boom heideveld weg

Het Pieterpad, deel 2. In mijn hart geschoten.

Terugdenkend aan mijn Pieterpad avontuur denk ik aan de keren dat ik in mijn hart ben geschoten. Want samenvattend is dat wat er is gebeurd.

Ik werd geraakt door alle mensen die spontaan gedag zeiden toen ik ze tegen kwam.

Ik ken dat niet.

In Den Haag zeggen mensen je alleen gedag als ze je kennen.

Geraakt werd ik ook door de prachtige natuur. Je loopt er de hele dag doorheen dus je gaat er beter naar kijken. Uren liepen we door het bos zonder iemand tegen te komen. Over grote vlakten met heide die in bloei stond en een paarse gloed achterliet.

Dauwdruppels op spinnenwebben, de geur van bloemen en gemaaid gras door elkaar heen. Het geluid van de belletjes in de schaapskudde, een blaffende hond hard aan het werk.

De zon die betoverend mooi door de bomen schijnt, soms op bemoste stukken die daardoor sprookjesachtig aandoen. Vaak was het helemaal stil. Los van alles en iedereen en helemaal in het moment. Momenten van volledige gelukzaligheid.

Ik wil hier nooit meer mee stoppen, flitste het soms door me heen.

Geraakt door de vriendelijkheid van mensen. De vrouw die kwam aansnellen met koffie toen we ’s avonds na een zware dag ons tentje op aan het zetten waren.

De keer dat we bij het ontbijt ook brood voor de lunch mochten smeren, of toen de eigenaar van de camping onze rugzakken naar de volgende camping wilde brengen.

schaapskudde op de heide

Open armen

Toen Marianne ons met open armen ontving in haar Tiny House, middenin het paradijs. Ze kwam ons halen bij het eindpunt van de etappe, kookte voor ons en er stond zelfs een appeltaart met mango in de oven als toetje.

Maar het hield niet op, we hadden mooie gesprekken over eekhoorntjes en omgeslagen kano’s, kregen ook nog ontbijt en een lift terug naar het pad. Het welkom was zo warm als het vuurtje wat we ’s avonds stookten.

Mijn zus die andere schoenen kwam brengen en meteen tape en vette watten meebracht. Allemaal om ons de tocht door te helpen.

De lift die we kregen van het stel wat keihard schlagermuziek aanhad in de auto. De vrouw met haar Duitse kapsel, kort van boven en lang van onder, die veel vriendelijker was voor mij dan ik in gedachten over haar.

De stoeltjes langs de weg om uit te rusten, de koelbox met drinken waar je uit kon pakken en het toetjesbankje. Het hield niet op.

Bijzondere ontmoetingen hadden we, omdat we de tijd hadden om stil te staan en te luisteren. De gepensioneerde brandweerman die met een baard van een week en vlekken op zijn trui zijn verhaal vertelde.

Die we met tranen in zijn ogen achterlieten, diep geroerd omdat we oprecht geïnteresseerd naar hem hadden geluisterd.

Gertrud en Berend

Op een dag kwamen we Gertrud en Berend tegen. Hij was 78 jaar en liep moeizaam met zijn kniebrace en wandelstokken. Ze liepen 4 etappes door Drenthe en Berend vertelde dat hij de vertragende factor was. Hij moest vaak rusten en liep langzaam.

Heel langzaam.

Gertrud was heel fit en kon wel 3 keer sneller lopen. Ze deed het niet, want ze genoot er zichtbaar van om met Berend te wandelen. Ik zag hartjes in hun ogen.

Later zagen we ze weer aan de start van de langste etappe van 24 km naar Sleen. Die dag werd het 27 graden.

Ik: “Dat halen ze toch nooit. Ze lopen langzamer dan wij en moeten veel vaker stoppen. Het is eigenlijk onverantwoord met deze temperaturen.”

Broer: Zullen we de rugzak van Berend dragen? Misschien halen ze het dan wel.

Ik schrok en sperde mijn ogen open toen ik zag dat hij het serieus meende.

‘Liever niet’, dacht ik.

Maar toen flitsten alle momenten voorbij waarin ik had mogen ontvangen. Wat een prachtig mooi voorstel was dit eigenlijk.

