Wildpluk op het Pieterpad met een bijzondere vrouw

Met moeite reik ik naar voren, mijn dampende kop thee bijna omstotend. “Mag baver?”. “Nee, wel bever. Of Haver.”, imiteert mijn moeder zoals oma het gezegd zou hebben. We schateren het uit van het lachen. Het is een standaard ritueel na het eten: een potje Scrabble.

De stoel bij de haard is voor mij. Ik word in de watten gelegd. Ik heb dan ook dertig kilometer gelopen vandaag. Voor sommigen is dat misschien niet zo bijzonder. Voor mij staat het gelijk aan het winnen van een gouden medaille op de Spelen. Onwaarschijnlijk. Ook dat het nog eens gebeurt, dus hier ga ik de rest van mijn leven op teren.

Zelfs mijn moeder is onder de indruk ervan. Dat terwijl ze op haar 75e nog moeiteloos naar Berlijn fietste. Zij gaat voor haar plezier op kano-vakantie. Het is dat mijn gezicht een soort van jongere afspiegeling van haar is, anders had ik getwijfeld of ik werkelijk haar kind was.

Mijn moeder is actief. Altijd al geweest. Als ze niet in de keuken een macrobiotische catering voor een man of twintig aan het bereiden is, woelt ze met haar handen door de aarde van haar permacultuur-tuin. Ze doet ook altijd ‘even’ iets. ‘Ik moet even iets ophalen vlakbij Groningen’. Of ‘ik had beloofd huppeldepup even te helpen met haar tuin omspitten’.

Ik doe nooit iets ‘even’ en zeker geen dertig kilometer lopen. Dus ik voel me trots.

“Wil je ook een neut?”, vraagt ze. Mijn moeder gebruikt graag ouderwetse woorden. Zoals “Wat een sof!”. Het roept een nostalgisch gevoel bij me. Ik vertrouw de neut niet, dus kies voor een glas wijn. Mijn moeder is lastig te omschrijven. Moderne hippie omvat het niet, kruidenvrouwtje ook niet. Je weet in elk geval nooit wat er borrelt in die flesjes drank van haar.

De eerste zeven kilometer van deze dag liep ze een stukje Pieterpad met me mee. Het laatste gedeelte van de etappe Schoonloo-Slee. Ze woont dichtbij en geniet zichtbaar van dit oude stuk bos, wat ze eigenlijk nog niet goed kent.

wandelen natuur wildpluk

Slow walking

“Ik loop niet meer zo snel hoor, dus we moeten het rustig aandoen Iertje.”

Dat klinkt me als muziek in de oren. Ik ben een langzame wandelaar. Het is een soort slow-walking. De trend lijkt nog niet aan te slaan, maar ik zet door.

En langzaam gaan we. Maar niet door haar trage pas of gebrek aan conditie. We komen gewoon niet ver zonder dat ze iets interessants ziet. De laatste tijd is mijn moeder namelijk in de ban van wildpluk. Wat blijkt, het bos zit vol met goodies.

“Oh kijk! Een zilverspar! Dat zie je aan de vorm van de naalden. Meestal kan je er niet bij, maar wat een geluk, hier is een tak gevallen. Je kan er heerlijke thee van zetten. Plus, het ondersteunt je bijnieren.”

Goed, dat van die bijnieren verzin ik even ter plekke, maar het had gekund. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik de helende waarde van de zilverspar ben vergeten. Het was misschien niet eens een zilverspar. Ook hierin ben ik geen kind van mijn moeder. Een gevallen tak is voor mij niets meer dan een hindernis.

De bast van een berk! Een eetbare bla-bla-bla-appel! De knopjes van een onontsproten braam!

We kwamen geen steek verder, want alles moest ook nog eens mee in mijn kleine rugzakje.


En dat gaf precies niets. Ik genoot. Met volle teugen.

We praatten over hooggevoeligheid, autisme, oordelen. Op een bankje knabbelden we aan een stukje chocola. Ik nam er twee. We groetten een paard en ze nam me op de foto.

wandelen natuur wildpluk

Een nieuwe blik

Ik leerde met andere ogen kijken naar de natuur, waar ik doorgaans lomp doorheen wals. Mijn gebrekkige kennis werd me pijnlijk duidelijk. Net als oude ambachten die verloren gaan, zal mijn moeders kennis over de heilzame werking van plant, blad en bloem niet worden overgedragen. Dat stemt me verdrietig.

Ik zou zo graag meer interesse willen hebben voor wat ze me uitlegt. Ik luister wel, maar de details blijven niet in mijn hoofd plakken. Ze vinden geen bedding in de bodem van mijn hersenpan.

Wat ik wel hoor is haar passie. Haar onuitputtelijke stroom enthousiasme voor het natuurlijke leven. Dit ontgaat mij niet. Ik sluit het in mijn hart. Ik koester het.

Kans is dat ik nooit het verschil tussen een moerbei en een vlierbes zal kennen. Maar de waarde van de kracht van de natuur voel ik wel. Net als de waarde van nieuwsgierig zijn. Het leven bekijken als door de ogen van een kind. Genieten van lekker eten, een mooi gesprek, een hobby. Leven met passie, met urgentie zelfs.

Als ik er zo bij nadenk lijk ik meer op haar dan ik aanvankelijk dacht. Deze gedachte maakt me misschien wel trotser dan die 30km.

16 reacties op ‘Wildpluk op het Pieterpad met een bijzondere vrouw

  1. Jeetje wat een prachtig verhaal en ode aan mij.
    . Je bent een kind van je moeder, reken maar. Ik hou van je mijn hele leven, omdat je voor mij heel byzonder bent en dat uitstraalt.
    Liefs en kus Marianne

    Like

  2. Wat een prachtig verhaal, Iris! Ontroerend mooi om jezelf en Marianne zo treffend te beschrijven. Een ode aan jullie beiden. 💝💝💝 Marlies

    Like

  3. ik ben ontroerd lieve Iris, Ik ken marianne zo lang, heb zoveeeeel in de natuur gebanjert met haar, in engeland, frankrijk, duitsland….met de fiets, in de kano, lopend, en het is precies zoals je haar beschrijft, een grote passie, liefde en verbondenheid met de natuur. je moeder is en blijft en grote schat,…voor mij en voor zoveel anderen. Ze is een verrijking voor deze aardbol en ik ben zeer dankbaar dat ze is mijn leven is gekomen en gebleven. ze is mijn allerliefste vriendin

    Like

Plaats een reactie