Dichter-bij-de-dood-Een-poëziewandeling-over-de-begraafplaats

Dichter bij de dood. Een poëziewandeling over de begraafplaats.

Het is herfst. Het lijkt wel of de natuur op haar mooist is vlak voor ze haar wilde haren afgooit en zich klaarmaakt voor de winter. Als de blaadjes vallen, herinneren ze ons aan de eindigheid van het leven.

Alles komt en gaat en zoals Mary Oliver, de beroemde Amerikaanse dichter schreef:

“to live in this world

you must be able
to do three things
to love what is mortal;
to hold it

against your bones knowing
your own life depends on it;
and, when the time comes to let it go,
to let it go”

De herfst is bij uitstek het seizoen om los te laten.

Om dromen als blaadjes bij elkaar te harken en op te ruimen om zo weer ruimte te maken voor nieuwe. De geur in het bos verandert steeds meer in die van verval.

Schimmels en paddenstoelen maken overuren, ze breken af, ruimen op en veranderen alles wat oud en afgestorven is in vruchtbare aarde. De kringloop van het leven is ineens heel zichtbaar.

De natuur trekt zich terug, het wordt koud, donker en stil.

dichter bij de dood. Poëziewandeling

Dichter bij de dood

Ik zet mijn fiets bij de poort van de begraafplaats en loop erdoorheen, het duister in. Van de drukke levendige stad met al zijn licht stap ik een andere wereld in.

De poort markeert de overgang. Op bezoek aan de andere kant.

Behalve aardedonker is het ook stil, het licht is met het geluid verdwenen. Straks haal ik ze weer op bij de poort.

Het knerpt onder mijn voeten als ik verderop lichtjes zie flakkeren. Voor me loopt een ouder stel, in stilte gehuld. Adem in wolkjes om ze heen. Achter me hoor ik twee kinderstemmen. Iets te luid.

Dan bereik ik de fakkels die de wandelroute verlichten en zo kom ik dichter bij de dichter. Dichter bij de dood.

Dichter Marjon van der Vegt staat onder een verlichte paraplu bij het graf van Louis Apol, een bekende kunstschilder die hier begraven ligt. Ze vertelt iets over zijn leven.

Dan draagt ze haar gedicht voor, geïnspireerd door zijn schilderij ‘een januari-avond in het Haagse Bos’.

“Het smetteloze kraakte onder het gewicht van. Het jaargetijde tot stilte gemaand”

Poëziewandeling

Het is Allerzielen, de dag waarop de doden worden herdacht. Op begraafplaats Oud Eik en Duinen herdenken ze de doden met een poëziewandeling. Deze jaarlijks terugkerende wandeling is goed bezocht.

Twaalf dichters staan, onder een verlicht parapluutje, verspreid over de begraafplaats bij het graf van een bekende schrijver/kunstenaar/politicus/componist.

Als bezoeker wandel je van paraplu naar paraplu om te luisteren naar wat wordt verteld.

Elke dichter vertelt iets over de BN-er en leest iets voor uit diens oeuvre. Als het oeuvre bestaat uit schilderijen of een beelden, dan laat de dichter zich daardoor inspireren en schrijft er een gedicht over.

De dichters die meedoen aan deze wandeling zijn onderdeel van de organisatie dichter bij de dood. Ze schrijven ook allemaal een persoonlijk gedicht of lied over de dood en dragen dat voor.

Maar is dat niet macaber? In het donker over een begraafplaats wandelen en bij een graf staan luisteren naar een gedicht over de dood.

Nee dat is het niet.

De dood verbindt, de muziek koestert, de fakkels verlichten. Persoonlijke gedichten ontroeren.

Toen ik een baby was, wiegde jij mij

Nu jij daar in bed ligt, wieg ik jou

In de hoop dat jij aan mijn warmte voelt

Hoe diepgeworteld ik van jou houd

uit het gedicht ‘tijd om te gaan’ van Selma Kaijen Broekman

Het is een warme, intieme avond. Het voelt dichtbij en verbonden.

De dood is van ons allemaal en ook al is de herfst het seizoen om los te laten, nadat het ultieme loslaten is geweest, blijven de herinneringen om voor altijd vast te houden.

Om dat wat leeg is geworden weer te vullen, het koude te verwarmen. Zodat er vruchtbare grond gemaakt wordt van het verdriet, om nieuwe dromen en nieuw leven in te laten ontkiemen.