Onbaatzuchtige edelmoedigheid.

Mijn broer is daar goed in. Ik heb nog wat te leren wat dat betreft. Schoorvoetend stemde ik in.

Gelukkig zei Berend nee. Hij voelde zich zichtbaar opgelaten, maar ook enorm verrast en dankbaar. Hij twijfelde wel, overlegde een paar keer met Gertrud en besloot toen toch zijn eigen rugzak naar Sleen te dragen.

Uren later kwamen we uitgeput aan op de camping. Het was echt een zware tocht geweest en ik was opgelucht dat we er waren. Het enige waar ik echt naar verlangde was een stoel en toen ik die eenmaal gevonden had, bleef ik zeker een uur roerloos zitten.

Daar ben ik dan wél goed in.

Berend en Gertrud hebben we zoals verwacht niet meer gezien, maar we hadden het wel over ze.

Ik: “Ik hoop dat ze het laatste stuk met de bus of de taxi gaan. Ze snappen toch wel dat dit niet gaat lukken?”

Broer: “Ja joh ze hebben hun B&B afgezegd en een andere gezocht in een dorp eerder. “

Coevorden

De volgende dag liepen we naar de camping in Coevorden. Coevorden leek de moeite waard om te bezoeken. Het heeft een oud kasteeltje en leek redelijk groot op de kaart.

Schijn bedriegt dus na het eten liepen we dan ook gauw terug naar de camping.

Rond 19.00 uur kwam er plots een man uit de bosjes onder de brug vandaan, op de voet gevolgd door een vrouw.

We knipperden met onze ogen en zagen tot onze grote verbazing Berend en Gertrud verschijnen. Hij gooide zijn rugzak af en zei: “ik moet even liggen hoor” en stortte zich neer in de berm.

Gertrud ging naast hem zitten en wij, benieuwd naar hun avonturen, hurkten erbij.

Berend en Gertrud hadden wel degelijk de hele etappe naar Sleen gelopen. Ze hadden er de hele dag over gedaan en hadden maar liefst 10 keer gepauzeerd. Berend had spijt dat hij zijn rugzak niet aan ons had meegegeven, want het was een zware dag geweest.

Ze waren om 19.00 uur Sleen binnengelopen. De uitputting nabij hadden ze zich op het terras van het enige restaurant laten vallen.

Dat restaurant was helemaal volgeboekt, wij waren er namelijk uitgegooid, maar de serveerster zag hoe hoog de nood was en maakte een uitzondering.

Berend vertelde dat de eigenaar van de B&B had aangeboden hen de volgende dag met de auto een stuk op weg te helpen. Een enorm aantrekkelijk voorstel, maar ook dat had hij geweigerd.

Deze man was een held.

Olympische spelen

Vandaag waren ze, net als wij, naar Coevorden gelopen en zouden ze op het station de trein naar huis pakken. Berend bleek een voormalig topsporter te zijn. Hij had als roeier meegedaan aan de Olympische Spelen van 1968 in Mexico. Samen hadden ze de Tour du Mont Blanc gelopen 30 jaar terug en Berend was dol op wandelen in de bergen.

Hij miste het en wilde dat weer gaan doen. Fysieke klachten maakten dat echter lastig en daarom leek het ze handig eerst te kijken of hij het nog kon.

Gertrud had voorgesteld te beginnen met het Pieterpad en zo liepen ze de provincies één voor één door.

Berend is mijn voorbeeld. Ik wil zo worden als hij.

En als dat niet lukt wil ik zijn zoals mijn broer, de vrouw van de koffie, die met het Duitse kapsel, Gertrud, Marianne of mijn zus. Mensen die het verschil maken met een vriendelijk gebaar.

Want dat is waarom we hier zijn op aarde. Om elkaar en daarmee onszelf te overladen met onbaatzuchtige edelmoedigheid.

13 reacties op ‘Het Pieterpad, deel 2. In mijn hart geschoten.

  1. Tranen om Berend en Gertrude. En de herinnering dat een ieder van ons het verschil vroeg of laat gaat maken. Dat is het goddelijke in ons. Kunnen we zeggen !!
    Mooi geschreven Rachel , chapeau

    Like

Plaats een reactie