaat vooral uit schnitzels. Iets zonder vlees hebben ze niet. Wijn hebben ze wel. Je kunt kiezen tussen rood of wit. Nadat we hebben besteld komt het gesprek op challenges. Elise en ik doen er af en toe een voor de lol.

Challenges

Challenges geven je doorsnee leven een beetje sjeu. Ze zijn grappig om samen te doen. Een week lang doen wat je normaal niet doet.

Wordt je leven daar mooier en beter van? Ik denk het niet, maar in het gunstigste geval geeft het je een week lang plezier.

Laatst deden we een week lang onze telefoon uit om 19.00 uur. Na een onwennige start raakte ik gewend aan de rust ’s avonds.

Nu is het tijd voor een nieuwe challenge, we zijn toe aan iets uitdagenders.

We bedenken er vast een paar, zodat we even vooruit kunnen:

  • Elke dag iets aardigs doen voor een ander.
  • Een week van een minimaal budget leven.
  • Een week lang alles (ja echt alles) met stokjes eten.
  • Een week lang geen verspilling.

We kiezen de laatste. Een week lang geen eten of drinken weggooien. Het klinkt simpel, maar we zijn streng. Het geldt voor het hele gezin. Als je huisgenoot iets niet opeet, moet jij het doen. Geen druppel van wat dan ook mag zomaar door de gootsteen.

Het eten komt. De borden zijn volgeladen. Ik wilde geen vlees, maar krijg 2 stukken met een berg aardappels en een blaadje sla.

Na nog een wijntje besluiten we maar meteen te beginnen met onze challenge.

verspil-niks challenge

Uitstellen is voor lafaards.

Het eerste stuk vlees heb ik weggewerkt. Het enige levensdoel van dit dier was om op mijn bord te belanden. Als ik het niet opeet is hij voor niets gestorven. Daarna eet ik me door de berg aardappels.

Elise heeft het grootste deel van haar bord op en zit vol. Ook zij vermant zich en stouwt de sla, de koud geworden patat en de overgebleven dikke plak kruidenboter naar binnen.

Het bakje mayo likken we uit. Niet omdat we willen, maar omdat we moeten.

Het groepje naast ons is niet zo verspillingsmoe en de nog half gevulde borden gaan retour naar de keuken, waar ze ongetwijfeld verdwijnen in de prullenbak.

Ik denk ineens aan de boterhammen met pindakaas die nog in mijn tas zitten en de waterfles. Niets mag worden weggegooid en dus weet ik direct wat mijn ontbijt zal zijn.

Ook thuis gaan we door. Avocado’s die al over het randje heen zijn, moeten op. Het gekookte ei wat vanmorgen overbleef bij het ontbijt staat de volgende ochtend weer op het menu.

verspil-niks challenge

Schimmelpuntjes

Op het deksel van de boter verschijnen schimmelpuntjes, ik smeer alles meteen op. Mijn tanden glijden uit bij de eerste hap.

Mijn dochter eet de pasta, maar laat de vegetarisch kip staan. Normaalgesproken geen probleem, maar ik besef me dat ik die nu moet opeten. De volgende dag eet ik nep kip voor lunch, zonder pasta dit keer.

Wat te doen met de limoen?

Ik knijp ‘m uit in de thee. Dat blijkt geen goed idee te zijn zo vroeg in de ochtend. De gerimpelde paprika en de al-zacht-wordende komkommer eet ik als tussendoortje.

Het wordt een sport!

In de supermarkt koop ik afgepast wat ik nodig heb en leg meerdere keren iets terug. Ik zoek receptjes bij wat ik overheb. Een restje feta wordt een tosti met honing. Ha, daar is dan eindelijk de beloning. Ik lach me dood.

De challenge is klaar na een week, maar ik ben nog lang niet klaar met de challenge en hou nog even vol. Het voelt gewoon te lekker om niks te verspillen.

Lees ook: No plastic please. De plasticvrij challenge

wolken duinen

Naar de Boschplaat (Terschelling). Avontuur of slecht idee?

Wat is het verschil tussen een avontuur en een slecht idee? Daar kwam ik achter toen we op Terschelling besloten om een E-chopper te huren.

