bij-op-bloem

4 wetenschappelijke inzichten die aantonen dat wandelen verslavend is

Vroeger zag ik weleens een reclame van Bever. Je weet wel, die buitensportwinkel. Niemand is een binnen-mens, riepen zij.

Huh, dacht ik. Hoezo niet?

Ze kenden mij niet. Ik hield van binnen. Ik was een huismus, een echt binnen-mens.

Nog steeds kan ik erg genieten van binnen zijn. Lekker warm, lekker comfortabel. Geen kou, wind en regen om te trotseren, allerlei vermaak binnen handbereik. En toch hé, toch raak ik steeds meer in de ban van buiten.

Ik ben zelfs al een keer bij Bever binnen geweest. Om iets te kopen. Voor buiten.

En da’s gek, vind ik. Ik ben niet geboren als natuurliefhebber, ik ben een binnen-mens. Toch merk ik dat hoe vaker ik me in het wild begeef, hoe meer ik ervan wil. De natuur lijkt verslavend. Hoe komt het, dat iemand zoals ik, de natuur lief begint te hebben?

Je kent me inmiddels, ik ging op zoek naar het hoe en waarom.

Lux

1. Het blijkt in ieder geval iets met licht te maken te hebben. De lichtintensiteit oftewel lux om precies te zijn. Hoe intenser het licht, hoe groter de positieve effecten op je lichaam.

Kunstlicht heeft een lage lichtintensiteit als je het vergelijkt met daglicht. In huis is de lichtintensiteit ongeveer 150 lux. Een bewolkte winterdag levert al ongeveer 1.000 lux op. Een zonovergoten zomerdag maar liefst 125.000 lux.

Hoe meer lux hoe meer levensvreugde. Dit verklaart meteen waarom ze in Spanje zo vrolijk de tango dansen en ze in Noorwegen massaal aan de alcohol gaan. Lux is geen overbodige luxe!

Licht regelt je biologische klok. Het zorgt ervoor dat de fabriekjes in je hersenen heerlijke hormoontjes gaan produceren als cortisol, melatonine (slaaphormoon) en seratonine (gelukshormoon).

Aha, de verslavende component gevonden!

2. Zonlicht doet daar nog een schepje bovenop en zorgt ervoor dat je vitamine D aanmaakt, wat weer goed is voor de opname van calcium.

Je snapt het, een tekort aan daglicht verstoort dit alles. De fabriek gaat niet aan of maakt er een zooitje van. Teveel melatonine of te weinig cortisol is het gevolg. Hierdoor voel je je ellendig, moe, lusteloos of hongerig. Ik ken al die gevoelens, vaak komen ze allemaal tegelijk.

Maar er is meer.

3. Neurowetenschapper, Kirsten Willeumier, heeft allerlei onderzoeken gedaan naar de invloed van de natuur op het menselijk lichaam. Zij kwam tot de conclusie dat de natuur een positieve invloed heeft op de bloeddruk, het cholesterol en het brein.

Schumann resonantie

4. Dit komt doordat de natuur haar eigen frequentie van zo’n 7.8 hertz heeft. Ook wel de Schumann resonantie genoemd.

De Schumann resonantie zorgt ervoor dat je in de theta-hersengolf terecht komt. Dat is dezelfde hersengolf waar je op surft als je droomt, creatief bezig bent geïnspireerd wordt. De natuur kan je brein dus helpen om tot rust te komen en op te laden.

Staatsbosbeheer schrijft op haar website dat:

Alleen al in de natuur zijn, heeft aantoonbare gunstige effecten op het herstel bij stress en ziekte. Omgekeerd leidt langdurig verblijf in een stedelijke omgeving tot overprikkeling van ons aandachtsysteem, sociale stress en psychische ziektes.

Ik ben erachter gekomen dat de natuur je iets geeft, elke keer als je je erin begeeft. Een leeg hoofd, ontspannen schouders en zelfs troost.

Pijn en genot

Wij mensen zijn van nature pijnvermijders en genotzoekers. Pijn voelt niet lekker, daar willen we zo snel mogelijk vanaf.

Genot voelt wel lekker dus daar willen we meer van. Het is verslavend en onverzadigbaar, je hebt er steeds meer van nodig. Één stukje chocolade wordt een reep, een compliment, aandacht of goede review is maar beperkt houdbaar, al snel wil je meer.

Het probleem daarmee is, dat je in een cirkel stapt die zichzelf blijft herhalen. Iris schreef er al over in de neerwaartse spiraal.

Pijn duwen we het liefst weg en als dat niet zo makkelijk gaat zijn er altijd hulpmiddelen die de pijn doen vergeten. Troost vind je tijdelijk in een fles wijn, een reep chocolade, je favoriete Netflixserie of een shopping spree.

Maar ja, nadat je klaar bent met shoppen, drinken, kijken of eten is de pijn er nog steeds. Er is niets veranderd. Het is net een bal die je onder water duwt. Zodra je de bal loslaat komt hij weer omhoog, soms harder of groter dan je verwacht had.

Iedereen vindt in zijn leven strategieën om met pijn en genot om te gaan en troost te vinden. Ik heb er een heleboel uitgeprobeerd. Ze helpen allemaal, maar slechts tijdelijk en laten me achter met het gevoel dat er een gat in mij zit.

De leegte die ik probeerde te vullen met eten, drinken en afleiding keert zich binnenstebuiten en eet mij op.

hek-bij-weiland-met-water

Troost

Heel per ongeluk vond ik een nieuwe strategie. Toen naar buiten gaan het enige was wat nog mocht, vond ik die strategie op de stoep. Eerst zag ik hem niet, ik stapte er heel vaak overheen. Maar uiteindelijk struikelde ik erover.

Naar buiten gaan is nu mijn nieuwe strategie. Ik ga erheen als ik me sip of somber voel en elke keer voel ik me opgeladen en voldaan als ik thuiskom. Getroost.

Er is echt iets veranderd.

Het scheelt zeker 2 humeurpunten. Voel ik me een magere 4 dan wordt dat een stabiele 6. Is het een lekkere 7, dan wordt het vaak een jubelende 9. Het gebeurt elke keer, zeker als ik minimaal een uur buiten ben. Hoe langer, hoe beter ik me voel.

De honger van de leegte die me eerst op at, is nu gestild.

Ik kan nu gerust zeggen dat ik geen binnen-mens meer ben. Buiten is mijn eerste en enige gezonde verslaving en die wens ik jullie ook allemaal toe.

Had Bever toch gelijk?