Een E-chopper is een elektrische scooter die er tof uitziet. Hij heeft brede banden, een hoog stuur en een batterij waarmee je 45 kilometer aan één stuk kunt rijden. Je kunt er met z’n tweeën op.

Tenminste als je allebei kleine billen hebt.

De E-chopper zou ons naar de Boschplaat brengen. Een prachtig natuurgebied aan de oostkant van Terschelling. Ik was op vakantie met Moeder, Broer, Schoonzus, Peuterneefje en Puberdochter.

Het bezoek aan de Boschplaat, hoorde ik van moeder, zou het hoogtepunt van de vakantie worden.

Moeder houdt erg van de natuur en van vogels in het bijzonder. Ze bekijkt ze regelmatig door een verrekijker. Broer is minstens zo enthousiast, hij kent de namen van een heleboel vogels en is daar trots op.

Op de Boschplaats broeden blijkbaar verschillende bijzondere vogels. Beiden konden zich niets mooiers voorstellen dan die te gaan bekijken.

De voorbereiding

Moeder en Broer waren begin van de week al eens gaan kijken hoe je op de Boschplaat kwam. Onderweg kwamen ze een vrouw tegen die net terugkwam. De vrouw vertelde dat het vanaf de parkeerplaats nog 5 kwartier fietsen was.

Dat was een probleem.

Hoe kregen ze Schoonzus, Neefje, Dochter en mijzelf mee? Ver fietsen, met vogels als beloning, staat niet op ons verlanglijstje.

Nergens niet.

E-choppers

Toch vonden ze een briljante oplossing; E-choppers. Die zouden ons in een dik half uur en zonder zweetdruppels op de plaats van bestemming moeten brengen.

Dochter en ik waren enthousiast. Niet over het bezoek aan de Boschplaat, wel over het huren van de elektrische scooters.

We zijn beiden uit hetzelfde luie hout gesneden en beleven het meeste plezier aan niet al te actieve activiteiten.

Een beetje scheuren over het eiland klonk ons als muziek in de oren. Een beetje chillen in een mooie omgeving was een bonus.

De ietwat krappe zitruimte, voor ons grote-billen-mensen, namen we voor lief. Ik beloofde Dochter dat ze een rondje over de parkeerplaats mocht rijden. Ze keek alsof ik haar net een nieuwe telefoon had beloofd.

Sterren kwamen uit haar ogen.

Naast 2 elektrische scooters huurden we ook een elektrische bakfiets, handig voor Neefje, onze spullen en de meegebrachte picknick. Want hoe leuk is het om het toppunt van je vakantie te vieren met een lekkere picknick?

De Boschplaat

De start was veelbelovend. We scheurden weg en waren in no time halverwege.

Om 13.00 uur waren we bij de laatste parkeerplaats en bij de start van het pad naar de Boschplaat. Het pad was goed bezocht.

Meerdere mensen liepen en fietsten op het pad. Het pad was onverhard, maar wij hadden scooters met hele brede banden, dus dat zou geen probleem moeten zijn.

Het werd een hellerit.

Al snel bleek dat die brede banden verdomd lastig op het smalle pad te houden waren. Sturen was enorm zwaar en in de stukken met zand gleden we vaak weg. De weg was heel hobbelig, waardoor dochter elke keer van het zadel gleed.

Telkens als ze terug probeerde te schuiven voelde het alsof ze de Heimlichgreep bij mij uitvoerde. Ademhalen werd steeds lastiger met een angstig kind om mijn middel geklemd.

In opperste concentratie keek ik maximaal 5 meter vooruit, in een poging ons op de weg te houden. Van de schitterende natuur zag ik niets. Meerdere keren reed ik het hoge gras in aan de rand van de weg.

Heel slecht idee!

Dochter begon in mijn oor te schreeuwen. “Waarom doen we dit? We moeten stoppen! Kunnen we terug? Dit is een heel slecht idee!”

Ik antwoorde tegen beter weten in: “Joh het valt wel mee. We krijgen zo vast een beter stuk. We zijn er bijna. Gelukkig hoeven we niet te fietsen!”

Ineens herinnerde ik me dat het 5 kwartier fietsen was en ik merkte op dat we zeker niet sneller gingen dan een gewone fiets.

Moeder had het nog veel zwaarder. De bakfiets was een enorm onding hier in het wild. Neefje stuiterde erdoorheen. Er was ook nog iets met de elektra, want hij viel af en toe uit.

Er waren grote stukken met mul zand, waar ze onmogelijk doorheen kon fietsen. Ze liep die stukken met de fiets aan de hand, onderwijl de bak naar links en rechts trekkend.

Ze viel 3 keer met bakfiets en al.

Nu vraag je je natuurlijk af, waarom reden jullie door? Waarom niet na 10 minuten omkeren en terugrijden?

Nou, dat zit zo. Broer reed voorop en was in zijn enthousiasme niet meer dan een stofwolk aan de horizon. Moeder was achter in het zand blijven steken, de bakfiets-perikelen hoorde ik pas achteraf.

Ik wilde niet onderdoen voor Broer. Niet de aansteller zijn, degene die afhaakt. Dat deed ik vroeger. Tegenwoordig zeg ik ‘JA’ tegen bijna alles wat op mijn pad komt.

Daarbij was mij een hoogtepunt beloofd. Prachtigheid lag in het verschiet. Neefje zou verrukt op blote voetjes door het zand en de zee rennen. Ik zag de lach al op zijn gezichtje. Wij zouden dit genietend aanschouwen met krakende croissantjes in de hand.

Ik zou een mooi verhaal kunnen schrijven over de natuur op Terschelling, misschien zelfs over de vogels en ik zou foto’s maken. Goed gelukte foto’s natuurlijk.

Ik dacht zelfs nog een moment dat dit een avontuur zou kunnen worden. Boy, was I wrong.

Na een uur was mijn grens bereikt. Abrupt stopte ik en schreeuwde naar Broer: Hoe lang nog? Dit is niet te doen! Ik trek het niet meer!

Broer keek me verbaasd aan. Altijd in voor welk avontuur ook, zag hij geen enkel probleem. Hij leek juist te genieten van deze catastrofe. Ruim een kwartier later kwam Moeder aansjouwen.

Ze zei: “We zijn nu al zover, het is zonde om om te draaien. Dan hebben we alles voor niks gedaan.”

Broer was het direct met haar eens. We reden verder. Google Maps vertelde ons dat het nog 6 kilometer zou zijn. Met de fiets zouden we daar 15 minuten over doen. Na een half uur keek ik nogmaals en zag dat we pas op de helft waren.

Het was inmiddels 14.30 uur. Om 17.00 uur moesten de scooters terug zijn. De batterij van de mijne was half leeg.

Vogels

Ik dacht: “Ben ik nou gek? Dit moet stoppen! We zouden direct terug moeten, als we het eindpunt al zouden halen. Ik maakte de rekensom hardop en kreeg eindelijk bijval.

Moeder raakte ook vermoeid. Neefje was in slaap gevallen. De picknick aten we aan de kant van de weg met zure gezichten.

We keerden om en reden terug. Dochter en ik kregen de slappe lach van de hele toestand. Ik had zoveel spierpijn dat ik haast niet meer kon sturen. Er lag een dode meeuw op de weg die ik probeerde te omzeilen. Het lukte niet, ik reed er vol overheen.

Dochter: “Mam, kijk uit een vogel!”

Ik: “Hij is al dood!”

Dochter: “Dat kun je toch niet doen! Hoe zou jij het vinden als er iemand over je dode lichaam rijdt?”

Wat is het verschil tussen een avontuur en een slecht idee?

Een avontuur is volgens de ‘Van Dale’ een onderneming waarvan de uitkomst niet bij voorbaat vaststaat. Je kunt dus zeggen dat een slecht idee de mogelijke uitkomst is van iets wat als een avontuur begint.

Fijn om dat ook te mogen ervaren. Volgende keer ga ik lekker wandelen. Een ding is wel gelukt. Ik heb toch nog over vogels kunnen schrijven.

Meer Terschelling? Lees: Eenzame boom in Hee en wadlopen en oesters eten.